Controle en afstellen van gronddruk
van het maai-element
Om het beste maairesultaat te krijgen moet het maai-element
de ondergrond volgen zonder te stevig aan te liggen.
De druk wordt afgesteld met een bout en veer aan beide
kanten van de zitmaaier.
1 Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/0,6 bar/9
PSI.
2 Plaats de zitmaaier op een vlakke ondergrond.
3 Zet de hefstang in maaistand.
4 Plaats een personenweegschaal onder het frame van het
maai-element (aan de voorkant) zo dat het maai-element
op de weegschaal rust. Indien nodig kan er een klos
gelegd worden tussen het frame en de weegschaal zodat
de steunwielen geen gewicht dragen.
5 Stel de gronddruk van het maai-element af door de
stelschroeven die aan beide kanten achter de voorwielen
zitten, in of uit te schroeven. De gronddruk moet tussen de
12 en 15 kg (26,5-33 lb) liggen.
Controle van de parallelliteit van het
maai-element
Controleer de parallelliteit van het maaidek als volgt:
1 Controleer de luchtdruk van de banden 60 kPa/0,6 bar/9
PSI.
2 Plaats de zitmaaier op een vlakke ondergrond.
3 Zet de hefstang in maaistand.
4 Meet de afstand tussen de grond en de rand van het
element, aan de voor- en de achterkant van de kap. Het
maai-element moet een beetje afhangen, de achterkant
moet 2-4 mm (1/8") hoger zijn dan de voorkant.
28 –
Dutch
ONDERHOUD
Afstellen van de parallelliteit van het
maai-element
1 Verwijder de frontkap en de rechter vleugelkap.
2 Schroef de riemafscherming los.
3 Maak de moeren van de parallelliteitsstang los.
4 Schroef de stang uit (verlengen) om de achterkant van de
kap te verhogen.
Schroef de stang in (verkorten) om de achterkant van de
kap te verlagen.
5 Draai na het afstellen de moeren vast.
6 Nadat het afstellen gereed is, moet de parallelliteit van het
element opnieuw gecontroleerd worden.
7 Schroef de riemafscherming vast.
8 Monteer de rechter vleugelkap en de frontkap.