7.5 De achterwielen verwijderen en
terugplaatsen
WAARSCHUWING!
Risico op kantelen
Als de afneembare as van een van de achterwielen
niet helemaal goed vastzit, kan het wiel tijdens
het gebruik losraken. Hierdoor kan de rolstoel
kantelen.
– Controleer altijd of de afneembare assen goed
vastzitten wanneer u een wiel plaatst.
B
De achterwielen verwijderen
1. Haal de rolstoel van de rem.
2. Houd met één hand de rolstoel overeind.
3. Neem met de andere hand het wiel door de spaken
vast bij de wielnaaf.
4. Druk met uw duim op de knop van de afneembare as
A. Houd de knop ingedrukt en trek het wiel uit de
verloopbus B.
De achterwielen plaatsen
1. Haal de rolstoel van de rem.
2. Houd met één hand de rolstoel overeind.
3. Neem met de andere hand het wiel door de spaken
vast bij de wielnaaf.
4. Houd met uw duim de knop van de afneembare as
ingedrukt.
5. Druk de as tot aan de aanslag in de verloopbus B.
6. Laat de knop van de afneembare as los en controleer of
het wiel goed vastzit.
7.6 Het mobiliteitshulpmiddel vervoeren
zonder rolstoelgebruiker
LET OP!
Kans op lichamelijk letsel
– Als u het mobiliteitshulpmiddel niet zelf goed
kunt vastzetten in een voertuig, raadt Invacare
aan het mobiliteitshulpmiddel niet zelf te
vervoeren.
Uw mobiliteitshulpmiddel kan zonder beperkingen worden
vervoerd, over de weg, over het spoor of via de lucht.
De afzonderlijke transportmaatschappijen hanteren echter
1512800-C
A
richtlijnen die bepaalde transportprocedures mogelijk
beperken of verbieden. Vraag elk apart geval na bij het
transportbedrijf.
•
Invacare raadt ten zeerste aan om het
mobiliteitshulpmiddel aan de vloer van het
transportvoertuig vast te zetten.
7.7 De rolstoel met iemand erin in een
voertuig vervoeren
Zelfs wanneer de rolstoel op de juiste manier is vastgezet
en de volgende regels worden opgevolgd, kunnen
passagiers letsel oplopen bij botsingen en bij plotseling
stoppen. Invacare raadt daarom ten zeerste aan om de
rolstoelgebruiker over te brengen naar een voertuigstoel. Pas
delen van de rolstoel (structuur, frame of onderdelen) niet
aan en vervang deze niet zonder schriftelijke toestemming
van Invacare. De rolstoel is getest volgens de vereisten van
ISO 7176-19 (frontale impact).
WAARSCHUWING!
Kans op ernstig letsel of overlijden
De rolstoel mag alleen als stoel in een voertuig
worden gebruikt bij een rughoogte van ten minste
400 mm.
Om de rolstoel en rolstoelgebruiker in een voertuig te
vervoeren, moet er een vastzetsysteem in het voertuig zijn
geïnstalleerd. Het systeem voor het vastleggen van de
rolstoel en vastzetten van de inzittende (WTORS, Wheelchair
Tie-down and Occupant Restraint System) moet worden
goedgekeurd volgens ISO 10542-2. Neem voor meer
informatie over het aanschaffen en installeren van een
goedgekeurd en compatibel vastzetsysteem contact op met
uw lokale erkende Invacare-leverancier.
WAARSCHUWING!
Als het om welke reden dan ook niet mogelijk is
om de rolstoelgebruiker over te brengen naar een
voertuigstoel, dan kan de rolstoel in het voertuig
worden gebruikt als stoel, mits de volgende
procedures en regels worden opgevolgd. Een
transportkit (optioneel) moet voor een dergelijk
doel op de rolstoel worden aangebracht.
– De rolstoel moet in het voertuig worden
vastgezet door middel van een 4-punts
vastzetsysteem voor rolstoelen.
– De rolstoelgebruiker moet een aan het
voertuig bevestigd 3-punts vastzetsysteem voor
passagiers gebruiken.
– Daarnaast moet de gebruiker met een
lichaamsband worden vastgezet in de rolstoel.
WAARSCHUWING!
Vastzetsystemen mogen alleen worden gebruikt
als het gewicht van de rolstoelgebruiker 22 kg of
meer is (ISO-7176-19).
– Als het gebruikersgewicht minder is dan 22 kg,
mag u de rolstoel niet als stoel in een voertuig
gebruiken.
Transport
25