Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controle Van De Koelluchtinlaat Van De Motor; Controle En Afstellen Van Gronddruk Van Het Maai-Element; Controle Van De Parallelliteit Van Het Maai-Element; Afstellen Van De Parallelliteit Van Het Maai-Element - Husqvarna Rider 13 C5 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Controle van de koelluchtinlaat van
de motor
Maak het luchtinlaatrooster in de motorkap achter de
bestuurderszitting schoon.
Klap de motorkap omhoog.
Controleer of de koelluchtinlaat van de motor vrij is van
bladeren, gras en vuil.
Controleer of de luchtleiding, die aan de onderkant van de
motorkap zit, schoon is en niet tegen de koelluchtinlaat
schuurt.
Bij een verstopt luchtinlaatrooster, luchtleiding of
koelluchtinlaat verslechtert het koelen van de motor, hetgeen
kan leiden tot beschadiging aan de motor.
WAARSCHUWING! De koelluchtinlaat draait
!
wanneer de motor loopt. Pas op uw vingers.
Controle en afstellen van gronddruk
van het maai-element
Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maai-element
de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen. De druk
wordt afgesteld met een bout en veer aan beide kanten van
de zitmaaier.
1 Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/0,6 bar/9
PSI.
2 Plaats een personenweegschaal onder het frame van het
maai-element (aan de voorkant) zo dat het maai-element
op de weegschaal rust. Indien nodig kan er een klos
gelegd worden tussen het frame en de weegschaal zodat
de steunwielen geen gewicht dragen.
24 –
Dutch
Onderhoud
3 Stel de gronddruk van het maaielement af door de
stelschroeven die aan beide kanten van de zitmaaier
achter de voorwielen zitten, in of uit te schroeven. De
gronddruk moet tussen 12 en 15 kilo zijn en de veren
moeten gelijk gespannen zijn.
Controle van de parallelliteit van het
maai-element
Controleer de parallelliteit van het maaidek als volgt:
1 Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/0,6 bar/9
PSI.
2 Plaats de zitmaaier op een vlakke ondergrond.
3 Meet de afstand tussen de grond en de rand van het
element, aan de voorzijde van de kap.
Het maai-element moet een beetje afhangen, de
achterkant moet 2-4 mm (1/8") hoger zijn dan de
voorkant.
Afstellen van de parallelliteit van het
maai-element
1 Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/0,6 kp/
2
cm
/8,5 PSI.
2 Verwijder de frontkap.
3 Maak de moeren van de parallelliteitsstang los, de
binnenste moer heeft links schroefdraad.
4 Schroef de stang uit (verlengen) om de achterkant van de
kap te verhogen. Schroef de stang in (verkorten) om de
achterkant van de kap te verlagen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave