Pagina 1
Lexmark Optra C710 Color Printer Gebruikershandleiding...
Pagina 2
Vanuit het Verenigd Koninkrijk en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks SL7 3RQ. Lexmark houdt zich het recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden, zonder zich daarvoor op enige wijze aan u te verplichten.
Pagina 6
Briefhoofdpapier ..........107 Transparanten .
Pagina 7
Papierstoringen verhelpen ........178 Papierstoringen in de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken verhelpen 185 Stofvanger van cartridges reinigen .
Pagina 8
Definities ........249 Index ........265 viii Inhoudsopgave...
Documentatie De handleidingen Deze Gebruikershandleiding biedt gedetailleerde informatie over kleurenfuncties, specificaties voor afdrukmateriaal, printeraccessoires, geheugenvereisten, het gebruik van het bedieningspaneel, het wijzigen van printerinstellingen en het oplossen van printerproblemen. De handleiding is bedoeld voor gebruikers die informatie nodig hebben over de configuratie van de printer, de standaardprinterinstellingen en het oplossen van printerproblemen en voor degene die verantwoordelijk is voor het bestellen van printeraccessoires.
Conventies In dit boek worden de volgende conventies aangehouden: • Knoppen op het bedieningspaneel worden vet weergegeven: Druk op nadat u een menu-instelling hebt Start gewijzigd. • Berichten die op de display van het bedieningspaneel verschijnen, worden ook vet weergegeven: Als het bericht op de 88 Cyaan toner bijna op...
Overige informatie Naast deze Gebruikershandleiding, Naslagkaart en de Installatiehandleiding, kunt u bij Lexmark extra informatie krijgen over uw printer en/of andere producten en diensten van Lexmark. Online documenten De cd met stuurprogramma's, MarkVision en hulpprogramma's die bij de printer wordt geleverd, bevat diverse online documenten.
Lexmark weblocatie Bezoek ons op het World Wide Web voor actuele informatie over Lexmark en Lexmark producten: http://www.lexmark.com Als u hulp nodig hebt bij het werken met de printer, kunt u onze weblocatie bezoeken op het volgende adres: http://www.lexmark.com/service/service.html Geautomatiseerd Als u zich in de V.S.
AppleTalk, LocalTalk, Macintosh, System 7.1 en TrueType zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. in de Verenigde Staten en in andere landen. Door de Optra C710 kleurenprinter gegenereerde PANTONE-kleuren zijn uit vier kleuren samengestelde processimulaties en komen wellicht niet overeen met vaste kleuren volgens de PANTONE-standaard.
Pagina 14
gebruikt en emuleert de functies die met deze opdrachten corresponderen. ® PostScript is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. PostScript is een aanduiding van Adobe Systems voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en -functies in haar printerproducten. Deze printer is ontwikkeld als compatibel met de PostScript-taal.
Over deze printer De Lexmark Optra C710 kleurenprinter is de ideale printer voor het afdrukken van presentaties, zakelijke Uitvoerlade voor dubbelzijdig afbeeldingen, lijnpatronen en tekst. De printer maakt afdrukken, uitvoerlade printer Universeel- gebruik van elektrofotografische laserdiode-technologie lader waarmee afbeeldingen en tekst van hoge kwaliteit kunnen worden afgedrukt.
250 vel. Op deze manier kunt u de totale capaciteit van de printer uitbreiden tot maar liefst 800 vel. Met behulp van de Lexmark printersoftware raakt u snel bekend met geavanceerde kleurenbeheertechnieken zoals het instellen van helderheid, contrast en verzadiging.
Geheugen De printer is standaard uitgerust met een geheugen van minimaal 32 MB. Kleurafdrukken kunnen hierdoor snel en efficiënt worden verwerkt. (Bepaalde modellen en printers met een Ethernet-aansluiting beschikken over meer geheugen.) Als u vooral grote, complexe taken afdrukt, kunt u met behulp van optionele geheugenkaarten het bruikbare geheugen uitbreiden tot maximaal 384 MB.
en niet in de buurt staat van de computer, kunt u vanachter uw bureau de printerstatus bekijken en de printerinstellingen wijzigen. Met MarkVision kunt u bovendien statistieken verzamelen over afdruktaken en bronnen naar de computer te laden. Papierverwerking De printer is uitgerust met een papierlade voor 250 vel en een universeellader voor 50 vel.
Pagina 19
Printerstuurpro- gramma's In dit hoofdstuk vindt u informatie over de instellingen in het printerstuurprogramma waarmee u de printerfuncties kunt besturen. U kunt alle functies en voorzieningen van uw printer besturen met de printerstuurprogramma's die bij de printer zijn geleverd. Deze printerstuurprogramma's zijn ontwikkeld zodat u uw printer efficiënt kunt gebruiken en u de meest optimale afdrukkwaliteit kunt behalen.
Pagina 20
Met behulp van het venster van het printerstuurprogramma kunt u een testpagina afdrukken. Deze pagina bevat alle huidige instellingen in het printerstuurprogramma. U kunt dit venster ook gebruiken voor het instellen van bijvoorbeeld een gebruikersidentificatiepagina, het papierformaat en overlays. Als er in het venster van het printerstuurprogramma iets wordt weergegeven waarvan de betekenis niet duidelijk is, kunt u de online Help voor actuele informatie over die functie raadplegen.
U kunt echter ook veel van deze instellingen wijzigen vanuit de toepassing die u gebruikt, een Lexmark printerstuurprogramma of het printerhulpprogramma MarkVision. Opmerking:...
Bedieningspaneel Het bedieningspaneel in de rechterbovenhoek van de printer bevat een LCD-scherm voor twee regels tekst van maximaal 16 tekens, vijf knoppen en één indicatorlampje. Het lampje geeft aan of de printer aan of uit staat en of er momenteel wel of niet een afdruktaak wordt verwerkt. Indicatorlampje Status Betekenis...
Knoppen op het bedieningspaneel (vervolg) Knop Functie Met de knop kunt u de volgende opdrachten uitvoeren: Selecteren 3 Selecteren • Het menu selecteren dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display en de beschikbare menu-items bekijken. • Het menu-item selecteren dat wordt weergegeven op de tweede regel van de display en de beschikbare waarde of de standaardinstelling van de gebruiker voor het betreffende menu- item bekijken.
Menu's U beschikt over een aantal menu's waarmee u op eenvoudige wijze printerinstellingen kunt wijzigen. In het diagram op pagina 17 worden de menu's en alle bijbehorende items weergegeven. De items in elk menu en de waarden die u kunt selecteren, worden uitvoeriger beschreven in de tabellen op pagina 18 en verder.
Pagina 25
Druk meerdere malen op Menu> <Menu . wordt weergegeven. MENU PAPIER MENU PAPIER Druk op Selecteren. Papierbron Op de eerste regel van de display wordt MENU PAPIER weergegeven en op de tweede regel wordt Papierbron 1 Menu 2 Selecteren 3 Return 4 weergegeven.
Druk op Selecteren. Soort lade 1 De papierbron wordt weergegeven op de eerste regel en de papiersoort op de tweede regel. = Normaal papier* Als u een andere papiersoort wilt selecteren, drukt u meerdere malen op Menu> of <Menu tot de gewenste papiersoort op de tweede regel wordt weergegeven.
Menu- U wijzigt als volgt de standaardinstellingen van de gebruiker instellingen wijzigen voor de menu's: Druk op het bedieningspaneel op Menu> <Menu Opmerking: De instellingen Druk meerdere malen op totdat het Menu> <Menu die u selecteert in de toepassing gewenste menu op de tweede regel van de display of het printerstuurprogramma wordt weergegeven.
op de display weergegeven en vervolgens gewist, waarna het woord wordt weergegeven. OPGESLAGEN Vervolgens wordt de vorige lijst met menu-items weergegeven. Opmerking: De Druk op als u klaar bent met het wijzigen van de Start standaardinstellingen blijven van menu-instellingen. kracht totdat u nieuwe instellingen opslaat of de fabrieksinstellingen herstelt .
Faxstatusberichten Als u een interne adapterkaart voor faxmodem hebt geïnstalleerd en de printer is geconfigureerd voor de verwerking van faxgegevens, wordt de huidige faxstatus op het bedieningspaneel met andere pictogrammen weergegeven. In de onderstaande tabel vindt u de pictogrammen en hun betekenis.
Pagina 30
Statuspictogram Beschrijving Fax formatteren & De printer ontvangt momenteel een fax ontvangen: fax en heeft een nieuwe taak die moet worden gefaxt. Terwijl de ene faxtaak wordt geformatteerd, wordt de andere taak door het faxverwerkingssysteem ontvangen. (Knippert) Faxfout Er heeft zich een fout voorgedaan tijdens het verzenden of ontvangen van de huidige faxtaak.
Menu-overzicht Menu's of menu-items in cursief worden alleen weergegeven als u de vereiste optie hebt geïnstalleerd. Menu-items in hoofdletters (bijvoorbeeld PAPIERFORMAAT) hebben submenu's. Raadpleeg de tabellen op de volgende pagina's voor een lijst met waarden voor elk menu-item. MENU MENU KLEUR MENU PAPIER MENU MENU EXTRA...
Menu Accessoires In het menu Accessoires vindt u informatie over printeraccessoires die de gebruiker geregeld moet controleren. Dit menu is alleen beschikbaar als een van de accessoires bijna leeg is of aan vervanging toe is. Het menu Accessoires is beschikbaar als de printer niet actief is of als de printer bezig is met het verwerken of afdrukken van een afdruktaak.
Pagina 33
Menu Accessoires (vervolg) Menu-item Waarden Overdrachtband Ontbreekt Bijna op Versleten Als de overdrachtband bijna aan vervanging toe is, wordt dit door de printer waargenomen. De printer geeft op het bedieningspaneel het bericht weer. 84 Overdrachtband bijna op U kunt op drukken om het bericht te wissen, maar de waarschuwing blijft zichtbaar START op het bedieningspaneel.
Menu Kleur Met het menu Kleur wordt de afdrukkwaliteit voor kleuren aangepast. Menu Kleur Menu-item Waarden Kleurcorrectie Auto* Levendig CMGZ Zwart/wit Display Duotoon Met Kleurcorrectie kunt u de afgedrukte kleur aanpassen zodat deze meer overeenkomt met de kleuren van andere afdrukapparaten of standaardkleursystemen. Selecteer bijvoorbeeld Display als u af wilt drukken in de kleuren die op het scherm van de computer staan.
Menu Papier Met het menu Papier wordt de printer ingesteld voor de te laden mediumsoort, de bron en de mediumgrootte. Menu Papier Menu-item Waarden Papierbron Lade 1* Lade 2 Lade 3 U-lader Handinvoer Env (hand) Met de waarde die u selecteert voor het menu-item Papierbron, bepaalt u welke lade de standaardpapierbron is.
Pagina 36
Menu Papier (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERFORMAAT Pap-form (hand) (vervolg) A4* (landspecifiek) JIS B5 Letter* (landspecifiek) Legal Executive Universal (Envelopformaten zijn gelijk aan Env-form (hand) Env-form (hand) 7 3/4-envelop 9-envelop 10-envelop* (landspecifiek) DL-envelop* (landspecifiek) C5-envelop B5-envelop Andere envelop Met de instelling Papierformaat bepaalt u het standaardformaat voor elke papierbron. Zie pagina 105 voor een overzicht van de afmetingen van alle papier- en envelopformaten.
Pagina 37
Menu Papier (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSOORT Soort lade 1 Normaal papier* Transparant Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd pap Aangepast 1 Aangepast 2 Aangepast 3 Aangepast 4 Soort lade 2 Normaal papier Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd pap Aangepast 1 Aangepast 2* Aangepast 3 Aangepast 4 Soort lade 3 Normaal papier...
Pagina 38
Menu Papier (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSOORT Soort U-lader (vervolg) Normaal papier Karton Transparant Etiketten Bankpost Envelop Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd pap Aangepast 1 Aangepast 2 Aangepast 3 Aangepast 4* Papiersrt (hand) Normaal papier* Karton Transparant Etiketten Bankpost Envelop Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd pap Aangepast 1 Aangepast 2 Aangepast 3...
