.2.55
ProtecTor
Deurafscherming met nieuwe afmetingen
Installatie- en gebruikshandleiding
Aansluitklemmen KaController
DIP-schakelaarinstelling KaController
Aanleg van de buskabels
36
8.3.6 KaControl
8.3.6.1 Montage van de KaController
Montage in inbouwdoos
Elektrische aansluiting
• Sluit de KaController volgens het aanlegschema aan op het dichtstbijzijn-
de KaControl-apparaat. De maximale buslengte tussen de KaController
en de KaControl-besturing is 30 m.
• Door de aansluiting van een KaController wordt het betreffende
KaControl-apparaat automatisch besturingsapparaat in het regelcircuit.
DIP-schakelaarinstelling
De DIP-schakelaar aan de achterkant van de KaController moeten volgens
de afbeelding worden ingesteld:
• DIP-schakelaar 1: ON
• DIP-schakelaar 2: OFF
8.3.6.2 Aansluiting van de KaControl-besturingselektronica
Algemene opmerkingen
• Leg alle laagspanningskabels op de kortste manier aan.
• Zorg voor een ruimtelijke scheiding van laagspannings- en krachtstroom-
kabels, bijv. door metalen scheidingen op kabelrails.
• Gebruik als laagspannings- en buskabels alleen afgeschermde kabels.
• Alle buskabels moeten lijnvormig worden aangelegd. Een stervormige
bedrading is niet toegestaan!
• De KaController wordt via een busverbinding op de betreffende bestu-
ringsprintplaat van het apparaat aangesloten.