Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Op Hellingen Rijden; Algemeen; Hellingen Opklimmen; Hellingen - jcb 19C-1e Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Algemeen

WAARSCHUWING U dient geoefend te zijn in en vertrouwd te zijn met het werken met machines op
een helling, en goed doordrongen te zijn van de nadelige effecten die hellingen en terreinomstandigheden
kunnen hebben op de stabiliteit. Werk alleen met de machine op een helling als u goed op de hoogte bent
van de aanbevolen werkwijzen voor het gebruik van machines bij dergelijke toepassingen.
Er zijn een aantal factoren die de stabiliteit van de machine en de veiligheid van de machine en de bestuurder
nadelig kunnen beïnvloeden als ermee op een helling wordt gewerkt.
Het is van essentieel belang dat er eerst een risicobeoordeling van de te verrichten werkzaamheden uitgevoerd
wordt en dat de bestuurder zich houdt aan alle veiligheidsmaatregelen die mogelijk uit deze beoordeling
voortvloeien.

Op hellingen rijden

Algemeen
Vergewis u ervan dat u dient geoefend te zijn in en vertrouwd te zijn met het gebruik van machines op

hellingen.

Rij niet op hellingen die de vermelde stabiliteitsgrenzen zoals beschreven in de volgende sectie
overschrijden.
Gebruik alleen de eerste versnelling tijdens het opklimmen of dwars oversteken van hellingen.
Draai de machine zodanig dat de bestuurder in de rijrichting zit.
Houd altijd de rijstand aan zoals beschreven in de volgende sectie tijdens het opklimmen of dwars
oversteken van hellingen.
Rij uitsluitend op hellingen (klimmen of dwars oversteken) op een vlakke en stabiele ondergrond.

Hellingen opklimmen

De machine kan hellingen opklimmen, onder stabiele grondomstandigheden tot 20°.
Zorg er tijdens het klimmen op een helling voor dat u de volgende rijstand aanhoudt:
1. Plaats het dozerblad achter de machine waarbij de machine richting de helling wijst.
2. Laat het dozerblad omhoogkomen.
3. Laat de giek zover zakken dat de graafbak of het hulpstuk vrij van de grond is conform de gespecificeerde
afstand en de graafarm op een specifieke hoek ten opzichte van de grond wordt geplaatst.
Lengte/afmeting/afstand: 150 mm
Hoek: 90°
A 150 mm
51
Hellingen
Figuur 29.
A
9831/8256-4
Bediening
Hellingen
17°
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave