Helderheid en kleur aanpassen
De lichtmetingsmodus wijzigen
De lichtmetingsmodus heeft betrekking op de manier waarop een
camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en verlichting van
uw foto's variëren naar gelang van de lichtmetingsmodus die u
selecteert.
1
Druk in de opnamemodus op [Fn].
2
Druk op [w] of [r] om LICHTMETING te selecteren.
3
Druk op [e] of [t] om een optie te selecteren.
Optie
Omschrijving
•
De scène wordt in verschillende gebieden
verdeeld, waarna de lichtintensiteit van elk
MULTI
gebied wordt gemeten.
•
Geschikt voor doorsnee foto's.
•
Alleen de lichtintensiteit van het
middelpunt van het kader wordt gemeten.
•
Als een onderwerp zich niet in het midden
van de scène bevindt, wordt uw foto
SPOT
mogelijk te helder of donker.
•
Geschikt voor een onderwerp met
tegenlicht.
•
De gemiddelde lichtmeting voor het
volledige kader wordt berekend, waarbij
GECENTREERD
de nadruk in het midden valt.
OP ÉÉN PUNT
•
Geschikt voor foto's met onderwerpen in
het midden van het kader.
4
Druk op [MENU/OK] of [Fn].
Een lichtbron selecteren (witbalans)
1 7 3
De kleur van uw foto is afhankelijk van het type en de kwaliteit van
de lichtbron. Als u wilt dat de kleur van uw foto overeenkomt met
wat u ziet, selecteert u de juiste verlichtingsoptie om de witbalans
te kalibreren, zoals AUTO WITBALANS, DAGLICHT, BEWOLKT of
KUNSTLICHT.
1
2
48
Opnameopties
(AUTO WITBALANS)
(AUTO WITBALANS)
(DAGLICHT)
(DAGLICHT)
(BEWOLKT)
(BEWOLKT)
Druk in de opnamemodus op [Fn].
Druk op [w] of [r] om WITBALANS te selecteren.
1 7 3
(KUNSTLICHT)
(KUNSTLICHT)