6 GEBRUIKERSINTERFACE
b) GMAW Handmatige modus:
Boogdynamica - Wordt gebruikt om de intensiteit van de lasboog aan te passen. Lagere
instellingen voor de boogregeling maken de boog zachter met minder lasspatten en een betere
bevochtigingswerking van het lasbad. Hogere instellingen voor de boogregeling zorgen voor een
krachtiger, doordringender lasboog, waardoor de penetratie van de las wordt vergroot. Het
instelbereik is -9 tot +9.
6. Taken – biedt de gebruiker de mogelijkheid om eenvoudig specifieke lasomstandigheden op te
slaan en terug te roepen die regelmatig worden gebruikt.
•
Taken maken – specifieke lasparameters moeten worden ingesteld die in synergetische of
handmatige modus gewenst zijn.
•
Taken opslaan – in de eerste plaats moeten de lasparameters worden aangemaakt. Open het
menu en selecteer de tegel Taken. Er zijn 10 afzonderlijke taken die voor elke procesinstelling
kunnen worden gemaakt. Gebruik de drukknop encoder om het gewenste taaknummer te
selecteren. Wanneer het gewenste taaknummer is geselecteerd, houdt u de encoder 2 seconden
ingedrukt. De taak is nu opgeslagen.
De parameters die zijn ingesteld, worden weergegeven in de tegel Taak en zullen de actieve taak
zijn. Het taaknummer wordt weergegeven op het beginscherm.
•
Taken verwijderen - open het menu en selecteer de tegel Taken. Gebruik de drukknop encoder
om het gewenste taaknummer te selecteren. Wanneer het gewenste taaknummer is
geselecteerd, houdt u de knop Terug 5 seconden ingedrukt. De taak is nu verwijderd.
•
Taakoproep schakelen - hiermee kan de gebruiker tijdens het lassen tussen
voorgeprogrammeerde taken schakelen. De individuele Taken moeten worden opgezet voordat
ze worden gebruikt.
Zet onder de Instellingentegel Taakoproep schakelen aan. In dit menu kunt u 1 & 2 of 1, 2 & 3
selecteren, afhankelijk van het aantal taken dat de gebruiker wil selecteren.
Hiermee kan de gebruiker tijdens het lassen schakelen tussen taken 1 en 2 of taken 1, 2 en 3 .
Taakoproep schakelen werkt alleen in de configuratie 4T-trigger.
7. Triggerkeuze – biedt de gebruiker de mogelijkheid om de triggerfunctionaliteit te bedienen.
•
Tweetakt
Met tweetakt begint de gasvoorstroom wanneer de toortstrigger wordt ingedrukt als deze functie
actief is. Het lasproces begint. Als de toortstrigger wordt losgelaten, stopt het lasproces en start
de gasnastroom als deze functie actief is.
•
Viertakt
Met viertakt start de gasvoorstroom als toortstrigger wordt ingedrukt en start de draadaanvoer als
deze wordt losgelaten. Daarna begint het lassen. Het lasproces gaat door totdat de toortstrigger
opnieuw wordt ingedrukt, de draadtoevoer en het lassen stoppen. Wanneer de toortstrigger wordt
losgelaten, begint de gasnastroom.
•
Puntlassen
De puntfunctie stelt de gebruiker in staat een specifieke lastijd in te stellen telkens wanneer de
toortstrigger wordt ingedrukt. Het instelbereik is 0-10,0 s
•
Steeklassen
Met de steeklasfunctie kan de gebruiker twee onafhankelijke tijden instellen, de steektijd en de
verblijftijd. Deze tijden worden herhaald zolang de toortstrigger wordt ingedrukt. Instelbereik:
steektijd 0,0-10,0 s, verblijftijd 0,0-10,0 s
0447 978 001
- 27 -
© ESAB AB 2023