Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

EPP-400
Plasmavoedingsbron
Instructiehandleiding
0558005805

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor ESAB EPP-400

  • Pagina 1 EPP-400 Plasmavoedingsbron Instructiehandleiding 0558005805...
  • Pagina 2: Verantwoordelijkheid Van De Gebruiker

    ZORG DAT U DEZE INFORMATIE DOORGEEFT AAN DE BEDIENER VAN DIT APPARAAT. BIJ UW LEVERANCIER KUNT U EXTRA EXEMPLAREN KRIJGEN. LET OP Deze instructies zijn voor ervaren bedieners. Als u niet bekend bent met de principes van de bediening en veilige werking van booglassen en -snijden, raden wij u dringend aan om ons boekje “Precautions and Safe Practices for Arc Welding, Cutting, and Gouging,”...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    4.5 EPP-400 V-I-curven .........
  • Pagina 4: Hoofdstuk/ Titel

    INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk/ Titel Pagina 6.0 Problemen oplossen ................287 6.1 Algemeen .
  • Pagina 5: Veiligheidsvoorschriften

    VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Veiligheidsvoorschriften Gebruikers van ESAB-las- en plasmasnijapparaten moeten er zelf voor zorgen dat iedereen die met of in de buurt van het apparaat werkt zich aan de betreff ende veiligheidsvoorschriften houdt. De veiligheidsvoorschriften moeten aan de eisen voor dit type las- of plasmasnijapparaat voldoen. Houd u aan de volgende aanbevelingen en aan de standaardreguleringen die voor de werkplek gelden.
  • Pagina 6 HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LASSEN EN PLASMASNIJDEN KUNEN PERSOONLIJK LETSEL EN LETSEL BIJ ANDEREN VEROORZAKEN. NEEM VOORZORGSMAATREGELEN WANNEER WAARSCHUWING U LAST OF SNIJDT. VRAAG UW WERKGEVER WELKE MAATREGELEN U MOET TREFFEN, OP BASIS VAN DE RISICOGEGEVENS VAN DE FABRIKANT. ELEKTRISCHE SCHOK - kan dodelijk zijn. - Installeer en aard de las- of plasmasnijunit volgens de geldende normen.
  • Pagina 7: Beschrijving

    • Snijstroombereik van 50 tot 400 ampère • Gekoeld met geforceerde lucht • Halfgeleidergelijkstroomvoeding • Ingangsvoltagebeveiliging • Lokale of externe frontpaneelbediening • Thermale schakelbeveiliging voor hoofdtransformator en voedingshalfgeleideronderdelen • Optilringen bovenaan of vorkliftbasis voor vervoer • Parallelle secundiare voedingsbronmogelijkheden om stroomuitvoerbereik uit te breiden 2.2 Algemene specificiaties EPP-400 400V, EPP-400 460V, EPP-400 575V, 50/60 Hz CE 60 Hz 60 Hz Onderdeelnummer 0558005614 0558005615 0558005616 Voltage 200 VDC Stroombereik DC (markeren) 12A tot 400A Uitgang (werkcyclus Stroombereik DC (snijden) 50A tot 400A 100 %)
  • Pagina 8: Afmetingen En Gewicht

    HOOfDSTUk 2 bEScHrIjVING Afmetingen en gewicht 114,3 mm 94,6 mm 102,2 mm Gewicht = 925,34 kg...
  • Pagina 9: Installatie

    3.3 Plaatsen Opmerking: Gebruik beide tilogen wanneer u overhead transporteert. • Een minimum van 0,61 m ruimte aan de voor- en achterkant voor de koelluchtstroom. • Houd er rekening mee dat de boven- en zijpanelen voor onderhoud, reiniging en inspectie moeten worden verwijderd. • Zet de EPP-400 releatief dicht bij een elektrische voedingsbron met goede zekeringen. • Houd de ruimte onder de voedingsbron leeg voor de koelluchtstroom. • De omgeving moet relatief stofvrij, rookvrij en niet overmatig warm zijn. Deze factoren beïnvloeden de doelmatigheid van de koeling. Geleidend stof en vuil in de voedingsbron kan een flash-over van de boog veroorzaken. LET OP De apparatuur kan beschadigd raken. Er kan kortsluiting optreden als vuil zich binnen de voedingsbron ophoopt.
  • Pagina 10: Voedingsaansluiting

