Inhoudsopgave Let op omslag binnenzijde Gebruik van de Signaalgenerator Functie test Frequentie Kabeldetector Beschrijving Uitgangsvermogen Signaalgenerator Kabeldetector MXL Batterijen Diepte Signaalgenerator MXT Directe aansluiting Straatverlichting Onderhoud/ symbolen Zoekstanden Signaalklem/ netvoedinginjector 21 Power Zoeken Specificaties Radio Traceren Kabeldetector Allscan Indirecte aansluiting...
C.Scope kabeldetector MXL De C.Scope MXL pijp- en kabeldetector geeft nauwkeurige informatie omtrent de locatie en diepte van ondergrondse geleiders. Met de verschillende zoekstanden kunnen ondergrondse geleiders snel en betrouwbaar worden gelokaliseerd. Digitaal display met achergrondverlichting Diepteknop Uitneembare luidspreker Aan/ uit drukknop...
Pagina 7
C.Scope kabeldetector MXL Signaalgenerator frequentie Power zoekstand aanduiding Radio zoekstand AllScan zoekstand Signaalsterkte aanduiding Batterij conditie Sonde diepte meting Diepte/ signaalsterkte Stroomsterkte drukknop Frequentie drukknop Diepte knop...
C.Scope Signaalgenerator MXT De C.Scope MXT generator is een ideale aanvulling op de kabeldetector MXL. De verschil- lende frequenties en het instelbare vermogen maken van beide een veelzijdige combinatie, waarmee veel verschillende zoekacties gedaan kunnen worden. Aarddraad aansluiting Aansluitkabel aansluiting...
Kabeldetector zoekstand: Power In de Power (P) zoekstand detecteert de kabeldetector Beperkingen van de Power zoekstand het elektromagnetische veld dat wordt uitgestraald door Niet alle elektrische kabels kunnen worden gevonden stroomvoerende, belaste kabels. Sterke Power-velden in de Power zoekstand. De meest voorkomende verplaatsen zich vaak op andere leidingen, zodat ook een uitzonderingen zijn: metalen gas- en waterleidingen , metalen hekwerken en...
Kabeldetector zoekstand: Radio In de Radio zoekstand, detecteert de kabeldetector lange Beperkingen van de Radio zoekstand golf radiosignalen. Niet alle geleiders zijn detecteerbaar in de Radio zoekstand. Veraf gelegen radiostations veroorzaken signalen die onder Een sterk radio signaal aanwezig op een geleider, meer door de grond stromen.
All Scan Kabeldetector zoekstand: In de Allscan zoekstand detecteert de kabeldetector alle frequenties tussen 50 Hz en 33kHz. Soms kunnen er frequenties op een geleider aanwezig zijn welke niet in de frequentierange van de Power, Radio of Signaalgenerator zoekstand vallen. De Allscan zoekstand kan een aanvulling zijn op de andere zoekstanden, waarbij deze extra frequenties wel gemeten worden, alsmede de Power, Radio en Signaalgenerator signalen.
Pagina 13
All Scan Kabeldetector zoekstand: Beperkingen van de Allscan zoekstand Kabels van straatverlichting als de verlichting uit staat, kabels naar gebouwen of bedrijven waarbij weinig stroom wordt afgenomen, uiteinden van kabels of kabels met onderbrekingen, bepaalde hoogspanning kabels(stabiel, zonder veld) en kabels zoals in gebruik bij bijvoorbeeld de Nederlandse Spoorwegen.
Zoekstand: Signaalgenerator In de signaalgenerator (T) zoekstand detecteert de Directe Aansluiting kabeldetector geleiders welke voorzien zijn een signaal afkomstig van de signaalgenerator. De signaalgenerator brengt een signaal voort, welke door de kabeldetector wordt herkend en gedetecteerd. Door dit signaal te detecteren is het mogelijk om geleiders te lokaliseren, traceren en te identificeren welke het signaal van de signaalgenerator bevatten.
Gebruik van de kabeldetector: Batterijen Kabeldetector batterij controle Schakel de kabeldetector in door de drukknop aan de onderzijde van het handvat in te knijpen. De kabeldetector zal een duidelijke toon voortbrengen gedurende ongeveer een seconde en het display treedt in werking . Controleer de batterijaanduiding in de linker benedenhoek van het display.
