6.1.1.4. CONDENSAATLEIDINGEN EN SIFONSLUITING
Inspecteer alle verbindingen in de condensaatleidingen op lekken
De leidingen zelf moeten helder en fl exibel zijn en er mogen geen tekenen van scheuren zichtbaar zijn. Onderzoek
alle witgekleurde gebieden op de hele condenspijp.
De onderste schaal van de sifon moet worden losgeschroefd, onderzocht en gereinigd. Controleer de aansluiting
op de warmtewisselaar en het leidingwerk op lekken
6.1.1.5. GASVERBRUIK EN VERBRANDING
De analyse van de gassnelheid en verbrandingskanalen moet worden uitgevoerd wanneer het apparaat op maxi-
male belasting werkt. Zie paragraaf 5.2 voor volledige informatie over het controleren en aanpassen van de CO
.
2
Om dit te controleren, herstelt u de gas- en elektriciteitsvoorziening en gebruikt u vervolgens elke brander gedurende
minstens 5 minuten. Als aanpassing nodig is, verwijder dan het deksel over de gasklepschroef en draai tegen de
klok in om de CO
2
te verhogen, of met de klok mee om te verlagen.
2
CO
2
CO
_
+
MAAK INSTELLINGEN IN 1/4 DRAAIENDE FASEN EN WACHT EEN MINUTEN TUSSEN
ELKE AANPASSING
Onderhoud
60
Remeha HR gasboilers