Inhoudsopgave
Advertenties
8
Temperaturen meten
U kunt een temperatuur meten met een spotmeter of een vak. De gemeten temperaturen
worden weergegeven in de resultatentabel op het scherm.
• Met een spotmeter meet de camera de temperatuur op de positie van de spotmeter.
• Met een vak detecteert de camera het warmste/koudste punt binnen het vak en meet
de camera de temperatuur van dit punt.
Opm. Voor nauwkeurige temperatuurmetingen moet u mogelijk de meetparameters
wijzigen. Zie paragraaf 8.4 De metingsparameters wijzigen, pagina 16.
8.1 Meethulpmiddelen toevoegen/verwijderen
1. Tik op de menuknop
2. Tik op Meting
.
3. Verricht een of meer van de volgende handelingen:
• Tik op
om een spotmeter toe te voegen/te verwijderen.
• Tik op
om een hotspot-vak toe te voegen/te verwijderen.
• Tik op
om een coldspot-vak toe te voegen/te verwijderen.
8.2 De spotmeter verplaatsen
1. Tik op de spotmeter. Het hulpmiddel wordt nu weergegeven met een greep.
2. Tik op de spotmeter en houd deze vast en sleep de spotmeter naar een nieuwe
positie.
8.3 Het vak verplaatsen en het formaat ervan
wijzigen
1. Tik op een van de hoeken van het vak. Het hulpmiddel wordt nu weergegeven met
grepen.
2. Als u het vak wilt verplaatsen, tikt u op de middelste greep en houdt u deze vast.
Sleep het vak vervolgens naar een nieuwe positie.
3. Als u het formaat van het vak wilt wijzigen, houdt u een van de hoekgrepen ingedrukt
en sleept u het vak naar een nieuwe positie.
#T810539; r. AF/75112/75112; nl-NL
.
15
Advertenties
Inhoudsopgave