Pagina 39
Menu Papier (vervolg) Menu-item Waarden PAPIERSOORT Met de instelling Papiersoort geeft u op in welke papierbron welk type afdrukmateriaal is (vervolg) geladen. Met de instellingen voor de papiersoort wordt de afdrukkwaliteit voor het gespecificeerde afdrukmateriaal geoptimaliseerd. Als u bijvoorbeeld Soort lade 1 instelt op Transparant, wordt het verhittingsstation warmer en het afdrukproces vertraagd om de best mogelijke transparant te maken.
Pagina 40
Menu Papier (vervolg) Menu-item Waarden Aangepast Aangepast x (waarbij x een van de vier aangepaste papiersoorten vertegenwoordigt) Papier* Karton Transparant Etiketten Enveloppen Met de instelling Aangepast x geeft u het soort afdrukmateriaal op voor alle aangepaste soorten aangepast (1-4) die beschikbaar zijn in het menu-item Papiersoort. Als u zelf een naam hebt opgegeven, wordt deze weergegeven in plaats van Aangepast x .
Pagina 41
Menu Papier (vervolg) Menu-item Waarden Papier laden Uit* Dubbelzijdig Bankpost laden Briefhfd laden Voorbedr laden Gekleurd laden Aangep 1 laden Aangep 2 laden Aangep 3 laden Aangep 4 laden Deze instelling is handig bij het dubbelzijdig afdrukken van voorbedrukte formulieren. Hierbij kan het voorkomen dat bepaalde gegevens dubbelzijdig en andere gegevens weer enkelzijdig moeten worden afgedrukt.
Menu Afwerking Met het menu Afwerking kunt u de definitieve uitvoer van de afdruktaken specificeren, zoals het aantal exemplaren, scheidingspagina's tussen afdruktaken invoegen en het aantal pagina-afbeeldingen op een vel. Menu Afwerking Menu-item Waarden Dubbelzijdig Uit* Opmerking: Wordt alleen weergegeven als u de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken hebt geïnstalleerd.
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Sorteren Uit* Stel Sorteren in op Aan om meerdere exemplaren van een taak te sorteren. Als u bijvoorbeeld drie pagina's afdrukt en Exemplaren instelt op 2, drukt de printer de volgende pagina's af: pagina 1, pagina 2, pagina 3, pagina 1, pagina 2, pagina 3. Als u Sorteren hebt ingesteld op Uit, wordt elke pagina van een afdruktaak net zo vaak afgedrukt als u hebt opgegeven bij de instelling Exemplaren.
Pagina 44
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden Scheidingspags Geen* Tussen exempl. Tussen taken Tussen pags U kunt de printer lege scheidingspagina's laten invoegen tussen afdruktaken, tussen meerdere exemplaren van een taak of tussen elke pagina van een taak. Scheidingspagina's worden ingevoerd vanuit de bron die u hebt opgegeven in het menu-item Bron scheid.pags. Selecteer de waarde Tussen exempl als u meerdere exemplaren van een afdruktaak afdrukt.
Pagina 45
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden N/vel: afdrukken Uit* 2 per vel 3 per vel 4 per vel 6 per vel 9 per vel 12 per vel 16 per vel Kies een waarde voor N per vel om afbeeldingen van het opgegeven aantal pagina's op één vel papier af te drukken.
Pagina 46
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden N/vel: volgorde Horizontaal* Verticaal Omgekeerd hor Omgekeerd vert Met N/vel: volgorde stelt u de volgorde in waarin de pagina-afbeeldingen worden afgedrukt bij N per vel. De volgorde van de pagina's is afhankelijk van de oriëntatie (staand of liggend) van de afzonderlijke pagina-afbeeldingen.
Pagina 47
Menu Afwerking (vervolg) Menu-item Waarden N/vel: beeld Auto* Lange zijde Korte zijde Als u N per vel gebruikt, kiest de printer standaard automatisch of de bovenkant van elke pagina langs de lange zijde of langs de korte zijde van het papier moet worden geplaatst. Dit is afhankelijk van hoe het opgegeven aantal afbeeldingen het best op het papier past.
Menu Extra In het menu Extra vindt u diverse menu-items en waarden die zijn ingesteld voor printerbronnen, printerinstellingen en afdruktaken. Daarnaast bevat dit menu items waarmee u de printerhardware kunt instellen en printerproblemen kunt oplossen. Menu Extra Menu-item Waarden Vervang cartrdge Druk op om te zien welke cartridge de minste hoeveelheid toner bevat.
Pagina 49
Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Fabr.instelling Herstellen Niet herstellen Met dit menu-item kunt u de meeste instellingen van het bedieningspaneel herstellen naar de fabrieksinstellingen. Als u de fabrieksinstellingen herstelt, heeft dat het volgende resultaat: • Alle bronnen (lettertypen, macro's, symbolensets) die in het printergeheugen (RAM) zijn geladen, worden verwijderd.
Pagina 50
Menu Extra (vervolg) Menu-item Waarden Schijf formatt Als u de vaste schijf formatteert, worden alle bronnen verwijderd die zijn opgeslagen op de vaste schijf en wordt de vaste schijf voorbereid op het ontvangen van nieuwe bronnen. U kunt het beste Directory afdr selecteren voordat u de schijf formatteert om te bepalen welke bronnen eventueel zijn opgeslagen op de schijf.
Menu Taak Het Menu Taak is beschikbaar als de printer niet actief is, bezig is een afdruktaak te verwerken of af te drukken, als een printerbericht wordt weergegeven of als de printer in de Hex Trace-modus staat. Druk op om het menu Taak Menu>...
Pagina 52
Menu Taak (vervolg) Menu-item Waarden VERTROUWELIJK Voer PIN in: Alle taken afdr AAK AFDRUKKEN Alle taken verw AAK VERWIJDEREN XEMPLAREN Als u een vertrouwelijke taak verzendt, wordt deze door de printer opgemaakt en in het geheugen bewaard. De uitvoering van de taak wordt uitgesteld totdat u de PIN-code invoert die aan de taak is toegewezen.
Pagina 53
Menu Taak (vervolg) Menu-item Waarden Selecteer om voor elke vertrouwelijke afdruktaak het aantal exemplaren te XEMPLAREN wijzigen. Op de tweede regel van het bedieningspaneel wordt een afdruktaak weergegeven. Druk op > of < om in de lijst de volgende of de vorige taak te kiezen. Druk op Menu Menu Selecteren als de gewenste afdruktaak op de tweede regel wordt weergegeven.
Menu Instelling Met het menu Instelling worden de printerfuncties geconfigureerd. Menu Instelling Menu-item Waarden Printertaal PCL-emulatie PS Emulatie* De printertaal bepaalt hoe de computer communiceert met de printer. Uw computer gebruikt printertalen om afdrukgegevens naar de printer te sturen, zoals PCL-emulatie en PostScript 3-emulatie.
Menu Instelling (vervolg) Menu-item Waarden Bronnen opslaan Uit* Met de instelling Bronnen opslaan kunt u bepalen wat er gedaan moet worden met bronnen die zijn geladen in het RAM als de printer een afdruktaak ontvangt die meer geheugen vereist dan er beschikbaar is. Als Bronnen opslaan is ingesteld op Aan, houdt de printer alle permanent geladen bronnen voor alle printertalen vast in het geheugen als u de taal wijzigt of de printer opnieuw wordt ingesteld.
Pagina 56
Menu Instelling (vervolg) Menu-item Waarden Afdruktimeout Uitgeschakeld 1…255 (90*) Met de instelling voor Afdruktimeout bepaalt u hoe lang het duurt (1 tot 255 seconden) voordat de laatste pagina van een afdruktaak wordt afgedrukt als deze afdruktaak niet eindigt met een opdracht om de pagina af te drukken. De teller van de timeout voor het afdrukken begint pas met tellen als de printer het bericht weergeeft.
Pagina 57
Menu Instelling (vervolg) Menu-item Waarden Auto doorgaan Uitgeschakeld* 5…255 Stel Auto doorgaan in op een waarde tussen de 5 en 255 seconden als u wilt dat de printer automatisch doorgaat met het uitvoeren van taken nadat één van de volgende fouten is geconstateerd: 35 Bronnen opslaan uit Onvoldoende geheugen 37 Onvold ruimte voor sorteren...
Pagina 58
Menu Instelling (vervolg) Menu-item Waarden Wachttimeout Uitgeschakeld 15…65535 (40*) Met de instelling voor Wachttimeout bepaalt u hoeveel seconden de printer wacht op PostScript-gegevens van de computer. Als deze timeout is verstreken, wordt de afdruktaak geannuleerd. Met de optie Uitgeschakeld kunt u Wachttimeout uitzetten. Het menu-item Wachttimeout is alleen beschikbaar bij gebruik van PostScript 3-emulatie.
Pagina 59
Menu Instelling (vervolg) Menu-item Waarden Afdrukgebied Normaal* Hele pagina Selecteer Hele pagina om het PCL-opmaakgebied en het gebied waarop de printer daadwerkelijk afdrukt, te wijzigen. Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over afdrukgebieden. Als u Normaal hebt geselecteerd, gebruikt de printer het afdrukgebied dat wordt aangegeven door de papierlade of de invoer vanaf het bedieningspaneel.
Pagina 60
Menu Instelling (vervolg) Menu-item Waarden Buffergrootte Uitgeschakeld* 10…100% Als u een optionele vaste schijf hebt geïnstalleerd in de printer, kunt u een gedeelte van de beschikbare schijfruimte toewijzen aan het spoolen van afdruktaken. U kunt elk gewenst percentage kiezen tussen 10 en 100%. U moet een waarde voor Buffergrootte taak selecteren voordat u het menu-item Taken in buffer voor een bepaalde poort kunt instellen op Aan.
Pagina 61
Menu Instelling (vervolg) Menu-item Waarden Takenlog Uit* Als u een optionele vaste schijf hebt geïnstalleerd in de printer, kunt u Takenlog instellen op Aan, zodat statistische gegevens over de meest recente afdruktaken van de printer op de vaste schijf worden opgeslagen. De volgende statistische gegevens worden afgedrukt: of de afdruktaak met of zonder fouten is uitgevoerd, hoeveel tijd de taak in beslag heeft genomen, de omvang (in bytes) van de afdruktaak, het geselecteerde papierformaat en de geselecteerde papiersoort, het totale aantal afgedrukte pagina's en het geselecteerde aantal...
Menu PCL-emul Met het menu PCL-emul worden printerinstellingen gewijzigd die van invloed zijn op taken die zijn afgedrukt met de printertaal PCL-emulatie. Raadpleeg de Technical Reference van de printer voor informatie over de opdrachten in PCL-emulatie die door de printer worden ondersteund. Menu PCL-emul Menu-item Waarden...
Pagina 63
Menu PCL-emul (vervolg) Menu-item Waarden Puntformaat 1…1008 (in veelvouden van 0,25) (12*) Als u een schaalbaar typografisch lettertype hebt gekozen, kunt u het puntformaat voor dit lettertype selecteren. Het puntformaat heeft betrekking op de hoogte van de tekens in het lettertype.
Pagina 64
Menu PCL-emul (vervolg) Menu-item Waarden Afdrukstand Staand* Liggend Met de waarde die u opgeeft bij Afdrukstand, bepaalt u de afdrukrichting voor de pagina. Als u Staand als afdrukstand selecteert, lopen de regels van de afgedrukte tekst parallel aan de korte zijde van de pagina.per. Deze afdrukstand wordt...
Pagina 65
Menu PCL-emul (vervolg) Menu-item Waarden Auto HR na NR Uit* Als u de waarde voor Auto HR bij NR hebt ingesteld op Aan, voert de printer automatisch een harde return in als u de opdracht geeft de tekst op een nieuwe regel te plaatsen. Auto NR na HR Uit* Als u de waarde voor Auto NR bij HR hebt ingesteld op Aan, wordt de tekst automatisch op...
Menu PostScript Met het menu PostScript worden instellingen gewijzigd die van invloed zijn op taken die zijn afgedrukt met de printertaal PostScript 3-emulatie. Raadpleeg de Technical Reference voor informatie over de PostScript-opdrachten die door de printer worden ondersteund. Menu PostScript Menu-item Waarden PS-fout afdr...
Menu Parallel In het menu Parallel wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die via de parallelle interfacepoort naar de printer worden verzonden. Als u op het bedieningspaneel menu Parallel selecteert, wordt Std parallel op de tweede regel van de display weergegeven. Druk op als u de instellingen in onderstaande tabel Selecteren...
