S
LUIT DE NETVOEDING OPNIEUW AAN
1
Schakel de printer uit.
Opmerking: Controleer of de printer zich niet in de spaarstand bevindt Houd
de printer uit te schakelen.
2
Trek het netsnoer uit netvoeding.
3
Sluit het netsnoer na een minuut weer aan op de netvoeding.
4
Zet de printer aan.
V
OER HET INSTALLATIEPROGRAMMA OPNIEUW UIT
1
Sluit het installatieprogramma.
2
Verwijder de cd uit de computer en start de computer opnieuw op.
3
Plaats de cd met installatiesoftware in de computer en voer het installatieprogramma opnieuw uit.
Opmerkingen:
•
Als het venster Software is al geïnstalleerd wordt weergegeven, selecteert u Nieuwe printer
installeren.
•
Als u de printer als hebt geconfigureerd, selecteert u Verbinding wijzigen om de wizard voor
hardwareconfiguratie over te slaan.
Problemen oplossen
167
drie seconden ingedrukt om