Gebruik van de kabeldetector: Vasthouden van de kabeldetector De kabeldetector dient verticaal gebruikt te worden. Uw midden- of ringvinger kunt u gebruiken om de Zwaai de kabeldetector NOOIT zodanig, dat deze niet drukknop te bedienen. meer verticaal staat. Uw wijsvinger kunt u gebruiken om de gevoeligheid draaiknop te bedienen..
Gebruik van de kabeldetector: Zoeken Er zijn drie fases bij het zoeken naar geleiders; zoeken, pinpointen en traceren. Zet functie schakelaar in de gewenste stand. Knijp de aan/uit schakelaar in. De kabeldetector geeft nu een duidelijk audio signaal, en het display licht op. Controleer de batterijenconditie middels de batterij indicator op het display.
Gebruik van de kabeldetector: Pinpointen Nadat u de geleider heeft gevonden, is de volgende stap de geleider te pinpointen. Pinpointen van een signaal 1. Houdt u de kabeldetector verticaal, en loop door het gebied waar u signaal doorkrijgt. Als de meteruitslag verdwijnt, stop dan, verminder de gevoeligheid van de kabeldetector enigszins alvorens verder te gaan.
Gebruik van de kabeldetector: Traceren Na een geleider gepinpoint te hebben, zou het nu mogelijk moeten zijn de loop van de kabel vast te stellen. 1. Volg nauwkeurig de richting van het signaal waarbij u de detector haaks op de geleider houdt.
Gebruik van de signaalgenerator: Frequentie keuze Welke frequentie toe te passen Vaak zal 33kHz de frequentie zijn welke goed presteert in alle omstandigheden. De lagere frequenties (8kHz en 512 Hz) zullen een grotere afstand kunnen overbruggen dan 33kHz, maar zullen moeilijker toepasbaar zijn.
Gebruik van de signaalgenerator: uitgangsvermogen Uitgangsvermogen De signaalgenerator heeft 4 uitgangsvermogens welke gekozen kunnen worden. Voor geleiders met een grotere lengte of dieper gelegen geleiders is het het beste om het hoogste uitgangsvermogen te kiezen. Een hoger vermogen zal wel meer energie van de batterijen vragen.
Gebruik van de signaalgenerator: Batterijen Batterij controle Schakel de signaalgenerator in door de on/off schakelaar in te drukken. De Signaalgenerator zal nu een luide heldere toon voortbrengen. Als de batterijen vervangen dienen te worden, zal een pulserende toon te horen zijn. Gedurende het gebruik zal de signaalgenerator de gebruiker attenderen op een te lage batterij spanning door het onderbreken van de uitgangstoon, en in plaats hiervan een duidelijke onderbroken toon uit te sturen.
Gebruik van de signaalgenerator: Directe aansluiting WAARSCHUWING Sluit de signaalgenerator nooit rechtstreeks aan op stroomvoerende leidingen. WAARSCHUWING Vraag toestemming aan de eigenaar van de leidingen voor u de signaalgenerator op de leidingen aansluit. De aansluitdraden en aardpen welke meegeleverd zijn met de signaalgenerator worden gebruikt om een signaal toe te voegen aan een metalen geleider op een toegankelijk punt zoals een ontluchting, een kraan, een aftapkraan of de...
Pagina 24
Gebruik van de signaalgenerator: Directe aansluiting 6. Sluit de zwarte kabel aan op de aardpen (of alternatief aardpunt) door middel van de krokodillenklem. Indien het aardpunt zich te ver bevindt van de geleider, gebruik dan de gele kabel in plaats van de zwarte kabel. 7.
Gebruik van de signaalgenerator: Directe aansluiting Directe aansluiting op een lantaarnpaal. De ligging van de bekabeling van lantaarnpalen alsmede parkeerplaats verlichting, kan worden bepaald door gebruik van de Signaalgenerator en de geleider aansluitmethode. Volg dezelfde regels als bij de aansluiting van de signaalgenerator op een metalen geleider, echter: sluit de rode kabel rechtstreeks aan op de buitenzijde van de paal.
