9. Bij storing
9.
9.1
Storingscodes
9.2
Het lampje van de hoofdschakelaar brandt niet
9.3
De boilerthermostaat geeft geen warmtevraag
7653532-PM - v.02 - 20122017
Storingscodes zichtbaar op het display van de boiler
Code Beschrijving
4
Onvoldoende ionisatiestroom gemeten.
6
Ionisatiestroom gemeten voordat het gasregelblok
geopend is, of nadat het gasregelblok gesloten is.
23
Ionisatiestroom gemeten voordat de ontstekingselektrode
heeft gevonkt.
24
Ionisatiestroom gemeten na afloop van een complete
opwarmcyclus.
29
Drukverschilschakelaar is defect (sluit of opent niet).
32
Onderste sensorwaardes zijn foutief.
57
Ionisatie-elektrode maakt kortsluiting naar massa.
58
Fout in de frequentie van de netspanning.
59
Netspanning te laag of te hoog.
61
Uitgaande gelijkspanning is instabiel.
62
Maximaal aantal herstarts gedetecteerd.
63
Maximaal aantal ontstekingspogingen gedetecteerd.
64
Fout in de elektronica.
65
Te hoge watertemperatuur gemeten (boven 93 °C)
Indien één van de hierboven vermelde storingscodes op het display van de boiler
verschijnt, neem dan contact op met uw installateur.
Zorg ervoor dat de voedingstekker van de boiler in het stopcontact zit.
Staat er, bij ingeschakelde hoofdschakelaar, spanning op de contacten L1
en N van de klemmenstrook? Indien dit niet het geval is, controleer dan
het gedeelte van de kabelboom van de hoofdschakelaar op kabelbreuk
of losse contacten. Indien de kabelboom in orde is, vervang dan de
hoofdschakelaar.
Indien er wel spanning staat op de contacten L1 en N van de
klemmenstrook, dan is het lampje van de hoofdschakelaar defect.
Vervang de hoofdschakelaar.
Zorg ervoor dat de boilertemperatuur laag is.
Indien de boilerthermostaat geen warmtevraag geeft, controleer dan of
er spanning staat op de primaire zijde van de transformator. Indien dit het
geval is, controleer dan of er spanning staat op de secundaire zijde van
de transformator.
Sluit een doorverbindingskabel tussen contact N.O. en contact COM
op de thermostaat PC printplaat. Indien er een warmtevraag ontstaat
na het aansluiten van de doorverbindingskabel, vervang dan de
boilerthermostaat.
Indien de boilerthermostaat is vervangen en er ontstaat nog steeds
geen warmtevraag, controleer dan de potentiometer op zijn juiste
weerstandswaarde. Als de meetwaarden juist zijn, vervang dan de
thermostaat PC printplaat. Indien de meetwaarden onjuist zijn, vervang
dan de potentiometer.
Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding
9. Bij storing
57