Windows NT Server 4.0
Opmerking:
gebruikt met FTP , kan een bestand zijn
in PCL, PostScript, PDF, HTML of elke
andere taal die de printer begrijpt.
Als het bestand wordt afgedrukt,
werkt het TCP/IP-protocol correct op
de MarkNet-printerserver.
122
Netwerkprinter configureren
Het bestand dat u
1
Controleer of u TCP/IP gebruikt voor de
communicatie tussen de Windows-server
en de MarkNet-printerserver.
2
Controleer of TCP/IP is ingeschakeld
(geactiveerd) op de printerserver.
Als u wilt weten of dit het geval is, drukt u
een pagina met netwerkinstellingen af en
kijkt u onder TCP/IP.
3
Controleer of TCP/IP correct is
geïnstalleerd op de Windows-server.
(Tip: Start, Instellingen,
Configuratiescherm, Netwerk, Protocollen).
4
Stuur een ping-opdracht naar de
printerserver.
ping 192.168.236.24
5
Breng een FTP-sessie met de printerserver
tot stand.
ftp 192.168.236.24
6
Druk een bestand af met behulp van de
FTP-opdracht put.
put mijntest.ps
7
Controleer of de netwerkprinter wordt
weergegeven in MarkVision:
– Als dit niet het geval is, bevat de
printerserver mogelijk oudere firmware.
– Als de netwerkprinter wel wordt
weergegeven, maar u nog steeds niet
kunt afdrukken, verwijdert u de
Lexmark netwerkpoort voor het
printerobject en voegt u deze vervolgens
opnieuw toe.
8
Stel zowel de printerserver als de printer
opnieuw in.