Pagina 68
Menu Parallel (vervolg) Menu-item Waarden NPA-modus (Network Printing Alliance) Auto* NPA is een modus waarbij de bidirectionele communicatie verloopt via het Network Printing Alliance Protocol, een protocol voor de communicatie tussen printer en host dat is ontwikkeld door de NPA . In de NPA-modus moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
Pagina 69
Menu Parallel (vervolg) Menu-item Waarden Taken in buffer Uit* Als u een optionele vaste schijf hebt geïnstalleerd in de printer, kunt u afdruktaken die zijn verzonden naar de parallelle poort, naar de vaste schijf spoolen. Als u afdruktaken naar de vaste schijf spoolt, heeft de printer waarschijnlijk minder tijd nodig om gegevens van een toepassing te accepteren.
Pagina 70
Menu Parallel (vervolg) Menu-item Waarden Parallelle mod 1 Aan* Met deze instelling schakelt u de afstopweerstanden voor de signalen van de parallelle poort in of uit. Dit is nuttig voor computers met open collector-output voor de signalen van de parallelle poort. Stel Parallelle modus 1 in op Aan om de weerstanden uit te schakelen of op Uit om de weerstanden in te schakelen.
Menu Serieel In het menu Serieel wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die via de seriële interfacepoort naar de printer worden verzonden. Dit menu is alleen beschikbaar als u een optionele Tri-port-adapter hebt geïnstalleerd. Als u menu Serieel selecteert op het bedieningspaneel, verschijnt Serieel optie 1 of Serieel optie 2 op de tweede regel van de display.
Pagina 72
Menu Serieel (vervolg) Menu-item Waarden NPA-modus (Network Printing Alliance) Auto* NPA is een modus waarbij de bidirectionele communicatie verloopt via het Network Printing Alliance Protocol, een protocol voor de communicatie tussen printer en host dat is ontwikkeld door de NPA . In de NPA-modus moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
Pagina 73
Menu Serieel (vervolg) Menu-item Waarden Taken in buffer Uit* Als u een optionele vaste schijf hebt geïnstalleerd in de printer, kunt u afdruktaken spoolen die zijn verzonden naar de seriële poort, naar de vaste schijf. Als u afdruktaken naar de vaste schijf spoolt, heeft de printer waarschijnlijk minder tijd nodig om gegevens van een toepassing te accepteren.
Pagina 74
Menu Serieel (vervolg) Menu-item Waarden Robust XON Uit* Deze printerinstelling is alleen van toepassing op de seriële poort als Serieel protocol is ingesteld op XON/XOFF. Als Robust XON is ingesteld op Aan, stuurt de printer een ononderbroken stroom XON's naar de computer om aan te geven dat de seriële poort gereed is om meer gegevens te ontvangen.
Menu Netwerk In het menu Netwerk wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die via de netwerkpoort naar de printer worden verzonden. Dit menu is alleen beschikbaar als u een optionele netwerkadapter hebt geïnstalleerd. Als u menu Netwerk selecteert op het bedieningspaneel, wordt Netwerk optie 1, Netwerk optie 2 of Netwerk optie 3 op de tweede regel van de display weergegeven.
Menu Netwerk (vervolg) Menu-item Waarden NPA-modus (Network Printing Auto* Alliance) NPA is een modus waarbij de bidirectionele communicatie verloopt via het Network Printing Alliance Protocol, een protocol voor de communicatie tussen printer en host dat is ontwikkeld door de NPA . In de NPA-modus moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
Pagina 77
Menu Netwerk (vervolg) Menu-item Waarden Taken in buffer Uit* Als u een optionele vaste schijf hebt geïnstalleerd in de printer, kunt u afdruktaken die zijn verzonden naar de netwerkpoort, naar de vaste schijf spoolen. Als u afdruktaken naar de vaste schijf spoolt, heeft de printer waarschijnlijk minder tijd nodig om gegevens van een toepassing te accepteren.
Pagina 78
Menu Netwerk (vervolg) Menu-item Waarden Netwerkinst x Waarden voor dit menu-item worden door de specifieke netwerkadapter geleverd. Open het menu als u de beschikbare waarden wilt bekijken. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie die bij de netwerkadapter is meegeleverd. Met de volgende instellingen kunt u de klokinstellingen op de interne faxmodem configureren. Dit menu-item is alleen beschikbaar als u een interne faxmodem hebt geïnstalleerd.
Menu Infrarood In het menu Infrarood wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die via de seriële interfacepoort naar de printer worden verzonden. Dit menu is alleen beschikbaar als u een optionele Tri-port-adapter hebt geïnstalleerd. Als Infraroodpoort is ingesteld op Uitgeschakeld, zijn alle andere menu-items in het menu Infrarood verborgen.
Pagina 80
Menu Infrarood (vervolg) Menu-item Waarden NPA-modus (Network Printing Auto* Alliance) NPA is een modus waarbij de bidirectionele communicatie verloopt via het Network Printing Alliance Protocol, een protocol voor de communicatie tussen printer en host dat is ontwikkeld door de NPA . In de NPA-modus moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
Pagina 81
Menu Infrarood (vervolg) Menu-item Waarden Taken in buffer Uit* Als u een optionele vaste schijf hebt geïnstalleerd in de printer, kunt u afdruktaken die zijn verzonden naar de infraroodpoort, naar de vaste schijf spoolen. Als u afdruktaken naar de vaste schijf spoolt, heeft de printer waarschijnlijk minder tijd nodig om gegevens van een toepassing te accepteren.
Pagina 82
Menu Infrarood (vervolg) Menu-item Waarden Vertr bij overdr Auto* Geen 1…15 Met de instelling voor Vertr bij overdr bepaalt u hoe lang de printer moet wachten voordat deze zinvolle infraroodgegevens verzendt naar de hostcomputer en hoe lang de hostcomputer, op verzoek van de printer, moet wachten voordat deze infraroodgegevens verzendt.
Menu LocalTalk In het menu LocalTalk wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die via de LocalTalk-poort naar de printer worden verzonden. Dit menu is alleen beschikbaar als u een optionele Tri-port-adapter hebt geïnstalleerd. Als LocalTalk-poort is Uitgeschakeld, zijn alle andere menu-items in het menu LocalTalk verborgen.
Pagina 84
Menu LocalTalk (vervolg) Menu-item Waarden NPA-modus (Network Printing Auto* Alliance) NPA is een modus waarbij de bidirectionele communicatie verloopt via het Network Printing Alliance Protocol, een protocol voor de communicatie tussen printer en host dat is ontwikkeld door de NPA . In de NPA-modus moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
Pagina 85
Opmerking: Als u de ingestelde waarde voor NPA-hosts wijzigt, wordt de printer automatisch opnieuw ingesteld. LocalTalk-naam Lexmark (standaardnaam) Dit is de naam van het printermodel dat is opgeslagen in het printergeheugen. Deze instelling kan niet worden gewijzigd in het bedieningspaneel van de printer.
Menu USB In het menu USB wijzigt u instellingen die van invloed zijn op afdruktaken die via de USB-poort naar de printer worden verzonden. Dit menu is alleen beschikbaar als er een optionele USB-adapter is geïnstalleerd. Als het menu-item USB-poort is Uitgeschakeld, zijn alle andere menu-items in het menu USB verborgen.
Pagina 87
Menu USB (vervolg) Menu-item Waarden NPA-modus (Network Printing Auto* Alliance) NPA is een modus waarbij de bidirectionele communicatie verloopt via het Network Printing Alliance Protocol, een protocol voor de communicatie tussen printer en host dat is ontwikkeld door de NPA . In de NPA-modus moeten afdrukgegevens op een speciale manier worden verwerkt.
Pagina 88
Menu USB (vervolg) Menu-item Waarden USB-buffer Uitgeschakeld Auto* 3K tot maximum toegestane grootte U kunt de grootte van de buffer voor USB-invoer aanpassen aan de vereisten van uw systeem. Als u vanwege het beperkte formaat van de invoerbuffer niet verder kunt werken in de toepassing telkens als u een afdruktaak naar de printer zendt, kunt u het formaat van de buffer vergroten.
Menu Fax Met het menu Fax kunt u een seriële poort configureren zodat deze faxen kan ontvangen van een klasse 1 faxmodem die is aangesloten op deze poort. Dit menu is alleen beschikbaar als u een optionele Tri-port-adapter of een interne faxmodem in de printer hebt geïnstalleerd.
Pagina 90
Menu Fax (vervolg) Menu-item Waarden Faxpariteit Even Oneven Geen* Negeren Met deze instelling selecteert u de pariteit voor de invoer- en uitvoergegevensframes. Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over pariteit. Faxbuffer Uitgeschakeld Auto* 3K tot maximum toegestane grootte U kunt de grootte van de buffer voor faxinvoer aanpassen aan de vereisten van uw systeem. Als het formaat van de invoerbuffer onvoldoende is om door te kunnen werken in de toepassing terwijl u een fax ontvangt, kunt u het formaat van de buffer vergroten.
Pagina 91
Menu Fax (vervolg) Menu-item Waarden Faxpapierformaat Letter* Legal Executive Universal Met Faxpapierformaat kunt u opgeven welk formaat voor faxen u wilt gebruiken. Als er een fax binnenkomt, wordt het beeld van de fax zo geformatteerd dat er wordt afgedrukt op het formaat dat bij Faxpapierformaat is opgegeven.
Pagina 92
Menu Fax (vervolg) Menu-item Waarden FAX INSTELLEN Stationsnaam Stationsnummer Luidspreker Aan* Als u een optioneel interne faxmodem hebt geïnstalleerd, dan moet deze worden geconfigureerd. U kunt de interne faxmodem configureren met de volgende waarden van Fax instellen. De stationsnaam is een identificatiereeks voor de printer- of het faxstation. De Stationsnaam wordt afgedrukt in de koptekstinformatie die bij elke gefaxte pagina wordt verzonden.
Pagina 93
Menu Fax (vervolg) Menu-item Waarden FAXLOGS Verzendlog afdr Ontvngstlog afdr Logs auto-afdruk Log wissen Transmissielog Altijd afdrukken Nooit afdrukken Afdrkkn bij fout* Logpapierformaat A4* (NietVS) JIS B5 Letter* (VS) Legal Executive Universal Logpapiersoort Normaal papier* Karton Transparant Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd pap Aangepast 1...
Pagina 94
Menu Fax (vervolg) Menu-item Waarden Als Log auto-afdruk is ingesteld op Uit en de logs voor het verzenden of ontvangen van faxen vol zijn, verwijdert de printer automatisch de oudste vermelding in het betreffende log om plaats te maken voor de nieuwe vermelding. Opmerking: Als er voor een aangepaste soort een door de gebruiker gedefinieerde naam beschikbaar is, wordt deze naam weergegeven in plaats van "Aangepast x".
Pagina 95
Menu Fax (vervolg) Menu-item Waarden FAXEN Faxopslag ONTVANGEN Aan* Faxpapierformaat A4* (NietVS) JIS B5 Letter* (VS) Legal Executive Universal Faxpapiersoort Normaal papier* Karton Transparant Etiketten Bankpost Briefhoofd Voorbedrukt Gekleurd pap Aangepast 1 Aangepast 2 Aangepast 3 Aangepast 4 Als u een optionele interne faxmodem hebt geïnstalleerd, moeten de gegevens voor faxontvangst worden geconfigureerd.
Werken met kleuren Met de Optra C710 kunt u afdrukken in kleur. Met kleuren kunt u bepaalde zaken benadrukken en voegt u iets extra's toe aan uw afdrukken en informatie. Gekleurde afdrukken zijn leesbaarder en worden dan ook meer gelezen dan dezelfde afdrukken in zwartwit.
Waarnemen van Als we kleuren zien, zien we in feite licht dat door een voorwerp kleuren wordt doorgelaten of gereflecteerd. Wat onze ogen waarnemen als zichtbaar licht zijn in feite golflengten. Onze ogen zijn gevoelig voor drie bepaalde golflengten, namelijk de kleuren rood, groen en blauw.
Kleurverschil De meeste toepassingen bieden tegenwoordig WYSIWYG (What You See Is What You Get: wat u ziet, is wat u krijgt). Daarmee kunt u documenten eenvoudiger een bepaald uiterlijk geven. Het verschil tussen additieve en subtractieve kleuren kan er echter toe leiden dat u niet altijd ziet wat u krijgt. Dit wordt veroorzaakt door het verschil tussen additieve en subtractieve kleuren.