Gebruik van de signaalgenerator: Signaalklem/ Injector Signaal klem 1. Sluit de signaalklem aan op de aansluiting op de signaalgenerator. 2. Schakel de signaalgenerator in. 3. Controleer of de uiteinden van de signaalklem schoon zijn. Plaats de signaal klem rondom de kabel, waarbij de klemmen de mogelijkheid moeten hebben om volledig te sluiten.
Signaalgenerator: Zoeken naar een inductie signaal De zoekmethode welke kan worden toegepast bij inductie, is enigszins anders ten opzichte van de methodes welke toegepast worden in de Power, Radio of Allscan zoekstand. 1. Blijf met de kabeldetector minimaal 10 meter verwijderd van de signaalgenerator.
Signaalgenerator: het Direct Aangesloten Signaal Traceren De techniek om het signaal van de signaalgenerator te traceren, waarbij gebruik gemaakt wordt van de directe aansluitmethode (Directe aansluitkabels, Signaalklem, of netvoedinginjector), is bijna gelijk aan de methode welke gebruikt wordt in de Power- of Radio zoekstand, maar met het volgende verschil: Heeft u een signaal getraceerd, dan kan het de moeite zijn om op de signaalgenerator een andere frequentie te...
Signaalgenerator: Inductie Dit is de standaard methode om signaal over te brengen op ondergrondse geleiders. Er zal een sterk signaal ontwikkeld worde, direct onder de signaalgenerator. Naar de zijkant toe zal het signaal echter snel minder worden. 1. Controleer of er niets is aangesloten op de uitgang van de signaalgenerator.
Signaalgenerator: Zoeken naar een inductie signaal De zoekmethode welke kan worden toegepast bij inductie, is enigszins anders ten opzicht van de methodes welke toegepast worden in de andere zoekstanden. 1. Blijf met de kabeldetector minimaal 10 meter verwijderd van de signaalgenerator. Dit om te voorkomen dat de kabeldetector het signaal van de signaalgenerator via de lucht ontvangt, in plaats van via de ondergrondse geleider.
Pagina 31
Signaalgenerator: Zoeken naar een inductie signaal 5. Loop in een rechte lijn haaks op het uiteinde van de signaalgenerator. Wanneer u een signaal detecteert, pinpoint dat signaal dan zoals beschreven in het hoofdstuk ’gebruik van de kabeldetector’. Indien u geen signaal krijgt, verplaats de signaalgenerator dan 5 meter en probeer het opnieuw.
Signaalgenerator: Inductie; detecteren van meerdere leidingen Het is belangrijk om te controleren of er andere geleiders aanwezig zijn die in de buurt of parallel liggen aan de gevonden geleider. 1. Er mag geen connector in het aansluitcontact steken. 2. Schakel de signaalgenerator in en controleer de batterijen. 3.
Signaalgenerator: mobiel gebruikt Indien een uitgestrekte oppervlakte afgezocht moet 5. Vraag uw collega om direct te stoppen met lopen, en worden op geleiders in de grond, kan de volgende plaats de signaalgenerator op die plaats op de grond. Nu methode worden toegepast. kunt u de geleider pinpointen, en haar route traceren.
De 33kHz mini sonde kan gebruikt worden bij leidingen tot Sonde een diameter van 30mm en tot een diepte van 5 meter. De C.Scope Sonde zijn kleine, batterijgevoede 33kHz, 8kHz of 512Hz signaalgenerators, welke in een leiding ingevoerd De 512Hz metalen leiding sonde kan gebruikt worden bij kan worden, zoals een rioolleiding of drainage leiding.
Niet metalen leidingen traceren met een sonde: Batterijen De standaard sondes zijn leverbaar in twee frequenties: 33kHz (oranje van kleur) of 8kHz (groen van kleur) en worden gevoed door een (1) alkaline batterij type AA (LR6) De metalen leiding sonde wordt geleverd met de frequentie 512 Hz (rood van kleur) en wordt gevoed door een (1) alkaline batterij type AA (LR6) 1.
