Inhoudsopgave
Advertenties
Deurafscherming met nieuwe afmetingen
8. Elektrische aansluiting
8.1 Veiligheidsinstructies
De elektrische aansluiting van dit product vereist specialistische kennis op
het gebied van elektrotechniek. Deze kennis, die meestal in een beroeps-
opleiding voor de genoemde vakgebieden wordt verstrekt, wordt hier niet
nader beschreven. Fouten bij de aansluiting kunnen leiden tot beschadiging
van het apparaat! De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade aan per-
sonen en materiaal veroorzaakt door verkeerde aansluiting en/of ondes-
kundige behandeling! Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht
alvorens met de werkzaamheden aan de besturingseenheid en de ProtecTor
te beginnen:
• Controleer regelmatig de elektrische uitrusting van de ProtecTor. Vervang
losse verbindingen en defecte kabels onmiddellijk.
• Koppel het systeem los van de stroomvoorziening en beveilig het tegen
onbevoegd inschakelen.
• Voer de elektrische aansluiting alleen uit in overeenstemming met de
bijgevoegde
schakelschema's.
• Voer de elektrische aansluiting uitsluitend uit in overeenstemming met de
geldende VDE- en EN-richtlijnen, evenals de TAB's (technische aansluit-
voorwaarden) van de regionale energiebedrijven.
• Het apparaat mag alleen op vast aangelegde leidingen worden aangeslo-
ten.
• De exploitant van het apparaat is verantwoordelijk voor de EMC-
compatibiliteit van de gehele installatie volgens de ter plaatse geldende
normen.
EC-ventilator
Elektrische lading (>50 °C) tussen de stroomkabel en de aansluiting van de
beschermingskabel na het loskoppelen van de stroomkabel wanneer meer-
dere ventilatoren parallel zijn aangesloten.
• Zorg voor voldoende bescherming tegen toevallige aanraking. Alvorens
werkzaamheden aan de elektrische aansluiting uit te voeren, moeten de
netaansluitingen en PE met elkaar worden kortgesloten.
Ook bij uitgeschakeld apparaat staan klemmen en aansluitingen onder
spanning. De afwezigheid van spanning moet worden vastgesteld met een
tweepolige spanningstester.
• Open het apparaat pas 5 minuten na alpolige uitschakeling van de span-
ning.
De aardleiding geleidt (afhankelijk van de kloksnelheid, tussencircuit-
spanning en motorcapaciteit) hoge lekstromen. Zorg daarom voor een
EN-conforme aarding ook bij controle- of testomstandigheden (EN 50 178,
art. 5.2.11). Zonder aarding kunnen bij de motorbehuizing gevaarlijke span-
ningen ontstaan.
ProtecTor
Installatie- en gebruikshandleiding
2.55
23
Advertenties
Inhoudsopgave