Kleuren beheren Kleurenbeheersystemen Er zijn vele kleurenbeheersystemen verkrijgbaar, van eenvoudige boeken met kleurenvoorbeelden tot en met speciaal ontworpen kleurenservers. Met behulp van kleurenbeheersystemen (Color Management Systems, of CMS) kunt u kleuren op elkaar afstemmen op verschillende apparaten, zoals scanners, beeldschermen en printers. Wat u tijdens elke stap van het proces te zien krijgt, komt daadwerkelijk overeen met de afdruk.
Omzetting van kleuren tussen verschillende kleurenmodellen Omzetting van kleuren is het ingewikkeldste onderdeel van een kleurenbeheersysteem. Omdat elk apparaat is gebaseerd op een apparaatafhankelijk kleurenmodel, zoals RGB of CMGZ, bestaan er verschillen tussen het kleurenbereik dat door elk apparaat wordt ondersteund. Daarom is het moeilijk en soms zelfs onmogelijk om kleuren te reproduceren op apparaten die gebruikmaken van een ander kleurenmodel.
Agfa FotoTune Ook Agfa FotoTune maakt gebruik van het onafhankelijke CIE- kleurenmodel voor de omzetting van RGB- en CMGZ-waarden. Dit is echter afhankelijk van de toepassing die u gebruikt. Het werkt alleen met bepaalde toepassingen, zoals Adobe Photoshop™. Uw printer Het printerstuurprogramma is ontwikkeld om u de best besturen mogelijke uitvoer van verschillende afdruktaken te garanderen.
Pagina 103
Met de standaardinstelling Image Enhance krijgt u een optimale balans voor de meeste afdruktaken. U kunt deze instellingen wijzigen in het tabblad voor kleuren in het printerstuurprogramma of met het menu Kleur van het bedieningspaneel. De onderstaande tabel bevat een overzicht van de kleureninstellingen en hun toepassingen: Kleureninstelling Screeningmethode...
Rasterschermen De term rasterscherm heeft betrekking op het stippenpatroon dat wordt toegepast voor een afbeelding. Als u goed naar een zwartwitfoto in een tijdschrift kijkt, lijkt het alsof deze vele grijstinten bevat. Als u dezelfde foto nu onder een vergrootglas bekijkt, ziet u dat deze in feite is opgemaakt uit een aantal stippen (dots).
verbeterd. De reden hiervoor is dat bij hogere instellingen de kleuren of rasters in elkaar lijken over te lopen. Verschillende afdruktaken vereisen echter verschillende instellingen wat betreft de schermfrequentie. Voor offset printing is bijvoorbeeld een hogere instelling vereist dan gewoonlijk wordt gebruikt voor krantenartikelen. Met de standaardinstelling van de printer verkrijgt u beste schermfrequentie voor hoogwaardige professionele grafieken.
Tekst afdrukken In PostScript- en PCL-emulatie wordt 100% zwarte tekst afgedrukt met zwarte toner. Hierdoor zijn de letters duidelijk en scherp. Zoals al eerder is vermeld, past de printer een uniek schermalgoritme toe op tekst die in kleine tekens (puntformaat van minder dan 24) is weergegeven.
Als u de kleurcorrectie instelt op Uit, wordt de kleurcorrectie uitgevoerd door de software. Deze instelling wordt gebruikt als de kleurcorrectie wordt uitgevoerd door de software of als u een ander hulpmiddel voor kleurenbeheer gebruikt. Als u deze instelling gebruikt zonder de vereiste software voor kleurenbeheer of als de toepassing niet over de juiste gegevens beschikt, kan de afdruk er anders uit zien dan u verwacht.
Display Opmerking: Door het verschil U kunt deze instelling gebruiken om kleuren af te drukken die de kleuren op uw beeldscherm benaderen. Bij deze instelling tussen additieve en subtractieve worden algemene kleurentabellen gebruikt voor het omzetten kleuren beschikt uw printer over van de kleurinstellingen van het beeldscherm naar de kleuren die u niet op uw monitor kleurenwaarden die worden gebruikt door het CMGZ-...
124 voor meer informatie. Transparanten Voor de beste afdrukkwaliteit op transparanten kunt u het beste de volgende transparanten van Lexmark te gebruiken. Deze zijn speciaal ontwikkeld voor uw printer: Artikelnummer 12A5150 (formaat letter) Artikelnummer 12A5151 (formaat A4) Dankzij de eigenschappen van deze transparanten krult het materiaal niet en bent u verzekerd van de beste toneroverdracht.
Printerstuurprogramma's De stuurprogramma's van Lexmark die bij uw printer zijn geleverd, ondersteunen alle instellingen die in dit hoofdstuk zijn beschreven. Tevens bevatten deze enkele extra voorzieningen die u helpen uw uitvoer nog beter af te stellen. De standaardinstellingen van het printerstuurprogramma bieden de best mogelijke afdrukkwaliteit voor de meeste afdruktaken.
Geheugenbe- heer Printergeheugen De printer wordt geleverd met minimaal 32 MB geheugen. Als u wilt controleren hoeveel geheugen momenteel is geïnstalleerd in uw printer, selecteert u Print menu's in het menu Extra. Het totaal geïnstalleerde geheugen wordt weergegeven op de afdruk. Raadpleeg pagina 10 voor meer informatie over het afdrukken van de pagina met menu-instellingen.
De maximale hoeveelheid die uw printer kan gebruiken is echter 384 MB. Opmerking: Lexmark levert drie geheugenopties voor de printer, Geheugenopties namelijk kaarten van 32 MB, 64 MB en 128 MB. Raadpleeg die zijn ontwikkeld voor andere de Installatiehandleiding voor informatie over het Lexmark laserprinters werken installeren van extra geheugen.
U kunt ook het volgende proberen: • de resolutie instellen op 600 dpi; • de optie Pag-beveiliging in het menu Instelling op zetten; • de optie Bronnen opslaan in het menu Instelling op zetten. Geheugen toewijzen Een gedeelte van het printergeheugen is gereserveerd voor invoerbuffers waarin de afdruktaken worden geplaatst die vanuit uw toepassing zijn verzonden.
Flash-geheugen U kunt optioneel flash-geheugen toevoegen aan de printer. Als u regelmatig lettertypen, macro's, formulieren of symbolensets naar de printer laadt, kunt u deze in het flash-geheugen opslaan in plaats van in het RAM- geheugen. Bronnen die zijn opgeslagen in het flash- geheugen gaan niet verloren als de printer wordt uitgeschakeld.
Taken sorteren Als u een grote taak sorteert en er onvoldoende printergeheugen beschikbaar is, gebruikt de printer automatisch de opslagruimte op een geïnstalleerde vaste schijf voor het sorteren. Raadpleeg pagina 29 voor meer informatie over sorteren. Statistieken opslaan U kunt op een vaste schijf ook statistieken verzamelen van een bepaald aantal van de meest recente taken.
Bronnen beheren Met het hulpprogramma MarkVision kunt u de bronnen die zijn geladen beheren die u opslaat in het flash-geheugen of op een vaste schijf. Met de hulpprogramma's van MarkVision naar het flash- kunt u instellingen opgeven voor: geheugen of de •...
Papierverwer- king Papierbronnen en De printer is uitgevoerd met twee standaardpapierbronnen: uitvoerladen een papierlade voor 250 vel en een universeellader voor 50 vel. In alle papierladen kunt u papier laden. Transparanten kunt u alleen laden in de universeellader en in lade 1. De universeellader kunt u gebruiken voor papier, transparanten, etiketten of enveloppen.
Het afdrukmateriaal wordt met de afdrukzijde naar beneden uitgevoerd in de bovenste lade van de printer. Specificatie papierbronnen Bron Media Formaten Gewicht Capaciteit Afdrukzijde Standaardlade Papier A4, B5, Letter, Legal, Executive 60–90 g/m 250 vel Met de bedrukte zijde (Lade 1) Transparanten (16–24 lb) 100 transparanten...
In de volgende tabellen wordt een overzicht gegeven van de papier- en envelopformaten die de printer ondersteunt. Specificaties papierformaat Afdruksnelheid Formaat Afmetingen (ppm zwartwit/kleur) 182 x 257 mm 16/3 210 x 297 mm 16/3 Executive 184 x 279 mm 16/3 Letter 216 x 27,94 cm 16/3...
Richtlijnen voor Als u het juiste afdrukmateriaal (papier, transparanten, afdrukmateriaal enveloppen en etiketten) selecteert, kunt u afdrukproblemen voorkomen. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide op de cd die bij de printer is geleverd, voor uitgebreide informatie over de kenmerken van de verschillende afdrukmaterialen. Hieronder vindt u enkele beknopte richtlijnen voor de keuze van papier en andere afdrukmaterialen.
• Synthetisch papier • Thermisch papier • Kringlooppapier lichter dan 75 g/m Briefhoofdpapier Links ziet u hoe u voorbedrukt A4- of Letter-papier in de universeellader of de papierlade moet plaatsen. Zorg dat de stapel papier niet hoger is dan de maximumhoogte die wordt aangegeven aan de binnenkant van de papierlade.
Transparanten Gebruik voor de beste resultaten alleen de volgende Lexmark transparanten in de printer: Aanbevolen transparanten Artikelnummer Formaat 12A5150 Letter 12A5151 Deze transparanten bieden een optimale afdrukkwaliteit. Als u andere transparanten gebruikt die zijn bestemd voor laserprinters, kan dit leiden tot onvoorspelbare resultaten en mogelijk zelfs tot schade aan de printer.
Transparanten laden Waaier de stapel uit voordat u de transparanten laadt zodat deze niet aan elkaar blijven plakken. Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een slechte afdrukkwaliteit als gevolg hebben. U mag transparanten alleen in de universeellader of in lade 1 plaatsen.
Enveloppen U kunt maximaal 9 enveloppen laden in de universeellader. Laad enveloppen met de klepzijde omhoog en zorg ervoor dat de zijde bij het retouradres als laatste in de printer wordt ingevoerd. Laad geen enveloppen met postzegels. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor volledige instructies voor het laden van enveloppen.
Etiketten Als u etiketten moet afdrukken, gebruik dan papieren etiketten die zijn ontworpen voor laserprinters. Gebruik alleen etikettenvellen waarop geen ruimte is tussen de etiketten, zoals in de afbeelding links. Probeer altijd voorbeelden af te drukken op etiketten, voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Etiketten moeten temperaturen van 195ºC kunnen weerstaan zonder te smelten, te verkleuren, om te krullen of gevaarlijke Geschikte etiketten...
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide, op de bij de printer geleverde cd, voor meer informatie over de soorten karton die uw printer ondersteunt. Stel de papiersoort altijd in op Karton wanneer u op zwaarder papier afdrukt. De temperatuur van het verhittingsstation en de snelheid van de engine worden aangepast voor een optimale afdrukkwaliteit.
• Als u tijdens het afdrukken van een taak papier wilt bijvullen in een lade, drukt u op de knop en wacht u Stop totdat de motors van de printer zijn gestopt. Haal de lade uit de printer. Plaats het papier en schuif de lade terug. Druk op om door te gaan met afdrukken.
Pagina 128
Controleer bij het wisselen van papier in de lade of de papiergeleiders in de juiste stand staan. Aan de hand van de positie van de achterste papiergeleider bepaalt de printer welk formaat papier zich in de lade bevindt. Wanneer papier in de printer wordt ingevoerd terwijl de achterste papiergeleider niet in de juiste positie staat, kan het papier verkeerd worden ingevoerd of vastlopen.
Pagina 129
U vult als volgt de lade: Trek de papierlade in zijn geheel uit de printer. Leg de lade op een vlak oppervlak. Opmerking: Als u A4- of Druk op de veervergrendeling aan het uiteinde Letter-papier wilt laden, hoeft van de achterste papiergeleider. u de geleiders mogelijk niet te verschuiven.
Pagina 130
Druk de zijgeleider in de uitsparingen aan de zijkant en de onderkant van de papierlade. Buig de vellen enkele malen voordat deze worden geladen om ze los te maken. Waaier de vellen vervolgens uit. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. Laad het papier met de aanbevolen afdrukzijde naar boven.
Schuif de papierlade in de printer. Laden koppelen Als u de papiercapaciteit wilt vergroten, kunt u de printer uitbreiden met een optionele kast met twee laden voor elk 250 vel. Als u in meer dan één lade papier van hetzelfde formaat en dezelfde soort laadt, wordt automatisch overgeschakeld op een andere lade wanneer de eerste lade leeg is.
