Algemeen
De machine kan effectief worden bediend bij temperaturen tussen -20 °C en 46 °C.
Opladen kan beperkt worden bij hoge en lage omgevingstemperaturen. Het temperatuurbereik voor opladen
is van -20 °C tot 46 °C. Neem voor meer informatie contact op met uw JCB-dealer.
Bij lage en hoge temperaturen moeten de volgende voorzorgsmaatregelen getroffen worden. Hierdoor wordt
starten vergemakkelijkt en mogelijke beschadiging van de machine voorkomen.
Werken bij lage temperaturen
1. Gebruik hydraulische olie van de juiste klasse.
Zie: Vloeistoffen, smeermiddelen en hoeveelheden (Pagina 162).
2. Houd de accu op volledige lading.
3. Bescherm de machine wanneer die niet in gebruik is. Stal de machine binnen of dek die af met een dekzeil.
Werken bij extreem lage temperaturen
Bij extreem lage temperaturen (onder de 0 °C) moeten er speciale voorzorgsmaatregelen worden genomen.
Verleng de opwarmtijd.
Zie: Opwarmen (Pagina 38).
1. Pas wanneer de machine goed is opgewarmd mag u de machine snel laten zwenken of laten rijden, anders
kan de machine schade oplopen.
2. Alvorens met de machine te gaan werken nadat deze is voorverwarmd, moet u eerst controleren of de
giek, de graafbak en de zwenk- en rijfunctie allemaal goed werken. Als de hydraulische olie nog niet warm
genoeg is, kan het voorkomen dat deze functies niet meteen in werking treden.
3. Als de machine langer dan één dag buiten staat zonder gebruikt te worden, zet hem dan binnen.
4. Reinig de machine na het gebruik en zet die op houten blokken. Trek de cilinders zo ver mogelijk in.
Verwijder zo nodig het water van het blootliggende gedeelte van de zuigerstangen.
Werken bij hoge temperaturen
1. Controleer het hydraulisch systeem regelmatig, houd de hydraulische olie op het juiste peil. Controleer of
er nergens vloeistof lekt.
2. Zorg ervoor dat de juiste soort olie wordt gebruikt.
3. Controleer de ventilatieopeningen. Controleer of de ventilatieopeningen van en naar de accuruimte en
rechterinlaat niet geblokkeerd zijn.
4. Controleer of de accu's opgeladen zijn.
83
Werkomgeving
9831/8256-4
Bediening
Werkomgeving
83