Leidingen traceren met een sonde: Batterijen Kabelgoot sonde De kabelgoot sonde is uitsluitend leverbaar in 33kHz (geel van kleur), en wordt gevoed door een (1) aaa alkaline batterij. Om de sonde in te schakelen draait u de batterij deksel los met een grote schroevendraaier.
Pagina 37
Leidingen traceren met een sonde: Pinpointen Elke sonde heeft haar eigen manier van poinpointen. Alvorens de sonde in de leiding te brengen, is het te adviseren dat de kabeldetectorgevoeligheid zo is ingesteld dat de diepte van de leiding wordt gegeven. Dit is gemakkelijker als de sonde nog zichtbaar is op de bodem van een mangat, in plaats dat deze al in de leiding is aangebracht.
Pagina 38
Niet metalen leidingen traceren: Sonde 3. Terwijl u de detector in lijn met de sonde houdt, beweegt 3./ 4. u de kabeldetector achterwaarts en voorwaarts over de sonde. Stel de gevoeligheid zo in, dat de meter een duidelijke uitslag geeft op het moment dat de kabeldetector zich boven de Sonde bevindt.
Pagina 39
Niet metalen leidingen traceren: Signaalhaspel Haspel De signaalhaspel kan gebruikt worden bij pijpleidingen tot een diepte van 2 meter, maar werkt niet in metalen leidingen of metalen buizen. De kabel van de signaalhaspel dient in de pijpleiding te worden aangebracht voordat een signaal van de signaalgenerator op de signaalhaspel wordt aangesloten.
Niet metalen leidingen traceren: Signaalhaspel Einde traceren Er is een mogelijkheid om alleen het uiteinde van de signaalhaspel haar kabel van een signaal te voorzien, afkomstig van de signaalgenerator. De eigenschappen komen overeen met die van de Sonde en bieden een betrouwbare manier van pinpointen. Het 33kHz signaal van de signaalgenerator wordt toegevoerd door de rode aansluitdraad op één van de aansluitingen van de signaalgenerator aan te sluiten en de zwarte draad op de andere aansluiting.
Diepte meten De C.Scope MXL kabeldetector kan worden gebruikt in combinatie met de signaalgenerator of de Sonde, om de diepte te bepalen van een ondergrondse geleider. Diepte kan niet worden gemeten in de Radio, Power en Allscan zoekstand. Diepte kan worden gemeten met een 33kHz, 8kHz en 512Hz signaal.
Pagina 42
Diepte meten 4. Houdt de diepte drukknop ingedrukt. De diepte zal in het display in meters worden aangegeven. 5. De diepte kan worden gecontroleerd door de kabeldetector omhoog te bewegen, terwijl de diepte drukknop ingedrukt blijft. De diepte aan- duiding zal toenemen naargelang de kabeldetector omhoog verplaatst wordt.
Diepte meting met Sonde / signaalhaspel (eindpunt meting) 1. Pinpoint de exacte plaats van de Sonde zoals beschreven in het ‘Niet metalen geleiders’ hoofdstuk. Let goed op dat de kabeldetector zich direct boven de Sonde bevind, en niet één van de twee neven signalen meet. 2.
Signaalstroomsterktemeting Met behulp van de stroomsterkte meting kan de werkelijke sterkte van het signaal van de signaalgenerator op een ondergrondse geleider onafhankelijk van de diepte bepaald worden. Dit kan bruikbaar zijn voor het correct lokaliseren van specifieke geleiders, en kan tevens van nut zijn bij het in kaart brengen van de ligging en conditie van een kabel netwerk.
Pagina 45
Signaalstroomsterktemeting Signaalstroomsterktemeting kan tevens nuttig zijn bij het inzichtelijk maken van een netwerk van geleiders, waarbij na een T-splitsing de hoofdgeleider de meeste stroom zal voeren en de afgaande kortere geleiders minder signaal. De signaalstroomsterkte zal afnemen naarmate de afstand tot de signaalgenerator groter wordt. Een plotselinge verlaging in signaalstroomsterkte over een kortere afstand, geeft een verandering aan van de geleider zoals een aftakking, een defecte lasverbinding of en breuk.