Selecteer dezelfde papiersoortinstelling voor alle bronnen. Zie pagina 23 of raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie over het wijzigen van de papiersoort. Als u de koppeling wilt ongedaan wilt maken, moet u de instelling voor de papiersoort voor één of meer laden instellen op een aangepaste soort.
Pagina 133
Buig de vellen enkele malen voordat u ze gaat laden om de vellen los te maken. Waaier de stapel vervolgens uit. Maak op een platte ondergrond een rechte stapel. Laad het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar beneden en schuif de papiergeleider naar rechts totdat deze het afdrukmateriaal raakt.
Stel de papiersoort in op het type afdrukmateriaal dat u gebruikt. Dit kunt u doen via het menu Papier op het bedieningspaneel of via het printerstuurprogramma. Raadpleeg "PAPIERSOORT" op pagina 23 voor meer informatie over de beschikbare papiersoorten. Afdrukken vanuit de Aangezien de universeellader niet is uitgerust met een universeellader formaatsensor, moet u het formaat en de soort van het papier...
Accessoires vervangen De printer is zo ontworpen dat u accessoires kunt vervangen zonder de hulp van een onderhoudsmonteur. U zult regelmatig nieuwe cartridges en andere onderdelen moeten installeren zodat de printer goed blijft werken. Het is raadzaam deze accessoires in voorraad te hebben zodat u de printer altijd kunt gebruiken.
Pagina 136
Lexmark geautoriseerde leveranciers van accessoires in uw omgeving. In de VS belt u 1-800-438-2468 voor het bestellen van accessoires bij Lexmark Direct en kunt u informatie opvragen over door Lexmark geautoriseerde leveranciers van accessoires in uw omgeving. In de volgende tabel vindt u een overzicht van de telefoonnummers die gelden voor andere landen.
Pagina 137
Contactpunten voor informatie over accessoires (vervolg) Regio Land Telefoonnummer Latijns-Amerika Hoofdkantoor 305 447 2200 Argentinië 54 1 319 8900 Brazilië 55 11 820 5733 Mexico 52 5 254 2435 Azië/Pacific Australië 1300 362 192 Hongkong 852 825 6168 Japan 81 3 3523 7077 Singapore 65 227 3488 Taiwan...
Accessoires Bewaar accessoires in een koele, schone ruimte. bewaren Bewaar cartridges en andere accessoires in hun originele verpakking totdat u ze installeert. Stel de printeraccessoires niet bloot aan: • direct zonlicht; • temperaturen boven 35°C; • hoge vochtigheidsgraad (boven 80%); •...
Toner cartridges Waarschuwing! De fotoconductor is de groene cilindrische trommel in de Pak de cartridge onder de sluiter. De fotoconductor en de toner cartridge niet vast bij de vormen samen de tonercartridge. fotoconductor of de sluiter. Het gemiddelde rendement van elke cartridge is 10.000 pagina's.
Als u merkt dat de afdrukkwaliteit afneemt voordat het bericht wordt weergegeven, kunt u 88 Kleurencart bijna op de cartridge al vervangen voordat het bericht wordt weergegeven. Raadpleeg Kleurencart bijna op "Andere problemen" op pagina 171 voor meer informatie over afdrukproblemen die erop kunnen wijzen dat de cartridge moet worden vervangen.
Volg de instructies aan de buitenkant van de verpakking op om de gebruikte accessoires terug te sturen naar Lexmark. Als er geen portovrij vervoersetiket beschikbaar is voor uw land, neemt u contact op met de leverancier van uw printer voor meer informatie over hergebruik.
Duotoon Als u Duotoon selecteert, gebruikt de printer alleen de kleuren zwart en cyaan om het document af te drukken. Hierdoor wordt minder kleurentoner gebruikt voor elke pagina bij het afdrukken van veelkleurige concepten. Met deze instelling kunt u aanzienlijk de kosten van het afdrukken van kleurenconcepten behoorlijk drukken en kunt u de afdruksnelheid verhogen.
Druk op om het interventiebericht te wissen. Start Het statusbericht verschijnt op de tweede Accessoires regel van de display om u eraan te herinneren dat bepaalde accessoires moeten worden gecontroleerd. U kunt op drukken om het menu Menu> <Menu Accessoires te openen en snel te zien welke accessoires moeten worden vervangen.
Pagina 144
U vervangt als volgt een of meer cartridges: Druk meerdere malen op tot het Menu> <Menu MENU EXTRA menu Extra wordt weergegeven. Druk op Selecteren VERVANG TONER Druk enkele malen op totdat Menu> <Menu 1 Menu 2 Selecteren 3 Return 4 wordt weergegeven op de tweede VERVANG TONER regel van het bedieningspaneel.
Pagina 145
Waarschuwing! Open de klep van de cartridge niet als de carrousel draait. Druk op de ontgrendelingsknop van de cartridgeklep. Open de cartridgeklep. Ontgrendelingsknop cartridgeklep Verwijder de cartridge uit de carrousel. Hoofdstuk 7: Cartridges vervangen...
Pagina 146
Waarschuwing! Pak de Neem de nieuwe cartridge uit de verpakking. cartridge niet vast bij de fotoconductor of de sluiter. Raak het glanzende, groene oppervlak onder de sluiter niet aan; dit is de fotoconductor die door aanraking beschadigd kan worden. Stel de fotoconductor niet langer dan 10 minuten bloot aan licht.
Pagina 147
Opmerking: Elke cartridge is zodanig van vorm dat deze op een bepaalde positie in de carrousel past. Als de cartridge niet past, controleer dan of u de cartridge in de juiste positie hebt geplaatst. Plaats een nieuwe cartridge in de carrousel. Handgreep cartridge De cartridge is voorzien van een sluiter om de fotoconductor te beschermen.
Pagina 148
Zorg ervoor dat de cartridge plat in de carrousel ligt. Controleer of de handgreep van de cartridge plat op de cartridge ligt. Opmerking: De klep moet zijn gesloten om de carrousel naar de volgende positie te laten draaien. Als de printer is voorzien van een eenheid voor dubbelzijdig afdrukken, moet de klep van zowel de eenheid voor...
De coatingrol Als u een zwarte cartridge bestelt, ontvangt u ook een vervangen coatingrol. Voor de beste afdrukkwaliteit moet u bij het vervangen van de cartridge ook de coatingrol vervangen. Als u telkens dezelfde afbeeldingen afdrukt, of als afdrukmateriaal telkens vastloopt in het verhittingsstation of u tonervlekken op de voorkant van de pagina of schaduwafbeeldingen ziet, moet u de coatingrol vervangen.
Pagina 150
Opmerking: Als de printer is voorzien van de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken, opent u eerst de klep van deze lade. Druk op de ontgrendelingsknop op de klep van het verhittingsstation en open de klep. Ontgrendelingsknop verhittingsstation Open de klep van het verhittingsstation. Klep van verhittingsstation Hoofdstuk 7: De coatingrol vervangen...
Pagina 151
Verwijder de coatingrol uit het verhittingsstation. Trek de coatingrol aan de handgreep uit het verhittingsstation. Let op! Op de coatingrol en het verpakkingsmateriaal kan nog olie zitten. Pas op met kleding. Haal de nieuwe coatingrol uit de verpakking. Verwijder het oranje plakband en ander verpakkingsmateriaal van de coatingrol.
Pagina 152
Lijn het langwerpige gedeelte aan de zijkant van de coatingrol uit met de sleuven in het verhittingsstation. Plaats de coatingrol in het verhittingsstation. Sluit de klep van het verhittingsstation. Hoofdstuk 7: De coatingrol vervangen...
Pagina 153
Sluit de klep van het verhittingsstation. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Zet de printer aan met de aan/uit-schakelaar (I). Hoofdstuk 7: De coatingrol vervangen...
De printer controleert de levensduur van het verhittingsstation- verhittingsstation. Als het verhittingsstation in de printer bijna moet worden vervangen, wordt het bericht kit vervangen op de printerdisplay 87 Verhittingsstation versleten weergegeven. Dit bericht geeft aan dat u de verhittingsstationkit moet vervangen. De verhittingsstationkit bestaat uit een verhittingsstation en een luchtfilter.
Pagina 155
Draai de duimschroeven aan beide zijden van het verhittingsstation los. Duimschroeven Verwijder het verhittingsstation uit de printer. Gebruik de groene grepen om het verhittingsstation te verwijderen. Leg het verhittingsstation opzij. U moet de coatingrol uit het oude verhittingsstation verwijderen en deze vervolgens in het nieuwe verhittingsstation plaatsen.
Pagina 156
Let op! U vervangt als volgt het luchtfilter: Het gebied rond het verhittingsstation kan heet zijn. Laat het gebied rond het verhittingsstation afkoelen voordat u het aanraakt. Trek het filter uit de standaard. Filter Lijn het nieuwe filter uit met de filterstandaard zoals in de afbeelding wordt getoond.
Pagina 157
U installeert als volgt het verhittingsstation: Lijn de connector op de onderkant van het verhittingsstation uit met de verhittingsstationconnector van de printer. Druk het verhittingsstation in de verhittingsstationconnector van de printer. Draai de groene duimschroeven aan beide zijden van het verhittingsstation vast. Verhittingsstationconnector van printer Open de klep van het verhittingsstation.
Pagina 158
Verwijder de oranje nokjes en ander verpakkingsmateriaal uit het verhittingsstation. Draai de nokjes naar elkaar toe zoals in de afbeelding wordt weergegeven. Trek de nokjes vervolgens omhoog om deze van het verhittingsstation te verwijderen. Open de klep van het oude verhittingsstation. Verwijder de coatingrol uit het oude verhittingsstation.
Pagina 159
Lijn het langwerpige gedeelte aan de zijkant van de coatingrol uit met de sleuven in het verhittingsstation. Plaats de coatingrol in het verhittingsstation. Langwerpig gedeelte Sleuven Sluit de klep van het verhittingsstation. Hoofdstuk 7: De verhittingsstation-kit vervangen...
Pagina 160
Sluit de klep van het verhittingsstation. Opmerking: Als u een nieuw verhittingsstation installeert, moet u de onderhoudsteller op nul zetten. Zet de onderhoudsteller op nul. Menu Config Controleer of de aan/uit-schakelaar van de printer uit staat (O) en de printer is aangesloten Onderhoudstellers op een geaard stopcontact.
De overdrachtkit De printer controleert de levensduur van de vervangen overdrachtband. Als de overdrachtband in de printer bijna aan vervanging toe is, wordt het bericht op de printerdisplay weergegeven Overdrachtband bijna op onder het menu Accessoires. Dit bericht geeft aan dat u de overdrachtkit moet vervangen.
Pagina 162
Let op! Binnenin de printer kan heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt. Verwijder de overdrachtband uit de printer. Verwijder de overdrachtband met behulp van de groene nokjes. Groene nokjes Neem de nieuwe overdrachtband uit de verpakking.
Pagina 163
Lijn de onderkant van de overdrachtband uit met de geleiders in de printer. Pak de overdrachtband vast bij de groene nokjes om de band te installeren. Druk de overdrachtband in de printer totdat deze goed vastzit. U vervangt als volgt de overdrachtrol: Druk de twee groene vergrendelingen aan weerszijden van de overdrachtrol in.
Pagina 164
Verwijder de overdrachtrol uit de voorklep. U moet enige kracht gebruiken om de overdrachtrol uit de voorklep te verwijderen. U mag de veren niet uit de voorklep verwijderen. Lijn de gaatjes in de onderkant van de nieuwe overdrachtrol uit met de veren in de voorklep. Hoofdstuk 7: De overdrachtkit vervangen...
Pagina 165
Druk de overdrachtrol in de voorklep totdat alle vergrendelingen vastklikken. Bij het installeren van de overdrachtrol kan enige uitlijning van de overdrachtrol en de voorklep nodig zijn. Sluit de voorklep. Hoofdstuk 7: De overdrachtkit vervangen...
Pagina 166
Sluit de universeellader. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Zet de printer aan met de aan/uit-schakelaar (I). Hoofdstuk 7: De overdrachtkit vervangen...
