Doorgaans zal het leidingstelsel van uw machine uitgerust zijn met een buskoppeling en een steekkoppeling.
Ook de slangen van het als extra leverbare hulpstuk zullen uitgerust zijn met een buskoppeling en een
steekkoppeling.
A Buskoppeling
De snelkoppelingen kunnen probleemloos en betrekkelijk gemakkelijk aan- en losgekoppeld worden, mits ze
schoongehouden en op de juiste wijze gebruikt worden. Onderstaande aanbevelingen gelden altijd bij gebruik
van snelkoppelingen met platte zijde.
Lees de procedures voor het op de juiste wijze aan- en loskoppelen alvorens een met snelkoppelingen
aangesloten optioneel hulpstuk aan te brengen of te verwijderen.
Essentiële geboden:
•
Alvorens een hydraulische slang aan te sluiten of los te koppelen moet de in de hydraulische slangleiding
opgesloten hydraulische restdruk afgevoerd worden. Controleer eerst of de hydraulische slangleiding is
ontlucht alvorens de slangen aan te sluiten of los te koppelen.
•
Veeg de beide corresponderende oppervlakken altijd schoon vóór aansluiting.
•
Gebruik doppen en pluggen wanneer de koppelingen losgekoppeld worden.
•
Lijn de uitwendig gelegen vergrendelkogel (indien gebruikt) altijd uit met de inkeping in de vergrendelhuls
en trek de vergrendelhuls dan helemaal terug om los te koppelen.
•
Als een koppeling blijft hangen, controleer dan eerst of de druk is gelost. Zorg dat de vergrendelkogel
en inkeping in de vergrendelhuls uitgelijnd zijn, trek de huls terug en wring de koppelingen van elkaar.
Het blijven hangen wordt normaliter veroorzaakt door vuil in de koppeling of fysieke schade ten gevolge
van misbruik.
•
Koppel de nieuwe koppelingen twee of drie keer aan en los om de Teflon-afdichtingen soepel te laten
worden. Soms blijft een nieuwe koppeling hangen als de afdichting niet soepel gemaakt is.
•
Plaats bij het aansluiten van de koppelingen de steeksleutel of klemtang alleen op de zeskant en nergens
anders.
•
Let erop dat de koppelvlakken niet beschadigd raken. Bramen en krassen brengen schade toe aan
de afdichtingen met lekkages als gevolg. Ook kunnen ze het aan- en loskoppelen van de koppelingen
bemoeilijken.
•
Smeer de inwendige vergrendelkogels op de vrouwelijke helft van de koppeling op gezette tijden met
siliconenvet.
Essentiële verboden:
•
Probeer nooit een koppeling tot stand te brengen met een beschadigde koppelingshelft want dan raken
de afdichtingen in de bijbehorende helft onherstelbaar beschadigd en zullen beide helften vervangen
moeten worden.
•
Laat de koppeling niet ergens liggen waar er een machine overheen zou kunnen rijden of die op een
andere manier platgedrukt zou kunnen worden, want dan raakt de huls zodanig vervormd dat de koppeling
niet meer aan- of losgekoppeld kan worden.
•
Probeer nooit de huls te verdraaien wanneer de koppeling wordt losgekoppeld, want dan komt de
vergrendelkogel vast te zitten onder de vergrendelhuls en raakt de koppeling beschadigd.
•
Probeer nooit de koppeling uit elkaar te nemen; er zitten geen door de gebruiker onderhoudbare
onderdelen in. Raakt de koppeling beschadigd, dan moet die door een nieuwe vervangen worden.
•
Oefen nooit kracht op de middenschotel van de koppeling uit in een poging de opgesloten druk te laten
ontsnappen. Dit kan onherstelbare schade aan de koppeling toebrengen en ernstig letsel veroorzaken.
•
Klem bij het aansluiten van koppelingen nooit op de huls van het vrouwelijke deel of de neus van het
mannelijke deel, anders treedt er vervorming op en/of wordt er schade toegebracht.
•
Stel de koppelingen nooit bloot aan uitwendige krachten, in het bijzonder zijdelingse belasting, bloot.
Hierdoor kan de levensduur van de koppeling afnemen of kan die bezwijken.
•
Gebruik nooit de door slangen voortgeplante wringkrachten om de koppelingen los of vast te draaien.
89
Figuur 69.
A
B
B Steekkoppeling
9831/8256-4
Hulpstukken
Met hulpstukken werken
89