4 Installateursinstructies
Afb.24
Cascadenummering
A
1
3
Afb.25
Traditioneel beheer van de
cascaderegeling
4
+3K
-3K
3
2
1
0
4
8
T
T
Afb.26
Parallel beheer van de
cascaderegeling
2
+3K
-3K
1
0
4
8
T
T
22
B
C
Er zijn twee opties voor het beheer van de cascaderegeling:
Achtereenvolgens toevoegen van extra ketels (traditionele regeling).
4
Gelijktijdig toevoegen van extra ketels (parallelle regeling).
Het beheer van de cascaderegeling kan worden gewijzigd met parameter
NP006.
AD-3000964-02
5
6
x
4
8
T
T
AD-3000960-02
3
4
Cascadealgoritme temperatuurtype, het naar de werkende
verwarmingsketel verzonden setpunt is :
x
4
8
T
T
Uitgang: Gevraagd door de zones.
AD-3000961-02
Temperatuur: Uitvoersetpunt gevraagd door de zones + foutberekening.
Cascade-algoritme uitgangsstype, het naar de werkende
verwarmingsketel verzonden setpunt is :
Uitgang: Volgens PI-algoritmen.
Temperatuur: -90 °C
Het type cascadealgoritme kan worden gewijzigd met NP011.
A De hoofdverwarmingsketel is nummer 1.
B De eerste volgketel is nummer 3 (nummer 2 bestaat niet).
C De tweede volgketel is nummer 4; en zo voort.
1 De eerste verwarmingsketel begint te werken als de
systeemtemperatuur 3°C onder de richttemperatuur is.
2 Na 4 minuten begint de tweede verwarmingsketel te werken als
ΔT< 6K en de systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C
onder de richtwaarde is.
3 Na 8 minuten begint de derde verwarmingsketel te werken als ΔT<
6K en de systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C onder de
richtwaarde is.
4 De eerste verwarmingsketel stopt te werken als de
systeemtemperatuur 3°C boven de richttemperatuur is.
5 Na 4 minuten stopt de tweede verwarmingsketel met werken als
ΔT< 6K en de systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C
boven de richtwaarde is.
6 Na 8 minuten stopt de derde verwarmingsketel met werken als
ΔT< 6K en de systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C
boven de richtwaarde is.
T De tijdsduur tussen het starten en stoppen van de
verwarmingsketels kan worden gewijzigd met parameter NP009.
1 Alle verwarmingsketels in de cascade beginnen te werken als de
systeemtemperatuur 3°C onder de richttemperatuur is.
2 De eerste verwarmingsketel stopt te werken als de
systeemtemperatuur 3°C boven de richttemperatuur is.
3 Na 4 minuten stopt de tweede verwarmingsketel met werken als
ΔT< 6K en de systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C
boven de richtwaarde is.
4 Na 8 minuten stopt de derde verwarmingsketel met werken als
ΔT< 6K en de systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C
boven de richtwaarde is.
T De tijdsduur tussen het starten en stoppen van de
verwarmingsketels kan worden gewijzigd met parameter NP009.
7837112 - v.02 - 11052023