Printerproblemen oplossen Printerproblemen Een aantal printerproblemen is eenvoudig te verhelpen. Als de printer niet reageert, controleer dan eerst of: • De printerkabel is goed aangesloten op de printer en op de pc. • Het netsnoer is goed aangesloten op de printer en op een geaard stopcontact.
Werkingsprincipe Hoewel uw laserprinter een erg complex apparaat is, is het afdrukproces vrij eenvoudig te begrijpen. Als u weet hoe de printer werkt, begrijpt u ook de oorzaak van bepaalde problemen en weet u hoe u ze kunt verhelpen of voorkomen.
U krijgt alleen een optimale afdrukkwaliteit als u media van de juiste dikte en het juiste type gebruikt. De media die wordt aanbevolen door Lexmark geeft de beste afdrukkwaliteit. Printerberichten De printer geeft drie typen berichten weer: statusberichten, interventieberichten en onderhoudsberichten.
Statusberichten Statusberichten Bericht Betekenis Gereed De printer is gereed om gegevens te ontvangen en te verwerken. Als de printer is uitgerust met een interne faxmodem, wordt ook het pictogram Gereed/Fax weergegeven. Zie pagina 15 voor aanvullende informatie over de faxpictogrammen. Spaarstand Als de printer in de spaarstand staat, vervangt het bericht het bericht...
Statusberichten (vervolg) Bericht Betekenis Gereed Hex De diagnostische werkstand Hex Trace is actief en de printer is gereed om gegevens te ontvangen. Met Hex Trace kunt u de oorzaak van een probleem met een afdruktaak isoleren. Als Hex Trace is geselecteerd, worden alle gegevens die naar de printer worden gezonden in hexadecimale en tekenrepresentatie afgedrukt.
Pagina 172
Statusberichten (vervolg) Bericht Betekenis Buffer wordt gewist De printer wist beschadigde afdrukgegevens en de huidige afdruktaak wordt geannuleerd. Als dit bericht wordt weergegeven, kunnen de knoppen niet worden gebruikt. Taken worden verwerkt Dit bericht wordt weergegeven nadat u de bewerking vertrouwelijk of TAKEN IN WACHT hebt voltooid en één of meer afdruk-/wachtstandtaken hebt gemarkeerd voor afdrukken of de optie Alle taken afdr hebt geselecteerd.
Statusberichten (vervolg) Bericht Betekenis Flash program De printer slaat bronnen op in het flash-geheugen. Als dit bericht wordt weergegeven, mag de printer niet worden uitgezet. Bezig met defrag De printer voert een defragmentatie van het flash-geheugen uit. Deze bewerking zorgt ervoor dat ruimte vrijkomt die nu nog in beslag wordt genomen door verwijderde bronnen.
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie Laad media Dit interventiebericht geeft aan dat het geselecteerde type media niet beschikbaar is in de lade van waaruit u wilt afdrukken of dat de papiersoort in het menu Papier niet overeenkomt met het type of het formaat van de media waarop u wilt afdrukken.
Pagina 175
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie Handmatig laden U hebt een afdruktaak met handmatige invoer naar de printer gestuurd en kunt nu één vel of één envelop in de universeellader invoeren. In het bericht wordt de in het hulpprogramma MarkVision aangepaste medianaam weergegeven, het mediaformaat of de mediasoort en het mediaformaat waarom de printer vraagt.
Pagina 176
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie Ongeldige netwerk x-code De code in de opgegeven netwerkadapter is niet geprogrammeerd of is ongeldig. U moet de geldige code naar de netwerkadapter laden voordat de printer kan terugkeren naar de werkstand Gereed. 30 Kleurencart ontbreekt De opgegeven cartridge (Cyaan, Magenta, Geel of Zwart) is niet geïnstalleerd in de printer.
Pagina 177
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie 38 Geheugen vol De printer verwerkt de afdruktaak, maar het geheugen voor het opslaan van pagina's is vol. • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken. Het is echter mogelijk dat gegevens niet goed of helemaal niet worden afgedrukt. •...
Pagina 178
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie 54 Seriële optie x -fout De printer heeft een protocolfout gedetecteerd op de aangegeven seriële interface. Controleer of de parameters voor de seriële interface juist zijn ingesteld en of u een geschikte seriële kabel gebruikt. • Druk op Start om het bericht te wissen en verder te gaan met afdrukken.
Pagina 179
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie 55 Onvoldoende faxbuffer Dit interventiebericht kan worden weergegeven als de printer een afdruktaak verwerkt. De printer moet de afdruktaak voltooien voordat de faxgegevens kunnen worden verwerkt. Het bericht wordt weergegeven als de faxbuffer niet groot genoeg is om de faxgegevens op te slaan. Nadat dit bericht is verzonden, wordt de telefoonverbinding met het verzendende faxapparaat verbroken.
Pagina 180
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie 62 Schijf vol Er is onvoldoende ruimte beschikbaar voor de bronnen die u op schijf wilt opslaan. • Druk op om het bericht te wissen en door te gaan met verwerken. Start Geladen lettertypen en macro's die daarvoor niet in het flash-geheugen of op de vaste schijf zijn opgeslagen, worden verwijderd.
Pagina 181
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie 85 Coatingrol bijna op Dit bericht geeft aan dat de levensduur van de coatingrol bijna is verstreken of dat de rol bijna leeg is. Normaal gesproken wordt de rol vervangen als u de zwarte cartridge vervangt. Het is mogelijk dat, afhankelijk van het type afdruktaken dat u naar de printer verstuurt, een coatingrol eerder moet worden vervangen dan het moment waarop de cartridge bijna leeg is.
Pagina 182
Interventieberichten (vervolg) Bericht Actie 20 x Papier vast De printer heeft waargenomen dat het papier is vastgelopen in het gebied dat in het bericht wordt aangegeven. U moet alle papier uit de gehele papierbaan verwijderen. Sluit vervolgens geopende kleppen en druk op Start om het bericht te wissen. Zie pagina 178 of pagina 179 voor meer informatie over het verwijderen van vastgelopen papier.
Onderhouds- Onderhoudsberichten geven bovendien aan dat er problemen zijn opgetreden die u moet oplossen. berichten De printer stopt echter met afdrukken en de storingen kunnen niet worden genegeerd. U kunt de storing mogelijk tijdelijk oplossen door de printer uit en weer aan te zetten.
Onderhoudsberichten (vervolg) Bericht Actie 953-954 Onderhoud: NVRAM- Geeft aan dat er een probleem is opgetreden met het NVRAM op de engine-kaart. storing Als Signaalinstelling is ingeschakeld, hoort u een signaal wanneer deze fout optreedt. Er is een onderhoudsmonteur nodig om dit probleem op te lossen. 955 Onderhoud CRC-code/- Geeft aan dat er tijdens de CRC-controle een fout is aangetroffen op het code- of lettertype...
Andere problemen Met de informatie in de volgende tabellen kunt u mogelijk overige afdrukproblemen verhelpen. Bel voor service als u met deze suggesties de problemen niet kunt verhelpen. Mogelijk moet een printeronderdeel worden afgesteld of vervangen. Problemen met de afdrukkwaliteit Probleem Actie Afdruk is te licht, of afbeeldingen...
Problemen met de afdrukkwaliteit (vervolg) Probleem Actie Er staan lichte strepen of vegen Verwijder de cartridge met de kleur van de strepen of vegen op de pagina en op de afdruk. schud deze voorzichtig heen en weer om de toner gelijkmatig te verdelen. Plaats de cartridge terug en probeer de taak opnieuw af te drukken.
Pagina 187
• Leg enveloppen in bakken en lever ze af bij het postkantoor; gooi enveloppen niet in brievenbussen of postkokers. Kwaliteit van afgedrukte Controleer of u de door Lexmark aanbevolen transparanten gebruikt. transparanten is onvoldoende. Raadpleeg pagina 108 voor meer informatie.
Pagina 188
Problemen met de afdrukkwaliteit (vervolg) Probleem Actie Kwaliteit van afgedrukte Stel de optie Afbeelding verbeteren in op Aan. Raadpleeg pagina 20 of afbeeldingen is onvoldoende. pagina 89 voor meer informatie. Als u afbeeldingen met een lage resolutie afdrukt in PostScript Level 3-emulatie, schakelt u Afbeelding glad maken in.
1329605 (3 m) of 1427498 (6 m), te gebruiken voor de standaard parallelle poort. Als u een interne of externe netwerkadapter van Lexmark gebruikt, controleert u of deze goed is ingesteld en of de netwerkkabel goed is bevestigd. Raadpleeg de documentatie bij de adapter of de netwerkdocumentatie op de bij de printer geleverde cd voor meer informatie.
Pagina 190
Overige afdrukproblemen (vervolg) Probleem Actie U kunt geen faxberichten Controleer of de telefoonkabel is aangesloten op de faxpoort, als u een ontvangen via de faxpoort. optionele interne faxmodem hebt geïnstalleerd. Als u een extern faxapparaat gebruikt, controleer dan of de seriële kabel is aangesloten op de seriële poort van de printer.
Pagina 191
Controleer de instelling voor Afdruktimeout in het menu Instelling. Verhoog de onverwachte plaatsen. ingestelde waarde. Transparanten krullen extreem. Controleer of u de door Lexmark aanbevolen transparanten gebruikt. Raadpleeg pagina 108 voor meer informatie. Transparanten lopen vast. Waaier de transparanten uit voordat u ze in de lade plaatst.
Overige afdrukproblemen (vervolg) Probleem Actie U kunt het bericht dat het papier is Om berichten over vastgelopen papier te wissen, moet u al het papier uit de vastgelopen niet wissen. papierbaan verwijderen. Controleer zowel het binnenste van de printer als de papierlade op papier.
Pagina 193
Opmerking: Om een papierstoring te verhelpen, opent u zowel de voorklep als de klep van het verhittingsstation. Verwijder al het papier uit de hele papierbaan. Verwijder ook paper dat is vastgelopen in de papierlade. Sluit de klep van het verhittingsstation, de voorklep, de papierlade en druk op Start De volgende tabel bevat een overzicht van de berichten...
Pagina 194
Let op! 202 Papier vast Binnenin de printer kan heet zijn. Laat de printer U verhelpt als volgt een papierstoring die wordt afkoelen voordat u interne aangegeven met 202 (verhittingsstation en uitvoerrollen): onderdelen aanraakt. Druk op de ontgrendelingsknop van het verhittingsstation.
Pagina 195
201 Papier vast U verhelpt als volgt een papierstoring die wordt aangegeven met 201 Papier vast (overdrachtband): Open de universeellader. Trek aan de ontgrendelingshendel op de voorklep van de printer en open de voorklep. Ontgrendelingshendel Universeellader Let op! Binnenin de printer kan heet zijn.
Pagina 196
250 Papier vast U verhelpt als volgt een papierstoring die wordt aangegeven met 250 (universeellader): Verwijder het papier uit de universeellader. Trek aan de ontgrendelingshendel op de voorklep van de printer en open de voorklep. Ontgrendelingshendel Verwijder voorzichtig papier dat zich vóór de overdrachtband bevindt.
Pagina 197
24x Papier vast U verhelpt als volgt een papierstoring die wordt aangegeven met 24x (papierlade 1, 2 of 3): Trek de papierlade geheel uit de printer en leg de lade op een vlak oppervlak. Verwijder gekreukt of beschadigd papier uit de lade.
Pagina 198
Open de universeellader. Trek aan de ontgrendelingshendel op de voorklep van de printer en open de voorklep. Ontgrendelingshendel Universeellader Verwijder voorzichtig papier dat zich vóór de overdrachtband bevindt. Sluit de voorklep. Sluit de universeellader. Hoofdstuk 8: Papierstoringen verhelpen...
Plaats het papier in de papierlade. Pak de papierlade met beide handen vast en schuif de lade helemaal in de printer. Papierstoringen in De meeste papierstoringen kunt u vermijden door de eenheid voor zorgvuldig het materiaal waarop u afdrukt te kiezen en dit materiaal op de juiste wijze te laden.
Pagina 200
230 Papier vast U verhelpt als volgt een papierstoring die wordt aangegeven met 230 Papier vast (Ctrl dubbelz): Open het bovenste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Verwijder voorzichtig papier dat is vastgelopen voorin het bovenste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken of tussen de uitvoerrollen van de printer.
Pagina 201
Laat het bovenste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken weer zakken. Open de toegangsklep van het bovenste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Hoofdstuk 8: Papierstoringen in de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken verhelpen...
