.2.55
ProtecTor
Deurafscherming met nieuwe afmetingen
Installatie- en gebruikshandleiding
24
Bij een storing staan rotor en schoepenrad onder elektrische spanning.
Rotor en schoepenrad zijn voorzien van een basisisolatie.
• In geïnstalleerde toestand niet aanraken!
De ventilator start na inschakeling van de stuurspanning of bij het ingestel-
de toerental bijv. na netuitval weer automatisch.
• Blijf daarom niet in de gevarenzone van het apparaat.
Op de elektronicabehuizing van de ventilator komen hoge temperaturen
voor.
• Gevaar voor brandwonden.
De ventilator is beveiligd tegen blokkeren. Afhankelijk van het ventilatorty-
pe zijn beveiligingsfuncties geïntegreerd, die bij diverse storingen voor een
automatische uitschakeling zorgen.
• Meer informatie vindt u in de gebruiksaanwijzing van de betreffende
ventilator!
Lees deze handleiding in zijn geheel door voor een juiste installatie en wer-
king van de ProtecTor.
8.2 Volledige motorbeveiliging
8.2.1 AC-ventilator
Thermocontacten (temperatuurbewakers) zijn ingebouwd in de motorwik-
kelingen en gaan open wanneer de maximale wikkelingstemperatuur van
155 °C wordt overschreden. In combinatie met een geschikt beveiligings-
circuit wordt de motor uitgeschakeld bij een ontoelaatbaar hoge tempe-
ratuurstijging. De motor is aldus beschermd tegen overbelasting, over- en
onderspanning, ontoelaatbaar hoge omgevingstemperaturen en vastlopen
van de rotor.
Thermocontacten voldoen aan de voorwaarden voor beveiliging tegen
overbelasting van apparaten met elektromotoraandrijving (VDE 0730). In
de handel verkrijgbare motorbeveiligingsschakelaars of bimetaalontgren-
delingen zijn niet geschikt als volledige motorbeveiliging voor motoren die
in meerdere fasen werken. Daarom mogen alleen regelaars of modules
met een geschikte schakeling of een soortgelijke schakelinrichting worden
gebruikt.