MAC-
ADRES CONTROLEREN
Als op het netwerk een filter voor MAC-adressen wordt gebruikt, moet u het MAC-adres van de printer opnemen
in de filterlijst voor MAC-adressen. U kunt de printer dan gebruiken op het netwerk. Zie "Hoe vind ik het MAC-
adres?" op pagina 124 voor meer informatie.
P
ING HET TOEGANGSPUNT OM TE CONTROLEREN OF HET NETWERK FUNCTIONEERT
Voor Windows-gebruikers
1
Zoek het IP-adres van het toegangspunt op.
a
Klik op
of Start en vervolgens op Uitvoeren.
b
Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren.
c
Druk op Enter of klik op OK.
d
Typ ipconfig en druk op Enter.
•
Het 'Default Gateway' toegangspunt geeft gewoonlijk het toegangspunt aan.
•
Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134.
2
Ping het toegangspunt:
a
Klik op
of Start en vervolgens op Uitvoeren.
b
Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren.
c
Druk op Enter of klik op OK.
d
Typ ping gevolgd door een spatie en het IP-adres van het toegangspunt. Bijvoorbeeld:
ping 192.168.1.100
e
Druk op Enter.
3
Controleer of het toegangspunt reageert:
•
Als het toegangspunt reageert, worden verschillende regels weergegeven die beginnen met 'Antwoord
van'.
Het is mogelijk dat de printer geen verbinding heeft gemaakt met het draadloze netwerk. Zet de printer
uit en weer aan en probeer opnieuw verbinding te maken.
•
Als het toegangspunt niet reageert, wordt 'Time-out bij opdracht.' weergegeven.
Probeer het volgende:
a
Klik op
of Start en vervolgens op Uitvoeren.
b
Typ ncpa.cpl in het vak Zoekopdracht Starten of Uitvoeren en druk op Enter.
c
Druk op Enter of klik op OK.
d
Selecteer de juiste verbinding in het overzicht.
e
Klik met de rechtermuisknop op de verbinding en kies Herstellen of Diagnose.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Controleer of AirPort is ingeschakeld:
Ga in het Apple-menu naar:
Systeemvoorkeuren > Netwerk
De statusaanduiding van AirPort moet groen zijn.
Problemen oplossen
171