    VOOrDAT U VErbINDINGEN bINNEN IN DE MAcHINE MAAkT, HAALT U DE STEkkEr UIT HET STOPcONTAcT OM DE VOEDING UIT TE ScHAkELEN. 3.4.1 Primaire voeding De EPP-400 is een 3-fasenunit. Ingangsvoeding moet komen van een stopcontact met schakelaar dat zekeringen of een aardlekschakelaar heeft, conform de Nederlandse voorschriften. Aangevolen ingangsgeleider en zekeringsformaten: Ingang bij nominale...
  • Pagina 11: Ingangsgeleiders

    Ingangsgeleiders moeten ringterminals aan het uiteinde hebbben. NOTITIE Ingangsgeleiders moeten ringterminals aan het uiteinde hebben van 12,7 mm hardware voordat ze op de EPP-400 worden aangesloten. 3.4.3 Ingangsaansluitprocedure 1. Verwijder het linkerzijpaneel van de EPP-400. 2. Voer de kabels door de toegangsopening in het achterpa- neel.
  • Pagina 12: Uitgangsaansluiting

    HOOfDSTUk 3 INSTALLATIE EEN ELEkTrIScHE ScHOk kAN DODELIjk ZIjN! DE rINGTErMINALS MOETEN rUIMTE HEbbEN TUSSEN HET ZIjPA- WAArScHUWING NEEL EN DE HOOfDTrANSfOrMATOr. DE rUIMTE MOET VOLDOEN- DE ZIjN OM bOOGVOrMING TE VOOrkOMEN. ZOrG DAT DE kAbELS NIET IN bOTSING kOMEN MET DE DrAAIENDE VENTILATOr. ONjUISTE AArDING kAN DOOD Of LETSEL TOT GEVOLG HEbbEN.
  • Pagina 13: Uitgangsaansluitprocedure

    HOOfDSTUk 3 INSTALLATIE 3.5.2 Uitgangsaansluitprocedure 1. Verwijder het toegangspaneel aan de onderkant van de voedingsbron. 2. Voer de uitvoerkabels door de openingen aan de onderkant van het voorpaneel of de onderkant van de voedingsbron, direct achter het voorpaneel. 3. Sluit de kabels aan op de betreffende terminals die binnen de voedingsbron zijn gemonteerd met UL-drukkabelcon- nectors. 4. Breng het paneel aan dat u bij de eerste stap hebt verwijderd. U kunt twee 400-voedingsbronnen tegelijk aansluiten om het uitgangsstroombereik uit te breiden. Toegangspaneel 3.6 Parallelle installatie De startstroom van de parallelle voedingsbron overschrijdt de aanbevolen hoeveelheid wanneer bij minder dan 100 A wordt gesneden. Gebruik slechts één voedingsbron bij een stroom lager dan 100 A. LET OP Wij raden u aan de negatieve kabel van de secundaire voedingsbron los te koppelen wanneer u de stroom wijzigt tot minder dan 100 A.
  • Pagina 14 De primaire voedingsbron heeft de jumper (-) op de elektrodegeleider. De secundaire voedingsbron heeft een jumper (+) op het werkstuk. 1. Sluit de negatieve (-) uitgangskabels aan op de boogstartbox (hoogfrequentiegenerator). 2. Sluit de positieve (+) uitgangskabels aan op het werkstuk. 3. Sluit de positieve (+) en negatieve (-) geleiders aan tussen de voedingsbronnen. 4. Sluit de hulpboogkabel aan op de hulpboogterminal in de primaire voedingsbron. De hulpboogverbinding in de se- cundaire voedingsbron wordt niet gebruikt. Het hulpboogcircuit wordt niet parallel uitgevoerd. 5. Zet de schakelaar Pilot Arc HIGH / LOW op de secundaire voedingsbron op “LOW”. 6. Zet de schakelaar Pilot Arc HIGH / LOW op de primaire voedingsbron op “HIGH”. 7. Als een extern 0,00 tot +10,00 VDC stoomreferentiesignaal wordt gebruikt om de ingangsstroom in te stellen, voert u hetzelfde signaal in beide voedingsbronnen in. Sluit J1-A (gemeenschappelijk) van beide voedingsbronnen samen aan en sluit J1-B (0,00 - 10,00 VDC) van beide voedingsbronnen samen aan. Wanneer beide voedingsbronnen zijn ingeschakeld, kan de uitgangsstroom met de volgende formule worden voorspeld: [uitgangsstroom (ampère)] = [referentievoltage] x [100] Aansluitingen voor parallelle installatie van twee EPP-400-voedingsbronnen EPP-400 EPP-400 Secundaire Primaire voedingsbron voedingsbron elektrode elektrode werkstuk werkstuk hulpboog 1 - 14 AWG 600 V 2 - 4/0 600 V...
  • Pagina 15 LOSkOPPELEN VAN DE SEcUNDAIrE VOEDINGSbrON EN DE ‘PLUM- bING bOX’. ALS U DIT NALAAT, bLIjfT DE SEcUNDAIrE ELEkTrIScH ‘HEET’. De EPP-400 heeft geen aan-/uitschakelaar. De voeding wordt bewerkstelligd met de schakelaar in het stopcontact. WErk NIET MET DE EPP-400 ALS DE DEkSELS ZIjN VErWIjDErD. VANWEGE ONDErDELEN MET EEN HOOG VOLTAGE LOOPT U kANS WAArScHUWING OP EEN HOGErE ELEkTrIScHE ScHOk.
  • Pagina 16: Cnc-Interfacekabels

