Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Alvorens De Motor Te Starten; Algemeen - jcb 19C-1e Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Algemeen

GEVAAR Controleer alvorens de hulpstukken op de grond te laten zakken eerst of er zich geen andere
personen op de machine en/of in de omgeving ervan bevinden. Iemand die zich op of dichtbij de machine
bevindt, zou ten val kunnen komen en verpletterd worden door de hulpstukken, of tussen de stangen
bekneld kunnen raken.
WAARSCHUWING Zet alle losse voorwerpen stevig vast of berg ze veilig op. Rondslingerende spullen
kunnen vallen en u raken of op de vloer rollen. Als deze u zouden treffen, zou u bewusteloos kunnen raken,
of zouden de bedieningsorganen vast kunnen komen te zitten. Als dat gebeurt, zou u de controle over de
machine kunnen verliezen.
VOORZICHTIG Als de machine voor langdurige tijd heeft stilgestaan waarbij het hulpstuk omhoog stond,
kan de stuurdruk zodanig laag zijn dat men het hulpstuk niet kan laten zakken. Als u het hulpstuk niet
zonder motorvermogen kan laten zakken, moet u de motor starten en het hulpstuk laten zakken alvorens
een londroopcontrole te doen.
1. Lees de werkwijze voor Werken bij lage temperaturen of Werken bij hoge temperaturen in de sectie
Bediening als u de machine in een streek met een zeer koud of zeer warm klimaat gaat gebruiken.
Zie: Werkomgeving (Pagina 83).
2. Laat de graafbak en het dozerblad op de grond zakken, als het zich daar al niet bevonden. Ze zakken
vanzelf onder hun eigen gewicht wanneer u de bedieningsorganen bedient. Bedien de bedieningsorganen
rustig om de daalsnelheid goed te kunnen regelen.
Zie: Bedieningshendels/-pedalen (Pagina 54).
3. Voer, voor uw eigen veiligheid (en die van anderen) en voor een maximale levensduur van uw machine,
een inspectie uit alvorens de machine te starten.
3.1. Loop, als u dat nog niet gedaan hebt, om de machine heen en inspecteer die aan de buitenkant.
Zie: Externe visuele controle (Pagina 27).
3.2. Verwijder alle vuil en rommel uit de kap, vooral rondom de pedalen en bedieningshendels.
3.3. Verwijder olie, vet en modder van de pedalen en van de bedieningshendels.
3.4. Zorg dat uw handen en schoenen schoon en droog zijn.
3.5. Verwijder alle los in de kap liggende spullen, zoals gereedschappen, of berg ze goed op.
3.6. Inspecteer de ROPS (Kantelbeveiliging) en TOPS (Beschermende constructie bij kantelen) op
beschadigingen. Laat eventuele beschadigingen door uw JCB-dealer repareren. Controleer of alle
borgbouten aangebracht en goed aangedraaid zijn.
3.7. Kijk de kap rond of er nergens bouten, schroeven, e.d. loszitten of ontbreken. Waar nodig, vervangen
of aandraaien.
3.8. Controleer of de manchetten van de graafbedieningshendels niet beschadigd zijn of loszitten. Vervang
ze door nieuwe of maak ze vast, naargelang nodig, met nieuwe bevestigingsmiddelen.
3.9. Kijk de veiligheidsgordel en het bevestigingsmechanisme ervan na op beschadigingen en abnormale
slijtage.
Zie: Controleren (conditie) (Pagina 138).
3.10. Controleer of de volgende componenten correct werken: lichten, claxon, alle schakelaars en.
Zie: Elektrisch systeem (Pagina 147).
4. Stel de stoel zo af dat u gemakkelijk bij alle rijbedieningsorganen kunt. U moet, met uw rug tegen de
rugleuning gezeten, het bedieningspedaal kunnen bedienen. Controleer of de hendel de stoel volledig
vergrendelt.
Zie: Bestuurdersstoel (Pagina 32).
5. Stel de achteruitkijkspiegels (indien van toepassing) zo af dat u een goed zicht dicht achter de machine
hebt wanneer u in de juiste houding op de stoel zit.
6. Doe de veiligheidsgordel om.
31

Alvorens de motor te starten

9831/8256-4
Bediening
Alvorens de motor te starten
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave