22
Trefwoordenlijst
E
Eenheden op terminal instellen ........................ 128
Eerste inbedrijfstelling ........................................ 50
Eindpositie bij foliebinding controleren en instellen
......................................................................... 185
Eindpositie bij netbinding controleren en instellen
......................................................................... 186
Extern ISOBUS-terminal .................................. 129
Extern ISOBUS-terminal aansluiten ................... 72
Extra geleidingsplaten in de achterklep monteren
........................................................................... 77
Extra meeneemlijsten op de startwals monteren 77
Extra uitrustingen en reserveonderdelen ........... 17
F
Foliebinding
Axiale speling van de remschijf controleren
en instellen ..................................... 189, 221
Bindmateriaaloverhang instellen ............ 186
Conische wals instellen .......................... 191
Netrem instellen ..................................... 187
Nettoevoerarm instellen ......................... 183
Remkrachtontlasting bij de toevoer instellen.
188
Spanhendel vergrendelen/ontgrendelen 190
Tegenhoudkam controleren ................... 193
Tegenhoudkam instellen ........................ 194
Foutenlijst ......................................................... 237
Foutenlijst (terminal) ......................................... 171
Foutmelding bevestigen ................................... 235
Foutmeldingen.......................................... 118, 234
Functiebeschrijving net- en foliebinding ............. 46
Functiebeschrijving netbinding ........................... 45
Functiewijze van TIM 1.0.................................. 139
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen .............. 15
274
G
Gebruik volgens bestemming ............................. 14
Gebruikersopgaven instellen ............................ 120
Gebruiksduur van de machine ........................... 15
Gegevens voor aanvragen en bestellingen .... 2, 44
Gegevensopslag ................................................ 42
Geldigheid ............................................................ 9
Gevaar bij de werking van de machine op een
helling. ................................................................ 22
Gevaar door laswerkzaamheden ....................... 27
Gevaar door schade aan de machine ................ 17
Gevaren bij bepaalde werkzaamheden:
Werkzaamheden aan de machine...................... 26
Gevaren bij bepaalde werkzaamheden:
werkzaamheden aan wielen en banden ............. 27
Gevaren bij het rijden door bochten met
aangehangen machine en door de totale breedte
........................................................................... 22
Gevaren bij het rijden op de weg en in het veld . 21
Gevaren bij niet-correct voorbereide machine voor
het rijden op de weg ........................................... 22
Gevaren bij rijden op de weg.............................. 21
Gevaren door de gebruiksomgeving .................. 23
Gevarenbronnen aan de machine ...................... 24
Gevarenzone aftakas ......................................... 19
Gevarenzone bij ingeschakelde aandrijving ....... 20
Gevarenzone door nalopende machinedelen .... 20
Gevarenzone tussen trekker en machine........... 19
Gevarenzone tussenas ...................................... 19
Gevarenzones .................................................... 18
Gevoeligheid van de richtingindicatie instellen. 110
Gevoeligheid-richtingindicatie (terminal) .......... 153
Gewasgeleiderol................................................. 87
Stootplaat demonteren ............................. 89
Gewasgeleiderol instellen .................................. 87
Originele handleiding 150001049_02_nl
Comprima F 155