    HOOfDSTUk 3 INSTALLATIE 3.7 cNc-interfacekabels A - 0558005528 Interfacekabelaansluiting Aansluiting van 10-pins Plug J6 naar CNC-interfaceconnector. b - 0558005530 Interfacekabelaansluiting Aansluiting van 19-pins Plug J1 naar CNC-interfaceconnector. Opmerking: Bij de EPP-400-voedingsbron worden GEEN interfaceka- bels geleverd. De informatie dient alleen als referentie.
  • Pagina 17: Bediening

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.1 beschrijving van het blokdiagramcircuit...
  • Pagina 18: Epp-400 Uitgang Rms Rimpelspanningsstroom Versus Uitgangsvoltage

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.1 beschrijving van blokdiagramcircuit (vervolg) Het voedingscircuit dat in de EPP-400 is gebruikt, wordt ook een terugslagomzetter of een stroomonderbreker genoemd. Elektronische hogesnelheidsswitches schakelen duizende keren per seconden in en uit, en voorzien de uitgang van voe- ding. Een filtercircuit, dat hoofdzakelijk uit een inductor (soms ook een smoorspoel genoemd) bestaat, converteert de pulsen in een relatief constante gelijkstroomuitgang (DC of Direct Current). Hoewel de filterinductor de meeste fluctueringen verwijdert uit de ‘onderbroken’ uitgang van de elektronische switches, blijven er kleine fluctueringen in de uitgang aanwezig. Deze worden rimpelspanning genoemd. De EPP-400 gebruikt een gepatenteerd voedingscircuit waarin de uitgang van beide stroomonderbrekers is gecombineerd en waarbij elk ongeveer de helft van de totale uitgang verzorgt op een manier waarop rimpelspanning wordt gereduceerd. De stroomonderbre- kers zijn gesynchroniseerd: wanneer de rimpelspanning van de eerste stroomonderbreker de uitgang verhoogt, verlaagt de tweede stroomonderbreker de uitgang. Dit heeft tot resultaat dat de rimpelspanning van de ene stroomonderbreker de rimpelspanning van de andere deels ongedaan maakt. Het resultaat is een ultralage rimpelspanning met een zeer soepele en gelijkmatige uitgang. Een lage rimpelspanning is wenselijk omdat de levensduur van de toorts daarmee toeneemt. In de onderstaande grafiek ziet u het effect van de gepatenteerde rimpelspanningverlaging van ESAB met twee stroom- onderbrekers die gesynchroniseerd zijn en alternerend schakelen. In vergelijking met twee stroomonderbrekers die tege- lijkertijd schakeeln, wordt bij alternerend schakelen de rimpelspanning met factor 4 tot 10 verlaagd. EPP-400 Uitgang rMS rimpelspanningsstroom versus uitgangsvoltage Stroomonderbrekers gesynchroniseerd en gelijktijdig geschakeld (rimpelspanning 10 KHz) Gepatenteerde EPP-400 stroomonderbrekers gesynchroniseerd en alternerend schakelend (rimpelspanning 20 KHz) Uitgangsvoltage (volt)
