8.3.3
Installatielocatie kiezen in koude en besneeuwde gebieden
INM_REMEHA_EFFENCAMT_PSD1_20-40_208622_230401_V01_NL
Belangrijk
De basis mag niet breder zijn dan de breedte van het toestel.
Raadpleeg de gedetailleerde instructies in hoofdstuk 8.3.6 'Plaatsing
van het toestel'.
De condensafvoer moet regelmatig worden gereinigd om verstopping
te voorkomen.
Wind en sneeuw kunnen de prestaties van het toestel verminderen als niet
wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1.
Monteer het toestel op voldoende hoogte van de grond zodat het
condenswater op de juiste wijze kan worden afgevoerd.
2.
Als de buitentemperatuur onder nul komt, moeten er de nodige
voorzorgsmaatregelen worden getroffen om bevriezing van de
condensleidingen te voorkomen.
3.
Het kan nodig zijn de condensafvoer te verwarmen om bevriezing te
voorkomen.
4.
In gebieden met zware sneeuwval dient de plaats van het toestel te
worden berekend volgens de plaatselijke weersomstandigheden en
minstens op 200 mm boven het sneeuwniveau.
Gevaar
Gevaar voor letsel bij vallen door bevroren condenswater rond
het toestel als het niet goed wordt afgeleid.
8 Installatie
Effenca MT 20-40
51