Opmerking:
Het bestand dat u
gebruikt met FTP , kan een bestand zijn
in PCL, PostScript, PDF, HTML of elke
andere taal die de printer begrijpt. Als
het bestand wordt afgedrukt, werkt het
TCP/IP-protocol correct op de MarkNet-
printerserver.
Opmerking:
Als u de interne
MarkNet-webserver wilt gebruiken, typt
u het IP-adres van de printerserver in
het vak voor de URL in de browser
(bijvoorbeeld http: //192.168.236.24).
1
TCP/IP
Controleer of het TCP/IP-protocol is
ingeschakeld (geactiveerd) op de
printerserver.
Als u wilt weten of dit het geval is, drukt u
een pagina met netwerkinstellingen af en
kijkt u onder TCP/IP.
2
Stuur een ping-opdracht naar de
printerserver.
3
Breng een FTP-sessie met de printerserver
tot stand.
4
Druk een bestand af op de netwerkprinter
met behulp van de FTP-opdracht put.
5
Controleer de poortinstellingen van het
printerobject.
6
Controleer alle instellingen van de
printerserver, waarbij u de interne
MarkNet-webserver of MarkVision
gebruikt.
7
Voor niet-UNIX-netwerken
a
b
8
Probeer opnieuw af te drukken.
ping 192.168.236.24
ftp 192.168.236.24
put mijntest.ps
Maak de installatie van Lexmark
software ongedaan.
Installeer de Lexmark software
opnieuw.
Selecteer tijdens de installatie alleen die
netwerkprotocollen die u daadwerkelijk
gebruikt (bijvoorbeeld TCP/IP).
Netwerkprinter configureren
119