  • Pagina 19 HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.1 beschrijving van blokdiagramcircuit (vervolg) Het EPP-400-blokdiagram (na paragraaf 6.4.4) toont de belangrijkste functionele onderdelen van de voedingsbron. T1, de hoofdtransformator, verzorgt naast de isolatie van de primaire voedingskabel ook het juiste voltage voor de 310 V DC-bus. De buscorrectors converteren de driefasenuitgang van T1 naar het 310 V-busvoltage. Een condensatorbank verzogt de fil- tering en de energieopslag die de voeding verzorgt naar de elektronische hogesnelheidswitches. Deze switches zijn IGBT’s (Insulated Gate Bipolar Transistors). De 310 V-bus verzorgt de voeding voor zowel de linkerstroomonderbreker (Master) en de rechterstroomonderbreker (Slave). Elke stroomonderbreker bevat IGBT’s, Free Wheeling-diodes, een Hall-sensor, een filterinductor en blokkerende diodes. De IGBT’s zijn de electronische switches die, in de EPP-400, 10.000 keer per seconde worden in- en uitgeschakeld. Ze leve- rende voedingspulsen die door de inductor worden gefilterd. De Free Wheeling-diodes verzorgen het pad voor de stroom wanneer de IGBT’s uit zijn. De Hall-sensor is een stroomtransductor die de uitgangsstroom controleert en het feedback- signaal voor het regelcircuit verzorgt. De blokkerende diodes hebben twee functies. Ten eerste voorkomen ze dat de 425 V DC van het booststartcircuit terug wordt gevoerd naar de IGBT’s en de 310 V-bus. Ten tweede verzorgen ze de isolatie tussen de twee stroomonderbrekers. Hierdoor is een onafhankelijke werking van de ene stroomonderbreker mogelijk zonder dat de andere functioneert. Het regelcircuit bevat regulerende servo’s voor beide stroomonderbrekers. Het circuit bevat tevens een derde servo dat het totale uitgangsspanningsignaal controleert dat terugkomt van de precisieshunt. Dit derde servo regelt de twee stroomon- derbrekerservo’s om een nauwkeurig geregelde uitgangsstroom te behouden die door het Vref-signaal wordt beheerst. Het Vref-circuit is galvanisch geïsoleerd van de rest van de voedingsbron. De isolatie voorkomt problemen die vanwege ‘aarde’lussen kunnen optreden. Elke stroomonderbreker, de linker Master en de rechter Slave, bevatten hun eigen PWM / Gate Drive PC-borden, die recht- streeks op de IGBT’s zijn gemonteerd. Dit circuit verzorgt de aan/uit PWM-signalen (pulsbreedtemodulatie) om de IGBT’s aan te sturen. De linker (Master) PWM verzorgt naast een gesynchroniseerd kloksignaal naar zijn eigen Gate Drive-circuit ook een signaal naar het rechter (Slave) Gate Drive-circuit. Via dit signaal schakelen de IGBT’s alternerend van de twee kanten om de uitgangsrimpelspanning te reduceren. De EPP-400 bevat een Boost Supply die ongeveer 425 V DC voor het starten van de boog verzorgt. Nadat de snijboog tot stand is gekomen, wordt de Boost Supply uitgeschakeld met een contact op de hulpboogcontactor (K4). Een solenoïde verlaagt de voltageovergangen die optreden tijdens de beëindiging van de snijboog. Tevens worden de overgangsvoltages van een parallele voedingsbron verlaagt om schade aan de voedingsbron te voorkomen. Het hulpboogcircuit bestaat uit de onderdelen die nodig zijn om een hulpboog tot stand te brengen. Dit circuit wordt uitgeschakeld wanneer de snijboog tot stand is gebracht.
  • Pagina 20: Regelpaneel

