Tabel 4: Weerstand bochten
4.8 ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Waarschuwing
• De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door
erkende installateurs.
• De ketel is volledig voorbedraad. De interne aansluitingen van het bedieningspaneel niet wijzi-
gen.
• Voer een aarding uit alvorens de elektriciteit aan te sluiten.
4.9 LOCATIE VAN DE BOILER
De locatie van de boiler moet voorzien zijn van goede verlichting, een goede plaats voor de luchttoevoer/
rookgasafvoer en voor de condensafvoer. Een speciale opstellingsruimte wordt sterk aanbevolen.
Als er geen speciaal gebouwde installatieruimte beschikbaar is, moeten maatregelen worden genomen om
de boiler te beschermen tegen schade en om te voorkomen dat vreemde stoff en worden opgeslagen op of
rond de boiler. Zie BS 6644-clausules 4, 5 en 6 voor details.
Er moet altijd een gemakkelijke toegang tot de technische ruimte en de boiler zijn. De boiler moet zich in
een ruimte bevinden waar lekkage uit de tank, wateraansluitingen of het gecombineerde temperatuur- en
drukveiligheidsventiel niet leidt tot schade aan het aangrenzende gebied. Wanneer dergelijke locaties niet
kunnen worden vermeden, moet onder de boiler een geschikte opvangbak worden geïnstalleerd. De afvoer-
lade mag niet dieper zijn dan 38 mm en moet 100 mm breder en langer zijn dan de boiler. Het moet worden
doorgesluisd naar een geschikte afvoer met behulp van een 20 mm (0,75 inch) diameter pijp, gebogen voor
een goede afvoer.
Er moet toegang zijn tot de voorkant van de boiler met voldoende ruimte voor onderhoud en bediening (zie
3.4). De vloer waarop de boiler wordt geïnstalleerd, moet vlak, waterpas en voldoende sterk zijn om het
gewicht te weerstaan wanneer deze met water is gevuld, en moet voldoen aan de vereisten van de lokale
autoriteiten en bouwvoorschriften.
Installatie
Bocht type
90°
90° knie
45°
Condensring
Lengte (m)
1,2
2,0
0,7
1,5
28
Remeha HR gasboilers