Opmerking:
DOS afdrukken als u een logische
poortnaam, LPT1, LPT2, LPT3 of LPT4,
toewijst. Gebruik de volgende opdracht:
c:\>copy Bestand LPT3
114
Netwerkprinter configureren
Met LexIP kunt u vanuit
b
Een printerpoort toevoegen:
Windows 95/98/Me:
–
Klik op Bestand, Eigenschappen,
Details, Poort toevoegen.
Windows 2000 of Windows NT:
–
Klik op Bestand, Eigenschappen,
Poorten, Poort toevoegen.
c
Klik op Overige, selecteer Lexmark
Network Printer Monitor en klik
op OK.
Er verschijnt een lijst met beschikbare
printerservers. Als uw printerserver niet
in de lijst staat, klikt u op Adapter
toevoegen en volgt u de instructies op
het scherm tot de printerserver
verschijnt.
d
Zoek het IP-adres van de printerserver
in de lijst en selecteer het.
e
Geef een logische poortnaam voor de
printer op en klik op OK.
f
Controleer of de logische poortnaam
die u aan de printer hebt toegewezen,
wordt weergegeven in het vak
Afdrukken naar de volgende poort.
g
Klik op OK.