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.2 regelpaneel A - Hoofdvoeding Indicatielampje brandt wanneer ingangsstroom op de voedingsbron wordt toegepast. B - Contactor On Indicatielampje brandt wanneer de hoofdschakelaar van stroom is voorzien. C - Over Temp Indicatilampje brandt wanneer de voedingsbron oververhit is. D - Fout Indicatilampje brandt wanneer er onregelmatigheden tijdens het snijproces zijn of wanneer het ingangskabelvoltage buiten de vereiste nominale waarde met ±10% valt. E - Power Reset Fault Indicatielampje brandt wanneer een ernstige fout is gecontstateert. De in- gangsvoeding moet ten minste 5 seconden worden uitgeschakeld en daarna weer worden ingeschakeld. F - Stroomknop (potentiometer) EPP-400-knop weergegeven. EPP-400 heeft een bereik van 12 tot 600 A. Wordt alleen in de paneelmodus gebruikt.
  • Pagina 21 H en L - Externe aansluiting Amphenol 19-pins plug (J1) en 10-pins plug (J6) voor aansluiting van de voedingsbron op CNC. I - Schakelaar HIGH / LOW voor hulpboog Wordt gebruikt om de gewenste hoeveelheid hulpboogstroom te selecteren. Als vuistregel moet de instelling LOW voor 100 ampère en lager worden ge- bruikt. Dit kan variëren naar gelang het gebruikte gas, materiaal en toorts. De instellingen v oor H igh/Low w orden b ij d e s nijgegevens i n d e t oortshandleiding vermeld. Wanneer de EPP-400 is ingesteld op de modus Markeren, moet deze schakelaar in de stand Low staan.
  • Pagina 22 HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.2 regelpaneel (vervolg) J - Meters Geeft tijdens het snijden het voltage en het ampèrage weer. De ammeter kan geactiveerd worden wanneer u niet snijdt om een schatting te krijgen van de snijstroom voordat u met snijden begint. K - Schakelaar Actual/Preset De springveerschakelaar ACTUAL AMPS / PRESET AMPS, S42, staat standaard in de stand ACTUAL (UP). In de stand ACTUAL geeft de OUTPUT AMMETER de uitgangssnijspanning weer. In de stand PRESET (DOWN) geeft de OUTPUT AM- METER een schatting weer van de uitgangssnijspanning door het 0,00 – 10,00 VDC snijstroomreferentiesignaal (Vref ) te controleren. Het referentiesignaal is afkomstig v an d e C URRENT P OTENTIOMETER m et d e s chakelaar P ANEL/REMOTE in de stand PANEL (UP) en van een extern referentiesignaal (J1-A / J1-B(+)) met de schakelaar PANEL/REMOTE in de stand REMOTE (DOWN). De waarde die op de OUTPUT AMMETER wordt weergegeven, is de waarde van Vref (volt) vermenigvuldigd met 50. Een referentiesignaal van 4,00 V resulteert in een presetaflezing van 200 A op de meter. De schakelaar kan op elk moment van de stand ACTUAL en PRESET en omge- keerd worden gezet zonder dat dit invloed op het snijproces heeft.
  • Pagina 23: Bedieningsmodi: Snij- En Markeermodus

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.2.1 bedieningsmodi: de modi snijden en markeren De EPP-400 werkt in de modus Snijden via één continu aanpasbaar uitgangsstroombereik van 50 A tot 400 A met de stroompotentiometer op het voorpaneel of een extern stroomreferentiesignaal dat in de connector J1 wordt gevo- erd. Wanneer een extern signaal wordt gebruikt, komt 50 A overeen met een stroomreferentiesignaal van 1,00 VDC, en 400 A een signaal van 8,00 VDC. Voor signalen groter dan 8,00 V beperkt de voedingsbron intern de uitgangsstroom tot een typische waarde van 425 A. Standaard wordt door de EPP-400 de modus Snijden voor de bewerking gebruikt, tenzij het opdrachtsignaal voor de modus Markeren wordt gegeven. De voedingsbron is geplaatst in de modus Markeren met een extern geïsoleerd relais of schakelaarcontact dat J1-F (115VAC) verbindt met J6-A. Zie het schematische diagram aan de binnenkant van de achteromslag. De contactsluiting moet wor- den gemaakt voordat (50 ms of langer) de opdracht Start of Contactor On wordt gegeven. In de modus Markeren wordt de uitgangsstroom geregeld via één continu aanpasbaar bereik van 12 A tot 400 A met de stroompotentiometer op het voorpaneel of een extern stroomreferentiesignaal dat in de connector J1 wordt ge- voerd. Wanneer een exter signaal wordt gebruikt, komt 12 A overeen met een stroomreferentiesignaal van 0,24 VDC, en komt 400 A overeen met een signaal van 8.00VDC. Voor signalen groter dan 8,00 V, beperkt de voedingsbron intern de uit- gangsstroom tot een typische waarde van 425 A. In de modus markeren wordt de Boost Supply, die gebruikt wordt om de boog in de modus Snijden te starten, gede- activeerd. Het resulterende opencircuitvoltage is ongeveer 290 V bij nominale ingangskabelvoltage. Bovendien sluit K12 de connecterende R60 tot R67 in het uitgangscircuit. Deze weerstanden helpen de uitgang voor de lage markeer- stroom te stabiliseren. De voedingsbron is in staat om de volledige 400 A 100% werkuitgang in de modus Markeren te leveren. In de modus markeren moet de op de fabriek ingestelde minimum startstroom van 43 A moet worden verlaagd tot 6 A door de instellingen te wijzigen van Switch 2 (SW2) op het Control PC-bord dat achter het toegangsdeksel rechts- boven op het voorpaneel is gemonteerd. SW2-posities 5, 6 en 7 moeten uit (omlaag) staan, en positie 8 moet aan (omhoog) staan.
  • Pagina 24: Bedieningsvolgorde

