16
Instellingen
16.3
Positie van de nettoevoerarm controleren en instellen
16.3.1
Toevoerpositie controleren en instellen
RP000-029
De toevoerpositie is optimaal ingesteld wanneer de afstand tussen nettoevoerarm (1) en
aanslag (2) X=3–5 mm bedraagt. Daardoor wordt het bindmateriaal zo goed mogelijk door de
ronde baal aangenomen.
De nettoevoerarm (1) in de opgeslagen toevoerpositie naar de ronde baal toe bewegen.
De trekker uitschakelen en contactsleutel eruit trekken en meenemen.
Controleren of er tussen nettoevoerarm (1) en aanslag (2) een afstand van X=3-5 mm is.
Wanneer de afstand niet X=3–5 mm bedraagt, de toevoerpositie als volgt opnieuw instellen en
opslaan:
De trekker starten.
De nettoevoerarm in richting toevoerpositie bewegen tot de nettoevoerarm (1) zo dicht naar
de aanslag (2) beweegt, dat de afstand X=3-5 mm bedraagt.
De nieuwe positie opslaan.
184
2
X
Comprima F 155
Originele handleiding 150001049_02_nl
1