Deel 7 Opstellen
7-12. Druk op de knop Uitvoeren/Stand-by om de gasflow, pomp en het verwarmingselement te
starten.
Druk tweemaal als het scherm aanvankelijk leeg is (één keer om het apparaat te activeren,
en nogmaals om het in de modus Uitvoeren te schakelen). Controleer of het apparaat pieptonen
afgeeft terwijl het disposable watertraject en de pomp worden getest (zie opmerkingen
hieronder).
7-13. Als geen problemen worden gedetecteerd, komt het apparaat in de modus UITVOEREN.
Water circuleert en vult de afgifteslang. De drie numerieke delen van het scherm voor flow,
temperatuur en zuurstofpercentage geven aanvankelijk de fabrieksinstellingen of de laatst
gebruikte instellingen weer. Het statusledje knippert en brandt vervolgens continu groen
wanneer het apparaat de gewenste temperatuur bereikt.
OPMERKINGEN bij het opstarten:
• Wanneer op de knop Uitvoeren/Stand-by wordt gedrukt, komt het apparaat in een
detectiemodus. U hoort een prompt en het pictogram voor het disposable watertraject
knippert gedurende ongeveer vijf seconden. In deze modus inspecteert het apparaat het
disposable watertraject om te bevestigen dat: een dampoverdrachtcassette aanwezig is;
het disposable watertraject aanwezig is; en het waterniveau juist is. Vervolgens wordt de
waterpomp geactiveerd. Na vijf seconden controleert het apparaat of de waterpomp gestart is
en op de juiste snelheid werkt.
• Als het pictogram Water op wordt weergegeven en gepaard gaat met een alarm, schakelt
u het apparaat in de modus Stand-by en laat de DPC volledig voorvullen. Druk op de knop
Uitvoeren/Stand-by.
• De verwijdering van luchtbellen uit de circulatie gebeurt zonder dat u dat kunt zien, omdat het
gas ontsnapt via een membraan bovenaan het DWT, niet in de watercontainer.
• Klem de toevoerslang af om de waterflow in het disposable patiëntcircuit te stoppen
wanneer het apparaat in de modus Stand-by staat.
Ga als volgt te werk om instellingen te wijzigen: Zie deel 8 (Aanpassingen)
Voor alarmen en problemen oplossen: Zie deel 12 (Alarmen)
Deel 8 Aanpassingen
De flowsnelheid, het zuurstofpercentage en de
temperatuur worden alle aangepast met de regelknop die
zich middenop het voorpaneel bevindt.
8-1. Druk kort op de regelknop om de modus Aanpassen
te openen. Een van de drie parameters knippert
kort om aan te duiden dat deze is geselecteerd voor
aanpassing. Druk meerdere keren op de knop om
door de actieve selectie te bladeren (flowsnelheid,
zuurstofpercentage en temperatuur).
8-2. Om de geselecteerde variabele te wijzigen,
draait u de knop tot de gewenste waarde wordt
weergegeven. Druk opnieuw op de knop om deze
waarde in te voeren en selecteer de volgende
variabele.
8-3. Als gedurende vijf (5) seconden niet aan de knop
wordt gedraaid, keert het apparaat terug naar de
normale modus Uitvoeren of Stand-by. Om opnieuw
naar de modus Aanpassen te gaan, drukt u opnieuw
op de knop. Aan de knop draaien heeft alleen effect
als een van de instellingen is geselecteerd en een
van de weergegeven waarden knippert.
Precision Flow Hi-VNI Gebruiksaanwijzing 3101477-01-DU Rev. D
Regelknop
Pagina 19