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.3 bedieningsvolgorde 4.3 Sequence of Operation Schakel de voeding in door de schakelaar van het stopcontact Apply Power in de schakelen. (De EPP-400 heeft geen aan-/uitschakelaar.) Het hoofdvoedingslampje gaat branden en het foutlmapje knippert en dooft vervolgens. PANEL Selecteer de instelling Panel / Remote. Stel de hulpboogschakelaar High / Low in. (Raadpleeg de snijgegevens in de toortshandleiding.) REMOTE Als u d e p aneelmodus g ebruikt, b ekijkt u h et v ooraf i ngestelde ampèrage met de schakelaar ACTUAL / PRESET AMPS. Wijzig...
  • Pagina 25: Instellingen Voor Het Starten Van De Boog

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.4 Instellingen voor het starten van de boog De tijd om de volledige stroom te bereiken, kan voor een softstart worden gewijzigd. Met deze functie wordt een verlaagde stroom gebruikt om te starten en neemt de stroom geleidelijk aan toe tot de volledige stroom. De softstart op de EPP-400 is reeds op de fabriek ingesteld. De standaardinstellingen zijn: Minimum startstroom ....43 A Startstroom ......50% van snijstroom Tijd om volledige stroom te bereiken 8 00 msec Stilstandtijd .
  • Pagina 26: Timer Voor Ontsteking Van De Boog In- En Uitschakelen

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.4.1 Timer voor ontsteking van de boog in- en uitschakelen Standaardinstelling van fabriek weergegeven 1. Verwijder het toegangspaneel in de rechterbovenhoek van het voorpaneel. Zorg dat u dit paneel weer terugzet nadat u wijzigingen hebt aangebracht. 2. Lokaliseer SW1 en PCB1, en druk beide tuimelschakelaars terug om uit te schakelen. Druk beide tuimelschakelaars om- hoog om in te schakelen. (Als de ene schakelaar omhoog en de andere schakelaar omlaag staat, wordt de boogstarttijd als ingeschakeld beschouwd.) 4.4.2 instellen Timer voor ontsteking van de boog Standaardinstellingen van fabriek weergegeven Minimum startstroom Geregeld door keus van stand 5 tot en met 8 van SW2. Wanneer een schakelaar wordt ingeschakeld, wordt de waarde ervan toegevoegd aan de minimale waarde van 3A die op de fabriek is ingesteld. Schakelaar nr. 5 = 25A min. startstroom Schakelaar nr. 6 = 12A min. startstroom Schakelaar nr. 7 = 6A min. startstroom Schakelaar nr. 8 = 3A min. startstroom De standaardinstelling is met 5, 6 en 8 aan. 3A + 25A + 12A + 3A = 43A Stilstandtijd Geregeld door keus van stand 1 tot en met 4 van SW2 op PCB1. Wanneer een schakelaar wordt ingeschakeld, wordt de waarde ervan toegevoegd aan de minimum stilstandtijd van 10 msec.
  • Pagina 27: Startstroom En Up-Slope-Timer

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.4.3 boogstartinstellingen Startstroompotentiometer UP-slope-timer 4.4.4 Startstroom en Up-slope-timer Verhouding tussen startstroom (%) en potentiometer- instelling Startstroom Instellen met de potentiometer boven en aan de linkerkant van het midden van PCB1. De standaardinstelling van de fabriek van 7 leidt tot een startstroom die 50% is van de snijstroom. Up-slope-timer Schakelaar met drie standen, naast de startstroompotentiome- ter. Tijd is van startstroom (na einde stilstandtijd) tot volledige stroom. Fabrieksstandaard = 800 msec. Linkerstand = 250 msec Middenstand = 800 msec Rechterstand = 1200 msec Potentiometerinstelling startstroom...
  • Pagina 28: Epp-400 V-I-Curven

    HOOfDSTUk 4 bEDIENING 4.5 EPP-400 V-I-curven EPP-400 V-I-curven = (50) x ( V = (50) x (V 427 v Open circuit (model 460 en 575 v) 410 v Open circuit (model 400 v) Uitgang van Boost/startcircuit (uit in markeermodus) Max. uitgangsvoltage @Nominale lijn Uitgangsstroom (ampère)

Inhoudsopgave