6. Haal het gewicht van de machine. Zorg dat de stroppen niet tegen de machine komen. Het kan nodig zijn
een evenaar tussen de stroppen te gebruiken.
7. Controleer of het hijsoog zich direct boven het zwaartepunt van de machine bevindt.
A
E
A Giekhijspunt
C Tussenstang
E Afmeting= 817 mm
G Afmeting= 528 mm
76
Figuur 58.
C
D
F
B Dozerbladhijspunt
D Zwaartepunt
F Afmeting= 786 mm
9831/8256-4
Bediening
Ophijsen van de machine
B
G
B
76