Pagina 46
Signaalstroomsterktemeting Voor een betrouwbare signaalstroomsterktemeting dient consequent op dezelfde wijze gemeten te worden. 1. Sluit een signaal aan volgens een aansluit methode (directe aansluiting, signaalklem of injector). 2. Het signaal van de signaalgenerator dient continu te zijn, niet pulserend. 3. Schakel de kabeldetector in de signaalgenerator zoekstand, selecteer de juiste frequentie en bepaal de exacte plaats van de ondergrondse geleider.
Pagina 47
Signaalstroomsterktemeting Beperkingen van signaalstroomsterktemeting Onder bepaalde omstandigheden kan Signaalstroomsterktemeting niet worden uitgevoerd: Bij een scherpe bocht van de ondergrondse geleider. Bij een T-splitsing van de ondergrondse geleider. Aan het uiteinde van de ondergrondse geleider. In de nabijheid van grote metalen voorwerpen zoals metalen hekwerken of voertuigen. Binnen een afstand van 25 meter van de signaalgenerator.
C.Scope kabeldetector: Functies testen Het is aan te bevelen de functies van de C.Scope Radio zoekstand - Stel de Radio zoekstand in. Draai kabeldetector en de signaalgenerator te controleren de gevoeligheid draaiknop volledig naar rechts (met de alvorens deze te gaan gebruiken.
Pagina 49
Nu dient er een toon hoorbaar te zijn. Kies de stand Continuous en stel deze op het laagste uitgangsniveau in. Met de C.Scope kabeldetector in de aangegeven zoekstand bij 33kHz en de gevoeligheid helemaal naar rechts gedraaid dient u de volgende resultaten te bereiken.
De kabels dienen zo te worden neergelegd dat ze een open ring vormen op de grond met een diameter van ongeveer 1 meter. Met de C.Scope kabeldetector in de T zoekstand kan nu een signaal worden ontvangen door met de kabeldetector van dichtbij naar de kabel te wijzen.
33kHz. Houd frequenties 8kHz en 512Hz. vervolgens de C.Scope kabeldetector verticaal op ongeveer het midden boven de langere geleider. OPMERKING Deze testen kunnen niet worden gebruikt ter bevestiging van de specificaties op pagina 48 en 49.
Elektrische producten dienen volgens de plaatselijke te behandelen. Vermijd daarom schokken, trillingen en verordeningen afgevoerd te worden. extreme temperaturen. De constructie van de C.Scope kabeldetector en signaalgenerator bevat onder meer weerbestendige CE Voldoet aan de CEE richtlijnen afdichtingen, die echter niet garanderen dat de apparatuur droog blijft bij onderdompeling in water of bij nagenoeg gelijke omstandigheden.
MXL Kabeldetector: Technische Specificaties Controls: Prestaties: Aan/ uit schakelaar aan onderzijde handvat, geactiveerd tijdens gebruik. Nauwkeurigheid: beter dan ± 5% van de diepte Functiekeuzeschakelaar met drie standen Diepte nauwkeurigheid: beter dan 5% bij 5mA Diepte meting geleiders 0,2 meter tot 3 meter...
Pagina 54
MXT Signaalgenerator: Technische specificaties Bediening: Directe aansluit methode: De instellingen worden gemaakt met behulp van druktoetsen, te weten: Directe aansluitmethode wordt automatisch geselecteerd indien steker in contactdoos geplaatst is. Aan/uit Vermogen instellen (4-standen) Maximale spanning (niet aangesloten uitgang) – 21V rms Frequentie (3 standen) Maximale stroom (niet aangesloten uitgang) –...
Gelan beveelt aan om operators altijd een opleiding te laten volgen voor het gebruik van pijp- en kabeldetectors. Service - Aanbevolen wordt om de C.Scope Kabeldetector en Signaalgenerator minstens eenmaal per jaar door Gelan Detectiesystemen B.V. te laten nakijken om te garanderen dat de apparatuur volgens de specificaties presteert.
Pagina 56
Gelan Detectiesystemen B.V. Het Sterrenbeeld 48 5215 ML ’s-Hertogenbosch Nederland Tel. +31 (0) 73 548 11 99 Fax +31 (0) 73 548 11 95 e-mail: info@gelan.nl www.gelan.nl Part no. B1077/D 01/10...