8.4.6
Condensafvoeraansluiting
Ø3/4'' BSPP mannelijke
draad
8.4.7
Controleren van het hydraulische circuit
INM_REMEHA_EFFENCAMT_PSD1_20-40_208622_230401_V01_NL
VF-1000085-01
VF-1000086-01
1.
2.
3.
4.
5.
Er moet een slang met de juiste afmetingen (niet bijgeleverd) worden
gebruikt om het condens af te voeren
Verwarmingskabel in de condensbak:
De condensbak is voorzien van een verwarmingskabel om te
voorkomen dat het water bevriest.
Het is mogelijk om de verwarmingskabel uit de aftapaansluiting
te verlengen. Dit zorgt ervoor dat het water in de slang niet
bevriest.
Hoe verder te gaan:
1.
Trek zachtjes aan de kabelbinder. De verwarmingskabel
wordt uit de afvoeraansluiting getrokken (circa 30 cm).
Stop met trekken als u een mechanische stop voelt. Je zult
zien dat er ook een tweede kabelbinder uitkomt. Dit is
normaal. Knip beide kabelbinders door zonder de
verwarmingskabel te beschadigen.
2.
Sluit de slang aan op de opening onder het toestel.
3.
Sluit de uitlaatpijp aan op de afvoer van het afvalwater.
Opgelet
De condensafvoer mag niet worden geblokkeerd.
De diameter van de condensafvoerleiding moet gelijk zijn aan of groter
dan de aansluiting van het toestel, afhankelijk van de lengte en de
algemene configuratie van de afvoerleiding.
De afvoerleiding moet een helling van minimaal 2% hebben voor een
correcte afvoer van het water.
Wanneer de afvoerleiding wordt blootgesteld aan luchttemperaturen
onder 0 graden, breng dan een thermische isolatieoplossing aan of
gebruik een elektrische verwarmingsdraad om bevriezing van het water
en obstructies te voorkomen.
Belangrijk
Het is zeer belangrijk om de bovenstaande instructies nauwgezet te
volgen.
Schade aan het toestel door verstopping van de afvoer als gevolg van
bevroren water en/of vuil valt niet onder de garantie van de fabrikant.
Gevaar
Gevaar voor letsel bij vallen door gladde vloer als de condens niet
goed wordt afgevoerd uit de doorgang.
Controleer of het hydraulische circuit gevuld is met de juiste hoeveelheid
water. Doe er zo nodig meer water in.
Controleer of de wateraansluitingen lekvrij zijn.
Controleer of het hydraulische circuit goed is ontlucht.
Controleer of de filters niet verstopt zijn. Maak ze zo nodig schoon.
Controleer of alle instellingen en veiligheidsvoorzieningen correct werken.
8 Installatie
Effenca MT 20-40
59