6 GEBRUIKERSINTERFACE
1. Proceskeuze– biedt de optie om de Synergetische GMAW-, Handmatige GMAW-, SMW (MMA)- of
Live GTAW-modus te selecteren.
2. Instellingen – biedt de optie om verschillende instellingen te configureren die door de operator op
systeemniveau kunnen worden geselecteerd of bekeken.
•
Taalkeuze
•
Maateenheid (inch/mm)
•
Helderheid van het display
•
Verschuiving van triggertaken (meerdere taken beschikbaar voor operator)
•
Fabrieksinstellingen herstellen
•
Info (softwareversie)
LET OP!
Bij het herstellen van de fabrieksinstellingen worden alle aangepaste configuraties
verwijderd en wordt het apparaat teruggezet naar de oorspronkelijke fabrieksconfiguratie.
De totale boogtijd wordt niet verwijderd of teruggezet naar de fabrieksconfiguratie.
3. Informatie – biedt de optie om verschillende instellingen te configureren die door de operator op
systeemniveau kunnen worden geselecteerd of bekeken.
•
Slijtage en reserveonderdelen
•
Accessoires
•
Vulmetalen
•
Algemeen onderhoud
•
Gebruikershandleiding
4. Lasvariabelen – biedt de optie om specifieke lasvariabelen in te stellen die de lasresultaten kunnen
verbeteren.
•
Boogdynamica - wordt gebruikt om de intensiteit van de lasboog aan te passen. Lagere
instellingen voor de boogregeling maken de boog zachter met minder lasspatten en een betere
bevochtigingswerking van het lasbad. Hogere instellingen voor de boogregeling zorgen voor een
krachtiger, doordringender lasboog, waardoor de penetratie van de las wordt vergroot. Het
instelbereik is -9 tot +9.
•
Voorstroomtijd - de tijd waarin het beschermgas stroomt voordat de boog wordt ontstoken. Het
instelbereik is 0,0 tot 5,0 s.
•
Kruipstart - voedt de draad met een lagere draadaanvoersnelheid dan de vooraf ingestelde
draadaanvoersnelheid, totdat deze elektrisch contact maakt met het werkstuk en overgaat op de
vooraf ingestelde draadaanvoersnelheid. Instellen als percentage van vooraf ingestelde
draadaanvoersnelheid.
•
Nabrandtijd - Nabranden is de vertraging tussen het tijdstip waarop de lasdraad begint met
remmen en het tijdstip waarop de stroombron het lasvermogen uitschakelt. Het instelbereik is
0,01 tot 0,35 s.
Een te korte nabrandtijd resulteert na het lassen in een langere "draadpeuk". Er bestaat dan het
risico dat de draad in het stollende lasbad blijft steken. Een te lange nabrandtijd resulteert in een
kortere "draadpeuk", waarbij de kans bestaat dat de draad terugbrandt naar het lasmondstuk.
•
Nastroomtijd - Nastroom is de tijd waarin het beschermgas stroomt nadat de boog is gedoofd.
Het instelbereik is 0,0 tot 10,0 s.
5. GMAW-modi:
a) GMAW Synergetische modus:
Synergetische instellingen - hiermee kan de gebruiker het apparaat configureren voor een
specifiek draadtype, draaddiameter en gascombinatie. Dit optimaliseert de lasparameters van de
minimale tot de maximale materiaaldikte die de machine of het proces kan lassen.
LET OP!
In het onderstaande voorbeeld wordt zacht staal (Fe) gebruikt. Andere combinaties zijn
beschikbaar.
0447 978 001
- 25 -
© ESAB AB 2023