4.22 Rookgasafvoersystemen
4.23 Uitmonding van het rookgasafvoersysteem
7653532-PM - v.02 - 20122017
A
B
C
D
AD-0001024-01
De boiler wordt geleverd inclusief rookgasafvoer- en
luchttoevoermateriaal (A, B, C en D) waarmee de aansluiting tussen de
boiler en het concentrische rookgasafvoersysteem moet worden
gerealiseerd. Dit materiaal is niet voorgemonteerd, maar moet in de
opstellingsruimte worden gemonteerd.
EF pro maakt is voorzien van een concentrisch rookgasafvoersysteem,
de buitenste buis heeft een diameter van 150 mm en de binnenste
buis heeft een diameter van 100 mm.
De componenten van het rookgasafvoersysteem zijn voorzien van
siliconen afdichtringen.
Voorafgaand aan de installatie van het concentrische
rookgasafvoersysteem, moeten de volgende zaken worden
uitgevoerd:
Gevaar
Binnen de mantel van de boiler lopen elektrische kabels. Let er
op, dat bij het bevestigen van het rookgasafvoersysteem aan de
mantel, deze kabels niet worden beschadigd!
1. Monteer het T-stuk (C) op de roestvaststalen
rookgasafvoeraansluiting van de boiler en zorg ervoor, dat de
aansluiting voor het sifon van de condensafvoer aan de onderzijde
van het T-stuk zit.
2. Monteer het T-stuk (C) op de PVC luchttoevoeraansluiting van de
boiler en zorg ervoor, dat het open mofeinde aan de bovenzijde van
het T-stuk zit.
3. Monteer de rookgasafvoerbuis (A) op de beide, eerder gemonteerde,
T-stukken (B en C). Zorg ervoor, dat de beide spie-einden goed
in de beide mofeinden worden gedrukt. Bevestig de verticale
rookgasafvoerbuis van ø100 mm (A) aan de mantel van het
boilervat met de meegeleverde beugels. Zorg er hierbij voor, dat de
elektrische kabel aan de binnenzijde van de mantel van het boilervat
niet beschadigd wordt.
4. Monteer de sifon (D) op de 32mm-aansluiting aan de onderzijde van
T-stuk (C).
5. Sluit de kunststof slang van de sifon aan op het riool.
Een minimaal afschot van tussen de 3 en 6 mm per 300 mm lengte
van de rioolbuis moet hierbij worden nageleefd.
A Rookgasafvoerbuis ø 100mm inclusief broekstuk
B T-stuk luchttoevoer
C T-stuk rookgasafvoer
D Sifon
De afbeelding toont enkele minimale afstanden van de dak- of
geveldoorvoer tot bijvoorbeeld deuren, ramen of ventilatieopeningen. De
locatie van uitmonding van de dak- of geveldoorvoer moet zodanig zijn,
dat er geen hinder wordt ondervonden van de rookgassen en van geluid
dat door de dak- of geveldoorvoer kan worden geproduceerd. Neem voor
technisch advies hierover contact op met Remeha.
Indien de dakdoorvoer wordt geplaatst bij twee aangrenzende schuine
dakvlakken, dan moet de dakdoorvoer tenminste 1 meter boven het
Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding
4. Installatie
29