7
Een goed warmtebeeld verkrijgen
Opm.
• Voor de beeldmodi Thermische MSX, Infrarood en Beeld-in-beeld wordt alle thermi-
sche en visuele informatie opgeslagen wanneer een beeld wordt opgeslagen. Dit be-
tekent dat u het beeld later kunt bewerken, in de beeldgalerij of met behulp van
thermografiesoftware van FLIR, en een beeldmodus kunt selecteren.
• Voor de beeldmodus Digitale camera wordt een visueel beeld opgeslagen als er een
beeld wordt opgeslagen. Er wordt echter geen thermische informatie opgeslagen.
• U kunt ervoor kiezen de digitale camera uit te schakelen. Dit kan bijvoorbeeld vereist
zijn op plaatsen waar camera's verboden zijn. Selecteer
voor opslaan en geheugen > Digitale camera = Uit. Als de digitale camera is uitge-
schakeld, is alleen de beeldmodus Thermisch beschikbaar.
7.4.2 De beeldmodus wijzigen
Om de beeldmodus te wijzigen, doet u het volgende:
1. Tik op de menuknop
2. Tik op Beeldmodus
3. Tik op de beeldmodus die u wilt gebruiken.
7.4.3 Warmtebeelden en visuele beelden uitlijnen
In de modi Thermisch MSX en Beeld-in-beeld geeft de camera een combinatie van
warmtebeelden en visuele beelden weer. Als u van dichtbij of ver weg naar een object
van kijkt, moet u mogelijk de afstandsinstelling in de camera aanpassen om de warmte-
beelden en visuele beelden uit te lijnen.
Om de warmtebeelden en visuele beelden uit te lijnen, doet u het volgende:
1. Tik op het scherm. Er wordt een vak weergegeven met een afstand in de
rechterbovenhoek.
2. Tik op het vak met de afstand. Er wordt een schuifregelaar weergegeven.
3. Gebruik de schuifregelaar om de afstand aan te passen.
7.5 Kleurpaletten
U kunt het kleurpalet wijzigen dat de camera gebruikt om verschillende temperaturen
weer te geven. Een ander palet maakt het wellicht eenvoudiger een beeld te analyseren.
Om het kleurpalet te wijzigen, doet u het volgende:
1. Tik op de menuknop
2. Tik op Kleur
.
3. Tik op het palet dat u wilt gebruiken
#T810539; r. AF/75112/75112; nl-NL
.
.
.
(Instellingen) > Opties
14