6.17 Geheugen- en cartografiekaarten
U kunt MicroSD-geheugenkaarten gebruiken om een
back-up/archiefbestand te maken (bijv. waypoints en tracks).
Nadat een back-up van gegevens is opgeslagen op een
geheugenkaart, kunnen de oude gegevens van het systeem
worden gewist, waardoor ruimte wordt vrijgemaakt voor nieuwe
gegevens. De gearchiveerde gegevens kunnen op ieder
moment worden teruggezet. Cartografische kaartmodules geven
aanvullende of bijgewerkte cartografische informatie.
Aanbevolen wordt regelmatig een back-up van uw gegevens te
maken op een geheugenkaart. Sla GEEN gegevens op op een
geheugenkaart die cartografiegegevens bevat.
Compatibele kaarten
De volgende soorten MicroSD-kaarten zijn compatibel met uw
display:
• Micro Secure Digital Standard-Capacity (MicroSDSC)
• Micro Secure Digital High-Capacity (MicroSDHC)
Opmerking:
• De maximale geheugenkaartcapaciteit die wordt
ondersteund is 32 GB.
• MicroSD-kaarten moeten zijn geformatteerd voor het FAT-
of FAT 32-bestandssysteem om met uw MFD te kunnen
worden gebruikt.
Snelheidsklasse
Voor de beste prestaties wordt u geadviseerd geheugenkaarten
van klasse 10 of UHS (Ultra High Speed) te gebruiken.
Cartografie
Uw product is voorgeladen met elektronische cartografie
(wereldwijde basiskaart). Als u andere cartografiegegevens wilt
gebruiken, kunt u compatibele kaarten met cartografie in de
geheugenkaartlezer van de unit plaatsen.
Gebruik alleen cartografie- en geheugenkaarten van
bekende merken
Wanneer u gegevens archiveert of een elektronische
cartografiekaart maakt adviseert Raymarine gebruik te maken
van geheugenkaarten van kwaliteitsmerken. Het kan zijn dat
sommige geheugenkaartmerken niet werken in uw unit. Neemt
u alstublieft contact op met de klantenservice voor een lijst met
aanbevolen kaarten.
78
6.18 Simulatormodus
Met de Simulatormodus kunt u oefenen met het werken met uw
display zonder gegevens van een GPS-antenne, radarscanner,
AIS-unit, of Fishfinder.
De simulatormodus wordt aan/uit-geschakeld in het Menu
systeeminstellingen.
Opmerking: Raymarine adviseert u de simulatormodus NIET
te gebruiken tijdens het navigeren.
Opmerking: De simulator toont GEEN feitelijke gegevens en
dus ook geen veiligheidswaarschuwingen (zoals bijvoorbeeld
waarschuwingen ontvangen van AIS-units).
Opmerking: Eventuele systeeminstellingen die u wijzigt
in de simulatormodus worden NIET naar andere apparaten
verzonden.
Simulatormodus in- en uitschakelen
U kunt de simulatormodus in- en uitschakelen door de
onderstaande stappen te volgen.
Doe het volgende wanneer u in het Home-venster bent:
1. Selecteer Instellingen.
2. Selecteer Systeeminstellingen.
3. Selecteer Simulator:.
4. Selecteer Aan om de simulatormodus in te schakelen, of
5. Selecteer Uit om de simulatormodus uit te schakelen.
Opmerking: De optie Demo-film is alleen voor
demonstratiedoeleinden.
eS Series installation instructions