6.0 ONDERHOUD
IN ALLE GEVALLEN, VOORDAT HET WERK BEGINT, DE ELEKTRICITEITS-
EN GASTOEVOER NAAR HET APPARAAT UITSCHAKELEN
6.1 REGELMATIGE INSPECTIE-INTERVALLEN EN VEREISTEN
Om ervoor te zorgen dat het apparaat goed blijft werken, is het aan te raden deze regelmatig te con-
troleren en te onderhouden. De frequentie van onderhoud zal afhangen van de specifi eke installatie
en gebruik, maar in elk geval moet een maximum van twaalf maanden worden toegestaan tussen
onderhoudsinspecties.
HET IS EEN WETTELIJKE VEREISTE DAT SERVICEWERKZAAMHEDEN MOETEN
WORDEN UITGEVOERD DOOR EEN GEKWALIFICEERDE PERSOON EN GASVEILIG
GEREGISTREERD PERSONEEL.
6.1.1 AANBEVOLEN MINIMUM ONDERHOUD VEREISTEN (JAARLIJKS OF ELKE
4.000 UREN)
1. Inspecteer en reinig het volgende door de brander te verwijderen:
•
Branderbuis
•
Dampafdichting
•
Kabelpakking
•
Verbrandingskamer
•
Vonkelektrode
•
Ionisatie-elektrode
2. Controleer de staat van de condensaatleidingen en leeg en reinig de condenspot
3. Controleer de prestaties van de ontsteking
4. Inspecteer het interne lucht- en schoorsteensysteem
5. Inspecteer de afdichting op beschadiging of lekkage
6. Voer rookgasanalyse uit en stel indien nodig CO
7. Inspecteer en spoel de DHW-opslagtank (vooral in gebieden met hard water)
Vervang indien nodig versleten of defecte onderdelen
Volg de procedures in sectie 6.2 voor het verwijderen van onderdelen naast opmerkingen op
de volgende pagina's:
Onderhoud
in
2
55
Remeha HR gasboilers