10 Onderhoud
Andere inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
Controleren
Elektrische aansluitingen
Afgedichte elektrische onderdelen
Schroeven en moeren
Isolatie
Filters
Waterdebiet in verwarmingsmodus
Hydraulische druk
Watercircuit
Condensafvoerbak
Behuizing
Ventilatoren
80
INM_REMEHA_EFFENCAMT_PSD1_20-40_208622_230401_V01_NL
Uit te voeren handelingen
Vervang defecte onderdelen en kabels.
Afgedichte elektrische onderdelen mogen niet worden gerepareerd.
Controleer alle schroeven en moeren (kap, houder, enz.).
Vervang de beschadigde stukken bedekking.
Reinig de filters.
Controleer het waterdebiet.
Zorg ervoor dat de waterdruk een minimale statische druk van 1,2 bar heeft.
Overdrukklep ingesteld op: 6 bar (0,6 MPa).
Belangrijk
De drukmeting kan enigszins verschillen tussen de manometer en de
gebruikersinterface wanneer de circulatiepomp draait.
- Controleer of er waterlekken, geluiden en trillingen zijn.
- Controleer de inlaat- en de uitlaattemperatuur, enz...
- Registreer de waterdrukwaarden bij de inlaat en de uitlaat van de pomp en/of
toestel.
- Maak het filter en de debietschakelaar (indien geïnstalleerd) regelmatig schoon
om te voorkomen dat deze door afzetting verstopt raken.
- Controleer de goede werking van de veiligheidsvoorzieningen in de apparatuur
(debietschakelaar, drukschakelaar, enz...).
- Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van de plaatselijke voorschriften die gelden
voor het onderhoud van de waterinstallaties en dat u deze naleeft.
- Vergeet niet het circuit met water te vullen en het te na elk onderhoud te
ontluchten.
Controleer de staat en de goede werking van de afvoeruitlaat en -leidingen. Houd
rekening met de weersomstandigheden. In gebieden waar vallende bladeren en
zaden de afvoeruitlaat kunnen verstoppen, zal het bijvoorbeeld nodig zijn deze in
het midden en het late najaar/lente te reinigen.
Reinig de buitenant van het toestel met een vochtige doek en een milde
reinigingsmiddel.
Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen of verfoplosmiddelen.
De ventilatoren moeten regelmatig worden gecontroleerd. Controleer de
draairichting van de ventilatoren en hun dragers. Controleer de transmissie-
elementen en de bedrijfsstatus.
Controleer voorafgaand aan de onderhoudswerkzaamheden of het toestel van
de hoofdstroomtoevoer is losgekoppeld, ook als het niet in bedrijf is, en controleer
of niemand het toestel tijdens de interventie kan opstarten. Andere gedetailleerde
instructies:
-
Een regelmatige inspectie van het toestel ins noodzakelijk om te voorkomen
dat zich vuil ophoopt in propellers, turbines, motoren en roosters, wat risico's
met zich mee kan brengen en de levensduur van de ventilatoren aanzienlijk kan
verkorten. De frequentie hangt af van de bedrijfsomstandigheden.
-
Houd de luchtbanen van de ventilator vrij - gevaar van rondvliegende
voorwerpen!
-
Controleer de vrije stroom van het condenswater door de afvoeropeningen.
-
Wees tijdens het schoonmaken zeer voorzichtig dat u de propeller of de turbine
niet uit balans brengt.
-
Bij verkeerde reinigingswerkzaamheden wordt geen garantie gegeven voor
corrosievorming / verfhechting bij ongeverfde of geverfde ventilatoren.
-
Om vochtophoping in de motor te voorkomen, moet de ventilator na het reinigen
minstens 1 uur op 80 tot 100% van zijn maximale snelheid draaien!
-
Controleer de ventilator regelmatig op mogelijke mechanische trillingen (om de
6 maanden wordt aanbevolen). Houd u aan de grenswaarden in de ISO 14694-
norm en neem de nodige maatregelen voor correctie bij overschrijding
(bijvoorbeeld achteraf uitbalanceren door opgeleide specialisten).
-
Controleer de waaier, en met name de lasnaden, op eventuele scheuren.
-
De motoren en ventilatoren hebben geen extra smering nodig, zij gebruiken
'levenslang gesmeerde' kogellagers. Aan het einde van de levensduur van de
smering (ongeveer 30-40.000 uur) moet de lager worden vervangen. Neem
daarvoor en bij eventuele schade (bijv. aan de spoel of elektronische
onderdelen) contact op met onze Service-afdeling.
Effenca MT 20-40