Inhoudsopgave
Advertenties
Algemeen
Voor het rijden op de weg of op het werkterrein gelden er doorgaans plaatselijke regels en
veiligheidsvoorschriften wat betreft de 'rijstand' van de machine.
In deze publicatie zijn aanbevelingen opgenomen met behulp waarvan u aan de in deze voorschriften gestelde
eisen zou moeten kunnen voldoen; ze vormen niet noodzakelijkerwijs de toepasselijke wet.
Vergewis u ervan dat u en uw machine voldoen aan alle toepasselijke, ter plaatse geldende wetten alvorens u
zich ermee op de weg begeeft of ermee op de bouwplaats gaat werken - u bent hiervoor verantwoordelijk.
Vergrendeling van de bediening
WAARSCHUWING Wanneer de hydraulische bedieningsorganen geïsoleerd zijn of als de motor
uitgeschakeld is het nog steeds mogelijk om het dozerblad onder zwaartekracht te laten zakken door
de dozerhendel te gebruiken. Laat het dozerblad eerst op de grond zakken voordat u omstanders in de
gevarenzone toelaat om te voorkomen dat zij door het dozerblad bekneld raken als de dozerhendel per
ongeluk wordt bewogen.
Isoleer de bedieningen voor hydraulische functies
Er zijn drie methoden om de hydraulische bedieningsorganen van de machine te isoleren, nl. door:
1. De isoleerhendel van de bedieningsorganen omhoog te zetten. Dit is de standaardmethode voor het
isoleren van de bedieningsorganen voor hydraulische functies.
Zie: Vergrendeling van de bediening (Pagina 43).
2. Druk de bedieningsisoleerschakelaar in. Dit is een optionele methode voor het isoleren van de
bedieningsorganen voor hydraulische functies als de bedieningsisoleerschakelaar is geïnstalleerd.
3. De veiligheidsgordel losmaken. Dit is een optionele methode voor het isoleren van de bedieningsorganen
voor hydraulische functies als de functie voor het isoleren van de bedieningsorganen wordt geactiveerd
door de veiligheidsgordel los te maken.
Welk van bovenstaande methoden voor het isoleren van de hydraulische bediening ook gebruikt wordt:
wanneer de bedieningsorganen zijn geïsoleerd, wordt het statussymbool voor activering van de hydraulica niet
op het instrumentenpaneel weergegeven.
WAARSCHUWING! Isoleer de bedieningsorganen wanneer er niet mee gewerkt wordt en wanneer er zich
personen in de gevarenzone bevinden, om te voorkomen dat de bedieningsorganen per ongeluk bediend
worden en de machine dientengevolge een gevaarlijke beweging zou kunnen maken. Voordat u iets wijzigt
en/of bijstelt in de cabine, bijv. de ramen opent of de stoel verstelt, moet u altijd eerst de bedieningsorganen
isoleren.
De bedieningsorganen activeren
Zo activeert u de hydraulische bedieningsorganen van de machine:
1. Als de isolatiehendel van de bedieningen omhoog staat om de bedieningen te isoleren, zet die dan omlaag
om de bedieningen te activeren.
2. Selecteer de bedieningsisoleerschakelaar na het omlaag zetten van de isoleerhendel van de
bedieningsorganen om de bedieningsorganen te activeren. Dit is een optionele stap om de
bedieningsorganen te activeren als de bedieningsisoleerschakelaar is geïnstalleerd.
3. Doe de veiligheidsgordel om na het omlaag zetten van de bedieningsisoleerhendel om de
bedieningsorganen te activeren. Dit is een optionele methode om de bedieningsorganen voor hydraulische
functies te activeren als de functie voor het omdoen van de veiligheidsgordel wordt ingeschakeld voor de
bedieningsorganen.
4. Doe de veiligheidsgordel om en selecteer de bedieningsisoleerschakelaar na het omlaag zetten van de
isoleerhendel van de bedieningsorganen om de bedieningsorganen te activeren. Dit is een optionele stap
43
Veiligheiduitrustingen
Zie: Instrumentenpaneel (Pagina 47).
9831/8256-4
Bediening
Veiligheiduitrustingen
43
Advertenties
Inhoudsopgave
