2)
Standaard Modbus-waarden en wijzigingen:
Zodra de bedrading is aangesloten, sluit u het toestel aan op de stroomtoevoer en schakelt u het toestel aan.
De standaard Modbus-communicatiewaarden zijn als volgt. Ze kunnen naar gelang de installatie worden gewijzigd.
Asynchrone seriële communicatie.
Bits per seconde
Databits
Pariteit
Stopbits
Variabel
Index
Bit
type
HR
8
0
HR
9
0
HR
10
0
HR
11
0
Als een van de Modbus-parameters is gewijzigd, moeten we de volgende variabele invoeren om die wijziging op te slaan.
Variabel
Index
Bit
type
Spoel
5
0
De communicatie met het toestel is nu tot stand gebracht en kunnen we beginnen met de bediening van het toestel.
3)
Bediening van het toestel vanuit GBS:
Stap 1: Stel die waarde in op 0 om te werken vanuit een GBS:
Variabel
Index
Bit
Grootte
type
HR
7
0
1
INM_REMEHA_EFFENCAMT_PSD1_20-40_208622_230401_V01_NL
9600
8
Geen
1
Grootte
Factor
Teken
1
1
Nr.
1
1
Nr.
1
1
Nr.
1
1
Nr.
Grootte
Factor
Teken
1
1
Nr.
Factor
Teken
Datatype
1
Nr.
USInt
Datatype
Beschrijving
USInt
Adres Modbus 0
USInt
Baudrate
(0=1200,
1=2400,
2=4800,
3=9600,
4=19200,
5=38400,
6=57600,
7=76800,
8=115200,
9=375000)
USInt
Stopbits (1,
2)
USInt
Pariteit
(0=Geen,
1=Oneven,
2=Even)
Datatype
Beschrijving
Bevestig
Bool
Modbus-
wijzingen
Beschrijving
Master/Slave-
toestel
(0=uitgeschakeld,
1=meester
2=slaaf)
Min.
Max.
Standaard
255
2
0
9
9600
1
2
2
0
2
0
Min.
Max.
Standaard
0
1
0
Min.
Max.
Standaard
0
1
2
Effenca MT 20-40
8 Installatie
Toestemming
R/W
R/W
R/W
R/W
Toestemming
R/W
Toestemming
R/W
63