Pagina 202
Trek het vastgelopen papier voorzichtig uit het bovenste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Sluit de toegangsklep van het bovenste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Hoofdstuk 8: Papierstoringen in de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken verhelpen...
Pagina 203
Open de toegangsklep van het achterste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Trek voorzichtig het vastgelopen papier uit het achterste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Sluit de toegangsklep van het achterste gedeelte van de lade voor dubbelzijdig afdrukken. Hoofdstuk 8: Papierstoringen in de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken verhelpen...
Pagina 204
Trek de lade voor dubbelzijdig afdrukken uit de printer. Verwijder gekreukt of beschadigd papier uit de lade. Pak de lade met beide handen vast en schuif deze helemaal in de printer. Hoofdstuk 8: Papierstoringen in de eenheid voor dubbelzijdig afdrukken verhelpen...
Stofvanger van Als er bij het afdrukken met een bepaalde kleur lege cartridges plekken ontstaan in de lengterichting van het papier, kan dit komen doordat er zich stof heeft verzameld aan de reinigen binnenkant van de cartridge. Het stof kan zich op één of meer plaatsen ophopen en zo voorkomen dat de toner op de juiste manier wordt overgebracht naar de fotoconductor.
Pagina 206
Druk op de ontgrendelingsknop van de cartridgeklep. Open de cartridgeklep. Ontgrendelingsknop cartridgeklep Verwijder de cartridge uit de carrousel. Draai de cartridge om. Beweeg de groene schuif over de volle lengte van Schuif de cartridge en weer terug. Zorg dat de schuif volledig is aangebracht. Hoofdstuk 8: Stofvanger van cartridges reinigen...
Pagina 207
Plaats de cartridge in de carrousel. Sluiter van fotoconductor De rand van de cartridge aan de achterkant van de printer moet u iets naar beneden kantelen, zodat de cartridge goed aansluit op de trommel. Sluit de cartridgeklep. Hoofdstuk 8: Stofvanger van cartridges reinigen...
Sensor van Als u de overdrachtband per ongeluk omkeert, kan er ten overmatige toner onrechte een foutbericht worden weergegeven dat de sensor van overmatige toner gestoord is. Deze storing is reinigen eenvoudig te verhelpen, zodat u door kunt gaan met afdrukken.
Pagina 209
Let op! Binnenin de printer kan heet zijn. Laat de printer afkoelen voordat u interne onderdelen aanraakt. Verwijder de overdrachtband uit de printer. Verwijder de overdrachtband met behulp van de groene nokjes. Hoofdstuk 8: Sensor van overmatige toner reinigen...
Pagina 210
Waarschuwing! Vermijd contact met de film aan de binnenkant van de behuizing van de overdrachtrol. Pak de overdrachtband omgekeerd vast, zoals weergegeven in de afbeelding. Maak het detectievenster schoon door de wisser heen en weer te bewegen. Hoofdstuk 8: Sensor van overmatige toner reinigen...
Pagina 211
Lijn de onderkant van de overdrachtband uit met de geleiders in de printer. Druk de overdrachtband in de printer totdat deze goed vastzit. Sluit de voorklep. Sluit de universeellader. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Zet de printer aan met de aan/uit-schakelaar (I). Hoofdstuk 8: Sensor van overmatige toner reinigen...
Bellen voor Zorg ervoor dat u het probleem kunt omschrijven of het technische foutbericht op het bedieningspaneel hebt genoteerd wanneer u voor technische ondersteuning belt. ondersteuning U hebt ook de modelnaam en het serienummer van de printer nodig. Deze informatie vindt u op het label aan de achterkant van de printer.
UNIX Intranet Servers en MarkVision for Sun Systems en Sun Intranet Servers aanschaffen bij Lexmark. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier van de printer of bezoek de weblocatie van Lexmark op het adres • http://www.lexmark.com Bijlage A: MarkVision...
Kennismaking met In de grafische gebruikersinterface van MarkVision wordt MarkVision continu de status van Lexmark printers weergegeven die lokaal of rechtstreeks op een netwerk zijn aangesloten. Bovendien kunnen netwerkgebruikers en -beheerders hun productiviteit verhogen met de volgende MarkVision-functies. • Met de centrale installatiefuncties van MarkVision kun u snel meerdere printers configureren en installeren.
Voor informatie over de nieuwste versies van MarkVision, die mogelijk nieuwe of verbeterde functies bevatten, kunt u gebruikmaken van de informatievoorzieningen van Lexmark die staan vermeld onder "Nieuwe versies van hulpprogramma's en stuurprogramma's" op pagina 210. Bijlage A: MarkVision...
Belangrijkste functies van MarkVision Windows NT Windows 95, Intranet Functie 98 en NT 4.0 Servers OS/2 Warp UNIX Printerconfiguratie Installatie firmware netwerkadapter Netwerkinstallatie MarkVision Uninstaller for MarkVision Visuele status Waarschuwingen Bedieningspaneel op afstand Medianamen aanpasbaar Gebruikersaccounts aanpasbaar Taakstatistieken Printerkaart Printergroepen Printeroverzicht.
Pagina 217
Gecentraliseerde installatie Met MarkVision kunt u vanaf uw werkstation meerdere printers in een netwerk installeren. Printerconfiguratie. Met de functie Quick Setup van MarkVision kunt u meerdere printers tegelijk configureren. U stelt één printer in, u slaat de instellingen op in een bestand en u verstuurt dit via MarkVision naar alle andere printers die u wilt bijwerken.
Pagina 218
Controle op afstand Met MarkVision kunt u vanaf uw werkstation de printerstatus bekijken. Visuele status. Netwerkgebruikers kunnen van elke printer de actuele status opvragen en een afbeelding bekijken van de opties die in de printers zijn geïnstalleerd. Met deze informatie kan de gebruiker vervolgens gemakkelijk bepalen welke printer het geschiktst is voor een bepaalde afdruktaak.
Pagina 219
Verder kunt u het statusvenster gebruiken om algemene informatie op te vragen, zoals het serienummer van de printer, de hoeveelheid RAM die is geïnstalleerd en de opties die beschikbaar zijn op de printer. Bedieningspaneel op afstand. Het bedieningspaneel op afstand van MarkVision is een exacte kopie van het bedieningspaneel van de geselecteerde printer.
Pagina 220
Taakstatistieken. MarkVision kan gegevens verzamelen over de activiteiten van afzonderlijke printers of netwerkprinters, zoals gebruikersnamen, de duur van taken, de gebruikte printerfuncties, het aantal afgedrukte pagina's en problemen die zich hebben voorgedaan. Vervolgens kunt u het bestand met deze taakstatistieken afdrukken of de inhoud importeren in een databasetoepassing, zodat ze in een rapport kunnen worden verwerkt.
Pagina 221
Bronnenbeheer. In MarkVision wordt een lijst bijgehouden met alle lettertypen, overlays en formulieren die zijn opgeslagen in het flash-geheugen of op de vaste schijf. De lijst bevat ook voor elke opslageenheid de hoeveelheid beschikbaar geheugen. U kunt met MarkVision bestanden verwijderen, verplaatsen of kopiëren van de ene opslageenheid naar de andere op dezelfde printer of van de ene naar de andere printer.
Takenbeheer Met MarkVision kunnen taken in de wachtrij worden beheerd. Wachtrijbeheer taken. Aanduiding voor inventarisdoeleinden ondersteund.Vanuit MarkVision kunt u afdruktaken in serverwachtrijen bekijken, herschikken, annuleren en vrijgeven. Afdrukbufferbeheer. Bovendien kunt u vanuit MarkVision tevens afdruktaken bekijken en annuleren die reeds in de afdrukbuffer zijn opgeslagen. Taakbuffer.
MarkVision In de volgende tabel ziet u welke besturingssystemen installeren op een voor werkstations MarkVision ondersteunen in verschillende netwerkomgevingen. Alle printer- en netwerk netwerkhulpprogramma's die nodig zijn om MarkVision te installeren op uw werkstation staan op de cd die bij de printer is geleverd.
Lexmark, inclusief MarkVision en de Network Printer gramma's en Utilities. Telefoonnummers vindt u onder Contact stuurprogramma's opnemen met Lexmark op de cd of in de map Printerhulpprogramma MarkVision op het bureaublad van Windows. Online services Als u toegang hebt tot een online service, kunt u 24 uur...
In de V.S. en Canada kunt u een lijst met beschikbare stuurprogramma's opvragen via het geautomatiseerde faxsysteem faxsysteem van Lexmark (Lexmark Automated Fax System). Dit systeem is 24 uur per dag en 7 dagen per week beschikbaar. Als u zich in de V.S. of Canada bevindt, belt u met een toetstelefoon (606) 232-2380 en volt u de gesproken instructies.
Printer- specificaties Standaardfuncties Functie Beschrijving Afdrukmethode Droog elektrofotografisch proces met een laserdiode-eenheid. Afdrukvermogen 600 x 600 dpi en 1200 x 1200 dpi Maximumafdruksnelheid 16/3 ppm Letter- en A4-papier) (monochroom/kleuren) Maximumafdruksnelheid dubbelzijdig 5/1,5 ppm Letter- en A4-papier) (monochroom/kleuren) Lettertypen • 240 interne schaalbare lettertypen: –...
Pagina 228
Standaardfuncties (vervolg) Functie Beschrijving Poorten voor interne oplossingen 3 poorten voor netwerkadapters, Tri-port-adapters, parallelle-poortadapters of vaste schijf 3 connectors voor geheugen Printersoftware Met het hulpprogramma MarkVision kunt u de printer vanaf de computer beheren. MarkVision wordt in de volgende omgevingen ondersteund: Windows 95/98, Windows NT 4.0, OS/2 Warp, Macintosh, UNIX.
Pagina 229
Printeraccessoires Accessoire Beschrijving Gemiddeld rendement Cartridges Zwarte, magenta, cyaan of gele cartridges 10.000 pagina's per cartridge/ coatingrol (bij 5 % dekking) maximumrendement van 15.000 pagina's Coatingrol Olierol voor verhittingsstation 15.000 pagina's achter (kan als onderdeel van de zwarte cartridgekit of elkaar apart worden aangeschaft) Verhittingsstationkit...
Lettertypen Voorbeelden van U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van alle lettertypen lettertypen die op dit moment beschikbaar zijn voor de printer: afdrukken Druk op het bedieningspaneel van de printer op of < om toegang te krijgen tot Menu> Menu de menu's.
Interne lettertypen Hieronder vindt u een overzicht van de interne schaalbare lettertypen en bitmap-lettertypen van uw printer. U kunt de interne lettertypen selecteren in de toepassing waarmee uw werkt of met het bedieningspaneel (als u PCL-emulatie gebruikt). Schaalbare Hieronder volgt een overzicht van de interne schaalbare lettertypen voor PCL-emulatie: PCL-lettertypen Albertus Extra Bold...
Pagina 233
Helvetica Light Helvetica Light Oblique Helvetica Narrow Helvetica Narrow Bold Helvetica Narrow Bold Italic Helvetica Narrow Italic ITC Avant Garde Book ITC Avant Garde Book Oblique ITC Avant Garde Demi ITC Avant Garde Demi Oblique ITC Bookman Demi ITC Bookman Demi Italic ITC Bookman Light ITC Bookman Light Italic ITC Zapf Chancery Medium Italic...
Bitmap-lettertypen De volgende bitmap-lettertypen zijn alleen intern voor PCL-emulatie: Line Printer 16 POSTNET Barcode Symbolensets Een symbolenset is de verzameling alfanumerieke tekens, interpunctie en speciale tekens die beschikbaar zijn in het geselecteerde lettertype. Symbolensets ondersteunen de eisen voor verschillende talen of bepaalde toepassingen, zoals wiskundige symbolen voor wetenschappelijke tekst.
Pagina 238
ISO 10: Svenska ISO 11: Swedish for Names ISO 14: JIS ASCII ISO 15: Italiano ISO 16: Português ISO 17: Español ISO 21: Deutsch ISO 25: Français ISO 57: Chinese ISO 60: Norwegian version 1 ISO 61: Norwegian version 2 ISO 69: Français ISO 84: Português ISO 85: Español...
