V
ERWIJDER OBJECTEN DIE TUSSEN HET TOEGANGSPUNT EN DE PRINTER GEPLAATST ZIJN
Het draadloze signaal van uw toegangspunt kan door de meeste objecten heen worden verzonden. De meeste
muren, vloeren, meubels en andere objecten blokkeren het draadloze signaal niet. Er zijn echter objecten waar
het signaal niet doorheen kan worden verzonden, zoals objecten met metaal en beton. Plaats de printer en het
toegangspunt zo dat het signaal niet wordt geblokkeerd door dergelijke objecten.
V
ERWIJDER STORINGSBRONNEN
Andere soorten radiofrequenties kunnen problemen veroorzaken met het draadloze signaal op uw netwerk,
waardoor afdrukproblemen tijdelijk lijken te zijn.
•
Schakel mogelijke storingsbronnen uit wanneer dit mogelijk is.
•
Magnetrons, draadloze telefoons (geen mobiele telefoons), babyfoons, vrijwel alle keukenapparatuur,
draadloze beveiligingsapparatuur of elk apparaat met een motor kan onderbrekingen veroorzaken wanneer
deze apparaten worden gebruikt als u afdrukt via het draadloze netwerk.
•
Als een ander draadloos netwerk wordt gebruikt in de nabije omgeving, wijzigt u het draadloze kanaal van het
toegangspunt.
•
Plaats het toegangspunt niet op een printer of een ander elektronisch apparaat. Dergelijke apparaten kunnen
ook storing veroorzaken van het draadloze signaal.
D
EEL HET NETWERK OPNIEUW IN ZODAT DE SIGNAALOPNAME WORDT VERMINDERD
Zelfs als het draadloze signaal door een object kan worden verzonden, wordt het signaal een beetje zwakker. Als
het signaal door te veel objecten heen wordt verzonden, kan het erg worden verzwakt. Alle objecten nemen een
deel van het draadloze signaal op wanneer het door de objecten heen wordt verzonden en bepaalde objecten
kunnen zoveel van het signaal opnemen dat er communicatieproblemen optreden. Plaats het toegangspunt zo
hoog mogelijk in de kamer om signaalopname te voorkomen.
Hoe kan ik controleren of mijn computer en printer beide met
hetzelfde draadloze netwerk verbonden zijn?
Als de printer niet is aangesloten op hetzelfde draadloze netwerk als de computer, kunt u niet draadloos afdrukken.
De SSID van de printer moet overeenkomen met de SSID van de computer, als de computer al is aangesloten op het
draadloze netwerk.
Voor Windows-gebruikers
1
Zoek de SSID op van het netwerk waarmee de computer is verbonden:
a
Geef het IP-adres van uw toegangspunt (draadloze router) op in het adresveld van uw browser.
Als u het IP-adres van het toegangspunt niet weet:
1
Klik op
of Start en vervolgens op Uitvoeren.
2
Typ cmd in het vak Zoekopdracht starten of Uitvoeren.
3
Druk op Enter of klik op OK.
4
Typ ipconfig en druk op Enter. Controleer als volgt het gedeelte Draadloze netwerkverbinding:
•
Het 'Default Gateway' toegangspunt geeft gewoonlijk het toegangspunt aan.
•
Het IP-adres bestaat uit vier sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 192.168.2.134.
b
Geef de gebruikersnaam en wachtwoord van de router op als hiernaar wordt gevraagd.
Netwerk
122