1. Selecteer het numerieke gegevensveld dat u wilt bewerken.
De numerieke regelaar wordt weergegeven.
2. Stel de instelling in op de gewenste waarde met behulp van:
i. De Draaiknop — displays zonder touchscreen of
HybridTouch-displays, of
ii. De pijlen omhoog en omlaag op het scherm — displays
met touchscreen.
3. Doe het volgende om het numerieke schermtoetsenbord te
openen:
• Bediening via touchscreen — selecteer het pictogram voor
het schermtoetsenbord in de numerieke regelaar.
• Bediening zonder touchscreen — druk op de Ok-knop en
houd hem vast.
Het numerieke schermtoetsenbord wordt weergegeven.
4. Voer de gewenste waarde in.
5. Selecteer OK om het numerieke toetsenbord te sluiten en
naar het menu terug te keren.
Schuifbalkregelaars gebruiken
Schuifbalkregelaars geven een grafische weergave van
numerieke gegevens waarmee u snel instellingen kunt wijzigen.
1
Omschrij-
Gebruik zonder
Artikel
ving
touchscreen
1
Huidige
NVT
waarde
2
Schuifrege-
Gebruik de Draaiknop
laar
om de waarde aan te
passen
3
Automa-
Druk op de OK-knop
tisch
om te schakelen
tussen Automatisch en
handmatig aanpassen.
Bedieningsvensters gebruiken
Met bedieningsvensters kunt u extern aangesloten apparatuur
zoals een stuurautomaat bedienen.
De volgende afbeelding toont de belangrijkste functies van een
typisch bedieningsvenster:
1
Beginnen
2
Gebruik met
touchscreen
NVT
Schuif de
schuifregelaar
Omhoog of Omlaag
om de waarde aan te
passen.
Selecteer de
betreffende instelling
om te schakelen
tussen Automatisch en
handmatig aanpassen.
2
Schermitem
Omschrijving
1
Status — geeft statusinformatie voor de aangesloten
apparatuur. Het bedieningsvenster van de
stuurautomaat geeft bijvoorbeeld de vastgezette
heading en de huidige navigatiemodus weer van een
aangesloten stuurautomaat.
2
Besturingspictogrammen — hiermee kunnen
aangesloten apparaten direct worden bediend.
Met de pictogrammen Stand-by en Volgen in het
bedieningsvenster van de stuurautomaat kunt u
bijvoorbeeld een aangesloten stuurautomaat instructies
geven over het uitvoeren van bepaalde functies.
3
Sluiten — sluit het dialoogvenster van de bediening.
3
D12570-1
3
D12279-2
69