Installatie
5.2 Turbopomp op onderste gedeelte bevestigen
Schade aan de vacuümpomp door inwerking van krachten op de hoogvacuümzijde
Bij bevestiging aan het onderste gedeelte van de pomp en tegelijkertijd aan de hoogvacuümzijde met
een starre leidingverbinding, bestaat het risico dat er reactiekrachten op de turbopomp inwerken. Dit
kan tot mechanische belastingen leiden, die er zelfs voor kunnen zorgen dat de turbopomp kapot
gaat.
► Maak een flexibele verbinding voor de hoogvacuümflens.
► Neem de vereisten voor het bevestigen van de turbopomp op het onderste gedeelte in acht.
► Als de rotor plotseling blokkeert, zorg er dan voor dat alle gegenereerde koppels worden opge-
Vereiste hulpmiddelen
● Maak een cirkelvormig gat, afgestemd op de afmetingen van de turbopomp
● Bevestigingsbouten, sterkteklasse ≥ 8.8, gegalvaniseerd
● Onderlegring, DIN EN ISO 7090 of DIN EN ISO 7092
● Montageplaat, geleverd door de klant
Vereiste gereedschappen
● Inbussleutel, WAF 6
● Moersleutel, in plaats van DIN 933 zeskantbouten
● Gekalibreerde momentsleutel (aanhaalfactor ≤ 1,6)
Turbopomp op onderste gedeelte bevestigen
1. Verwijder de aanwezige kunststof pluggen van het onderste gedeelte van de pomp.
2. Plaats de turbopomp rechtop op de montageplaat.
3. Schroef het onderste gedeelte van de pomp met het vereiste aantal toegestane bevestigingsbou-
Turbo-
pomp
HiPace 300
Tab. 5:
5.3 De hoogvacuümzijde aansluiten
5.3.1 Vereisten voor de dimensionering van een contraflens
Gevaar voor schade door niet-correct ontwerp van de contraflens
Een ongelijkmatigheid van de contraflens aan de operatorzijde resulteert in spanning in het vacuüm-
pomphuis, zelfs als deze correct is bevestigd. Dit kan een lekkage veroorzaken of negatieve veran-
deringen in de draai-eigenschappen.
► Houd u aan de vormtoleranties van de contraflens.
► Neem de maximale vlakheidsafwijkingen over het hele oppervlak in acht.
22/66
vangen door de montageplaat ter plaatse.
ten en onderlegringen vast op de montageplaat.
– Let op de aangegeven insteekdiepte.
– Let op het toegestane aanhaalmoment.
Montageplaat
Minimumdikte | trek-
sterkte
2 mm | > 270 MPa
Vereisten voor het bevestigen van turbopompen op het onderste gedeelte
OPMERKING
Draad-
Hoe-
grootte
veel-
heid
M8
5
OPMERKING
Inschroef-
Aanhaalmoment
diepte
≥ 1,3 × d
25 Nm ± 10%