8. Controle en onderhoud
8.10 Controle inlaatcombinatie
8.11 Controle van het verbrandingssysteem
56
Remeha hoog rendement gasboiler
9 Vervang de anode(s).
10 Open de toestelgaskraan en neem de boiler opnieuw in bedrijf.
Belangrijk
Demonteer de Correx
elektrische anodes indien aanwezig, en dop de
®
aansluitingen af met 3/4" BSP blindstoppen.
Herplaats de Correx
elektrische anodes nadat de boiler is ontkalkt.
®
Inbedrijfstelling
Neem de boiler opnieuw in bedrijf en voer de controlewerkzaamheden uit
als beschreven in Hoofdstuk 4, Inbedrijfstelling. Stel de boilerthermostaat
in op de gewenste watertemperatuur.
De ontlastklep van de inlaatcombinatie moet tenminste twee keer per jaar
worden gecontroleerd op juiste werking. Om de ontlastklep te controleren
moet de knop van de ontlastklep worden verdraaid zodat de ontlastklep
opent en er een klein beetje water uit de ontlastklep stroomt. Zodra er
water uitstroomt, kan de ontlastklep weer worden gesloten.
Indien er hierbij geen water uit de ontlastklep van de inlaatcombinatie
stroomt, controleer dan de ontlastklep op vervuiling of corrosie en reinig
deze indien nodig. Vervang de inlaatcombinatie indien nodig, door een
nieuw exemplaar van de aanbevolen afmeting. Voer tenminste elke
drie jaar een grondige inspectie van de inlaatcombinatie uit, door deze
te demonteren. Probeer de inlaatcombinatie niet te repareren, omdat
dit zou kunnen leiden tot een slecht werkende inlaatcombinatie en het
exploderen van het boilervat. In gebieden met hard water kan het nodig
zijn om de inlaatcombinatie vaker te controleren dan aanbevolen in het
onderhoudsschema.
waarschuwing
Voorafgaand aan de controle van de inlaatcombinatie: zorg ervoor
dat de ontlastklep van de inlaatcombinatie tijdens de controle ervan is
aangesloten het riool. Indien dit niet het geval is, dan is er het risico op
contact met extreem heet water dat uit de ontlastklep komt tijdens de
controle.
Controleer de werking van het verbrandingssysteem maandelijks. Ga
voor deze controle als volgt te werk:
1 Schakel de hoofdschakelaar van het toestel uit.
2 Stel de boilerthermostaat in op de laagste stand.
3 Verwijder het bovendeksel van de mantel door de beide
snelsluitingen te openen.
4 Schakel de hoofdschakelaar van het toestel in.
5 Stel de boilerthermostaat in op de hoogste stand.
6 Controleer het vlambeeld tijdens het ontsteken.
7 Stel de boilerthermostaat in op de gewenste (oorspronkelijke) stand.
8 Herplaats het bovendeksel van de mantel en sluit de beide
snelsluitingen.
7653532-PM - v.02 - 20122017