Instellingen
Beveiligingsinstellingen
Hier kunt u de SIM-kaart(en) en de telefoon met een PIN (persoonlijk
identificatie nummer) beveiligen. Een PIN bestaat gewoonlijk uit
minstens vier en maximum acht cijfers.
U kunt hier in- en uitschakelen of de PIN (SIM) en PIN2 van de SIM-
kaart en de PIN (bij opstarten) van de telefoon moeten worden
gevraagd, en kunt u de codes wijzigen.
Bij de levering van uw SIM-kaart heeft uw provider die u de SIM-kaart
leverde, eventueel de PIN (SIM) en PIN2 bekendgemaakt. Die hebt u
nodig als huidige PIN(SIM) en PIN2 als u met de telefoon de PIN
codes van de SIM-kaart wilt wijzigen.
Als het opvragen van de PIN van de SIM-kaart(en) actief is, dan moet
u die PIN invoeren telkens als u de telefoon inschakelt. De PIN
opvragen is aan de SIM-kaart gekoppeld. Ook als de kaart in een
andere telefoon zit, wordt de PIN gevraagd. De PIN(SIM) moet de
SIM-kaart beveiligen tegen onrechtmatig gebruik. Uitschakelen dat de
PIN wordt gevraagd, is natuurlijk gemakkelijker, want dan hoeft u de
PIN niet onthouden en niet telkens invoeren. Als die PIN-vraag is
uitgeschakeld, bent u echter bijvoorbeeld bij verlies van de kaart niet
beschermd tegen gebruik door de vinder, wat veel geld kan kosten.
De PIN2 dient voor het inschakelen van enkele functies van de
provider, bijvoorbeeld voor het blokkeren van telefoonnummers.
Omdat PIN2 zelden wordt gebruikt, is het gewoonlijk niet nodig om
deze in de telefoon op te slaan.
De PIN van de telefoon is met het toestel verbonden. Als deze actief
is, moet ze worden ingevoerd telkens als de telefoon wordt
ingeschakeld. Dat is om de telefoon te beschermen.
U bent volledig beschermd als zowel het opvragen van de PIN van de
SIM-kaart als van de telefoon is ingeschakeld. In geval van verlies kan
de vinder van het toestel de telefoon noch uw SIM-kaart gebruiken. In
46