Ventura US Windows 3.0 Latin 1 Windows 98 Cyrillic Windows 98 Greek Windows 98 Latin 1 Windows 98 Latin 2 Windows 98 Latin 5 Windows 98 Latin 6 (Baltic) Laadbare U kunt schaalbare lettertypen en bitmap-lettertypen laden in PostScript 3-emulatie en PCL-emulatie. lettertypen Lettertypen kunnen worden geladen naar het printergeheugen, naar het flash-geheugen of naar een...
This product is designed, tested and approved to meet strict global safety standards with the use of specific Lexmark components. The safety features of some parts may not always be obvious. Lexmark is not responsible for the use of other replacement parts.
Pagina 242
Il prodotto è stato progettato, testato e approvato in conformità a severi standard di sicurezza e per l'utilizzo con componenti Lexmark specifici. Le caratteristiche di sicurezza di alcune parti non sempre sono di immediata comprensione. Lexmark non è responsabile per l'utilizzo di parti di ricambio di altri produttori.
Pagina 243
Lexmark. Puede que las características de seguridad de algunas piezas no sean siempre evidentes. Lexmark no se hace responsable del uso de otras piezas de recambio. • El producto utiliza un láser. Actúe con PRECAUCION: El uso de los controles o ajustes o el llevar a cabo procedimientos distintos a los especificados aquí...
Pagina 244
• Dette produktet er utviklet, testet og godkjent i overensstemmelse med strenge verdensomspennende sikkerhetsstandarder for bestemte Lexmark-deler. Delenes sikkerhedsfunktioner kan være skjulte. Lexmark er ikke ansvarlig for bruk av uoriginale reservedeler. • Produktet ditt bruker en laser. ADVARSEL: Bruk av styremekanismer, innstillinger eller fremgangsmåter som ikke er beskrevet her, kan resultere i farlig utstråling.
Pagina 245
Este produto foi concebido, testado e aprovado para satisfazer os padrões globais de segurança na utilização de componentes específicos da Lexmark. As funções de segurança de alguns dos componentes podem não ser sempre óbvias. A Lexmark não é responsável pela utilização de outros componentes de substituição.
Pagina 246
• Este produto está projetado, testado e aprovado para satisfazer os padrões globais de segurança para uso de componentes específicos da Lexmark. As funções de segurança de alguns dos componentes podem não ser sempre óbvias. A Lexmark não é responsável pela utilização de outros componentes de substituição.
(FCC) Uit tests is gebleken dat de Lexmark Optra C710 Color Laser Printer voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van klasse B, conform deel 15 van de FCC- voorschriften. De werking van de printer is afhankelijk van de volgende twee...
Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC) Uit tests is gebleken dat de Lexmark Optra C710 Color Laser Printer voldoet aan de normen voor een digitaal apparaat van klasse A, conform deel 15 van de FCC- voorschriften. De werking van de printer is afhankelijk van de volgende twee...
Voor een digitaal apparaat van klasse A is het gebruik van een goed afgeschermde en geaarde kabel, zoals de kabel van Lexmark met artikelnummer 1329605, noodzakelijk om te voldoen aan de FCC-voorschriften met betrekking tot elektromagnetische interferentie.
Pagina 256
Laserinformatie Deze printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als een product dat voldoet aan de vereisten van DHHS 21 CFR paragraaf J voor laserproducten van klasse I (1). Elders is de printer gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1.
Pagina 257
Avis relatif à Pour les Etats-Unis : cette imprimante est certifiée conforme aux provisions DHHS 21 CFR alinéa J l'utilisation de laser concernant les produits laser de Classe I (1). Pour les autres pays : cette imprimante répond aux normes IEC 60825-1 relatives aux produits laser de Classe I.
Pagina 258
Los productos láser de Clase I no se consideran peligrosos. La impresora contiene en su interior un láser de Clase IIIb (3b) de arseniuro de galio de funcionamiento nominal a 5 milivatios en una longitud de onda de 770 a 795 nanómetros.
Pagina 259
Lasermeddelelse Printeren er godkendt som et Klasse I-laserprodukt, i overenstemmelse med kravene i IEC 825. Klasse I-laserprodukter betragtes ikke som farlige. Printeren indeholder internt en Klasse IIIB (3b)-laser, der nominelt er en 5 milliwatt galliumarsenid laser, som arbejder på bølgelængdeområdet 770-795 nanometer. Lasersystemet og printeren er udformet således, at mennesker aldrig udsættes for en laserstråling over Klasse I-niveau ved normal drift, brugervedligeholdelse eller...
Laserprodukter i Klass I anses ej hälsovådliga. Skrivaren har en inbyggd laser av Klass IIIb (3b) som består av en laserenhet av gallium-arsenid på 5 milliwatt som arbetar i våglängdsområdet 770-795 nanometer. Lasersystemet och skrivaren är utformade så att det aldrig finns risk för att någon person utsätts för laserstrålning över Klass I-nivå...
Pagina 261
Japanese Laser Notice Chinese Laser Notice Bijlage E: Voorschriften...
Pagina 262
Korean Laser Notice Bijlage E: Voorschriften...
Definities Beeldkwaliteit 600/1200. Een instelling voor de afdrukkwaliteit waarmee de grootte van elke afgedrukte pixel kan worden gevarieerd, zodat een gelijkmatige kleurschakering ontstaat. Met deze instelling wordt de afdrukkwaliteit van grafische opvullingen, afbeeldingen en rasters verbeterd. A4. Papierformaat van 210 x 297 mm.De lange zijde van het papier wordt eerst ingevoerd.
Pagina 264
afbeeldingen. Visuele gegevens die meestal zijn gescand van een niet-digitale externe bron, zoals foto's of videobeelden. afdrukken van meerdere pagina's. Hiermee kunt u een aantal pagina's afdrukken op één vel papier. Als u bijvoorbeeld 4 per vel selecteert, worden verkleinde afbeeldingen van de pagina's 1 t/m 4 afgedrukt op het eerste vel papier, de pagina's 5 t/m 8 op het tweede vel, enzovoort.
Pagina 265
bitmap-lettertype. Vooraf gedefinieerd patroon van bits dat een letterbeeld met een opgegeven formaat, stijl en resolutie vertegenwoordigt. bits per seconde (bps). Een maat voor de snelheid waarmee gegevens worden overgedragen via een seriële interface. bps. Zie bits per seconde. buffer. Een deel van het geheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen.
Pagina 266
Data Set Ready (DSR). Een handshaking-signaal van een seriële interface dat aangeeft dat het apparaat gereed is om informatie uit te wisselen. DIMM-geheugen. DIMM (Dual Inline Memory Module). Dit soort geheugenchip kan worden aangesloten op meerdere chips. SIMM's (Single Inline Memory Modules) kunnen aan slechts één geheugenchip worden aangesloten.
Pagina 267
• Ethernet 100BaseTX externe netwerkadapter (ENA). Een LAN-apparaat, bijvoorbeeld de Lexmark MarkNet XLe of MarkNet Pro, dat extern op de printer wordt aangesloten en waarmee diverse printers kunnen worden aangesloten op een netwerk, zodat computers die tevoren alleen dienst deden als speciale printerservers, weer kunnen worden gebruikt als LAN-werkstations.
Pagina 268
Gram per vierkante meter. Een maat voor het gewicht van afdrukmateriaal. geautomatiseerd fax-systeem. Een informatiesysteem van Lexmark waar klanten terechtkunnen voor technische tips en informatie over producten en printerstuurprogramma's. Via geautomatiseerde assistentie leert u stapsgewijs hoe u een fax met de gewenste informatie ontvangt.
Pagina 269
INA. Interne netwerkadapter. Zie netwerkadapter. infraroodadapter. Een extern apparaat dat gebruikmaakt van een infraroodstraal met laag vermogen, waardoor een computer gegevens kan uitwisselen met een printer zonder dat er sprake is van een fysieke verbinding. INIT honoreren. Een printerinstelling waarmee een printerreset kan worden uitgevoerd via een initialisatiesignaal vanaf de computer.
Pagina 270
MarkNet Pro. Zie externe netwerkadapter. MarkNet S. Groep van interne netwerkadapters van Lexmark die verschillende protocollen ondersteunen. Er zijn versies beschikbaar voor Ethernet en Token-Ring. MarkNet XLe. Zie externe netwerkadapter. Definities...
Pagina 271
Een element in een cartridge dat tijdens het beeldverwerkingsproces zorgt dat de toner gelijkmatig op de fotoconductor wordt verdeeld. Operation ReSource. Een project dat Lexmark is gestart ter bevordering van het hergebruik van cartridges, verhittingsstations, overdrachtrollen en andere accessoires.
Pagina 272
optionele lade. Een eenheid die u onder de printer kunt aanbrengen die twee papierladen voor 250 vel bevat. overdrachtband. De roterende rol in de printer die met behulp van elektrostatische ladingen de afbeelding van de fotoconductor overzet op de media waarop die moet worden afgedrukt.
Pagina 273
primaire kleuren. Kleuren die gecombineerd in een systeem met additieve kleuren wit opleveren. In een systeem met subtractieve kleuren leveren deze kleuren zwart op. De additieve primaire kleuren zijn rood, groen en blauw (RGB). Cyaan, magenta en geel (CMY) zijn de subtractieve primaire kleuren.
Pagina 274
RAM. Zie Random Access Memory. random access memory (RAM). Geheugen waarin snel gegevens kunnen worden opgeslagen en waaruit snel gegevens kunnen worden opgehaald. De inhoud van het RAM wordt gewist als de voeding wordt uitgeschakeld. regels per pag (lpp). Het aantal tekstregels dat op één pagina kan worden afgedrukt.
Pagina 275
SDRAM-geheugen. SDRAM-geheugen (Synchronous Dynamic Random Access Memory) is snel geheugen. De prestaties van uw systeem worden verbeterd doordat gegevens elke klokcyclus worden overgedragen. Het kent geen wachttijden zoals het geval is bij overige soorten geheugen. seriële interface. Een manier van communiceren tussen de computer en de printer, waarbij gegevens bit voor bit worden overgebracht.
Pagina 276
subtractieve kleur. Een kleur die ontstaat door het mengen van primaire kleuren tot een pigment of een kleurstof die slechts één golflengte van het licht reflecteert en de andere golflengten absorbeert. Kleurenprinters maken gebruik van subtractieve kleuren. De subtractieve kleuren zijn cyaan, magenta en geel. symbolenset.
Pagina 277
Tri-port-adapter. Een optionele kaart die u in de printer kunt installeren ter ondersteuning van drie interfaces: LocalTalk-interface, seriële interface (of faxontvanger) en een infraroodinterface. TrueType-lettertypen. Lettertypen die zowel op het scherm als op de afgedrukte pagina dezelfde vorm en grootte hebben. U kunt TrueType-lettertypen in Windows-toepassingen gebruiken en het formaat instellen op elke gewenste hoogte.
Pagina 287
menu's vergrendelen 157 Schijf niet geformatteerd 166 Menu's zijn ingeschakeld 157 Schijf niet in slot 3 166 Menu's zijn uitgeschakeld 157 Schijf program 159 Menu-instellingen worden afgedrukt 158 Schijf vol 166 Menuwijzigingen activeren 157 Schijf wordt geformatteerd 159 Netwerk 166 Ser poortxuitgeschakeld 165 Netwerkkaart bezig 159 Serieel x 157...
Pagina 288
Printertaal (menu Instelling) 40 schermfrequentie 90 problemen schermhoek 91 afdrukken 175 schijf 100 afdrukkwaliteit 171 beheren van bronnen 102 controleren 153 formatteren 36 foutberichten 155 instelling voor Laden naar 41 geheugen 98 lijst met inhoud 207 papierstoringen 178, 185 opslaan van statistieken 101 waarschuwingssignalen 204 partitionering voor opslag taken in buffer 208 problemen met afdrukkwaliteit voorkomen 94...
Pagina 289
stuurprogramma, printer openen 118 Zie printerstuurprogramma's UNIX-netwerken subtractieve kleur 84 MarkVision 199 Symbolenset (menu PCL-emul) 49 uw printer besturen 88 Symbolensets 223 vaste schijf Taak annuleren (menu Taak) 37 Zieschijf taakbuffer vastgelopen papier instellen in MarkVision 208 Zie papierstoringen Taal op display (menu Instelling) 45 veelgebruikte kleurenbeheersystemen 87 taken in buffer Verhittingsstation 19...
Pagina 290
zuinig omgaan met accessoires 127 zwart/wit 93 Zwarte toner (menu Accessoires) 18 Index...