Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Configuratiewizard; Wachtwoordbescherming; Netwerkinstellingen - Lutz-Jesco EASYPRO COMPACT Bedieningsvoorschrift

Meetwaterbord
Verberg thumbnails Zie ook voor EASYPRO COMPACT:
Inhoudsopgave

Advertenties

Meetwaterbord EASYPRO COMPACT

Configuratiewizard

Bij de eerste inbedrijfstelling krijgt u een configuratiewizard te zien voor
de belangrijkste instellingen: De voorkeurstaal, de gemeten meetwaar-
den, regelaartoewijzingen en schakeluitgangen. De waarden die u nu
kunt configureren, kunnen alleen in de configuratiewizard worden inge-
steld, met uitzondering van de taal! Voor de meer specifieke instellingen
moet u daarentegen naar de submenu's gaan.
Voer de volgende stappen uit:
1. Stel de voorkeurstaal in en druk op de pijl.
2. Meetwaarden: Stel voor de gebruikte ingangsmodules de gewenste
meetwaarde in. Druk op de pijl naar rechts.
3. Regelaars: In dit tabblad kunt u ingangen toewijzen aan maximaal
vier regelaars. Druk op een sensor, een virtuele ingang of een scha-
kelklok. Stel in de middelste regel de regelfunctie in (Tab. 28 „func-
ties van afzonderlijke regelaars" op pagina 27) en druk op de pijl
naar rechts. Houd er rekening mee dat de regelaars 1 tot 4 vast zijn
toegewezen aan de uitgangsmodules 1 tot 4.
4. Digitale uitgangen: In dit tabblad kunt u een functie toewijzen aan
de uitgangsmodules. U krijgt alleen vrije uitgangsmodules te zien die
nog niet zijn toegewezen. Druk op de pijl naar rechts. De functies
vlokmiddel, alarmuitgang, grenswaardecontrole en mediumdosering
zijn beschikbaar. Let erop dat de mediumdosering alleen aan de 2e
digitale uitgangen van een uitgangsmodule kan worden toegewezen.
5. Bevestig de beveiligingsvraag door op 'Ja' te drukken om de configu-
ratie op te slaan.
ü
De configuratiewizard is afgesloten.
i
Start de configuratiewizard handmatig in Menu 2 > Instellin-
gen > Configuratie > 'Configuratiewizard'.

9.3 Wachtwoordbescherming

De wachtwoordbeveiliging van het apparaat is standaard gedeactiveerd.
U kunt het apparaat op drie niveaus met wachtwoorden beveiligen tegen
toegang tot bepaalde functies. Het huidig ingestelde niveau wordt u ge-
toond in de linkerbovenhoek naast het slot-pictogram.
1. niveau: Hier zijn alleen eenvoudige instellingen vrijgegeven. Dit ni-
n
veau is geschikt voor dagelijkse werkzaamheden.
2 niveau: Hier is het configureren van de in- en uitgangen en het af-
n
stellen van de sensoren vrijgegeven. Dit niveau is nodig voor de confi-
guratie van het apparaat en mag alleen door ervaren gebruikers wor-
den gebruikt.
3 niveau: Hier is het servicemenu vrijgegeven. Dit niveau wordt voor-
n
namelijk gebruikt voor onderhoudswerkzaamheden, zoals het vervan-
gen van sensoren, software-updates of netwerkinstellingen. Hier be-
staat bovendien de mogelijk om wachtwoordbeveiliging voor
afzonderlijke niveaus te activeren.
De volgende wachtwoorden zijn standaard ingesteld:
i
1 niveau: 0001
2. niveau: 0002
3. niveau: 0003
© Lutz-Jesco GmbH 2022
Technische wijzigingen voorbehouden.
221011
Wachtwoordbeveiliging configureren
Voer de volgende stappen uit:
1. Druk op het hangslotpictogram in de linkerbovenhoek om de wacht-
woordbeveiliging te configureren.
2. Wachtwoordbescherming actief: Selecteer of de wachtwoordbe-
veiliging moet worden gedeactiveerd of geactiveerd en voor welke ni-
veaus de wachtwoordbeveiliging geldt. Het deactiveren van de
wachtwoordbeveiliging en het activeren van de wachtwoordbeveili-
ging voor afzonderlijke niveaus is alleen mogelijk als u op niveau 3
bent aangemeld.
i
De wachtwoordbeveiliging moet zijn geactiveerd om de
volgende stappen te ontgrendelen.
3. Druk op een van de drie wachtwoordniveaus waar u zich in wilt aan-
melden.
4. Aanmelden: Meld u met het wachtwoord bij het gekozen wacht-
woordniveau aan.
5. Wachtwoord wijzigen: U kunt het wachtwoord van het niveau wijzi-
gen waar u bij bent aangemeld.
ü
De wachtwoordbeveiliging is geconfigureerd.
Bij het invoeren van het wachtwoord worden de tekens met
i
asterisken versleuteld. Als u wilt dat het wachtwoord wordt
weergegeven wanneer u typt, gaat u naar Instellingen >
Weergave 2 en vinkt u 'Wachtwoord in gewone tekst' aan.
i
Als u het wachtwoord bent vergeten, kunt u met de juiste
machtiging een masterwachtwoord aanvragen en zo de
wachtwoorden resetten.

9.4 Netwerkinstellingen

U moet mogelijk enkele instellingen uitvoeren om het apparaat in een net-
werk te kunnen gebruiken.
Meer informatie over het gebruik van het apparaat in een netwerk vindt u
in hoofdstuk 11.8 „Gebruik via een netwerk" op pagina 44.
Voer de volgende stappen uit:
1. Ga in Menu 2 via 'Service' naar het tabblad 'Netwerk'.
2. Configureer in het tabblad 'Netwerk' de interface en stel het volgende
in.
3. IP-adres: Geef het apparaat een uniek IP-adres waar het via het net-
werk kan worden bereikt. Als dit IP-adres al door een ander apparaat
wordt gebruikt, kunnen fouten optreden.
4. Subnetmasker: voer het subnetmasker in.
5. Gateway: Voer de gateway in.
6. DNS-server: Voer de DNS-server in.
7. TFTP-server: 'Aan' = toegang via TFTP-protocol in het appraatge-
heugen geactiveerd. 'Uit' = toegang via TFTP-protocol in het appa-
raatgeheugen gedeactiveerd.
8. Modbus-RTU-adres: Geef het apparaat een cijfer tussen 1 en 14 als
het apparaat over een RS485-netwerkaansluiting beschikt.
ü
De netwerkinstellingen zijn opgeslagen.
BA-42840-05-V05
Bedieningsvoorschrift
Eerste stappen
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave