Opnamemodi
3
Druk op [w] of [r] om een optie te selecteren.
LANGE SLUITERT
LANGE SLUITERT
AUTO
AUTO
AUTO
AUTO
4
Druk op [e] of [t] om het diafragma of de sluitertijd te
selecteren.
Als u AUTO selecteert, worden diafragma en sluitertijd
automatisch aangepast.
5
Druk op [MENU/OK].
U kunt beter een statief gebruiken om onscherpe foto's te voorkomen.
Diafragmawaarde
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Sluitertijd
Geavanceerde functies
7 De modus DUAL IS gebruiken
U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's
vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS
(Digital Image Stabilisation).
Vóór correctie
Vóór correctie
Na correctie
Na correctie
1
Draai de modusdraaiknop naar 7.
2
Kader het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
3
Druk de [Ontspanknop] volledig in om de foto te nemen.
•
Houd de camera stil terwijl 'VASTLEGGEN!' op het scherm
zichtbaar is.
•
De digitale zoomfunctie werkt niet in deze modus.
•
De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd bij fotograferen met een
lichtbron die helderder is dan TL-licht.
•
Bij een snel bewegend onderwerp kan de foto onscherp worden.
•
Druk op [OIS] om bewegingsonscherpte in verschillende
opnamemodi tegen te gaan.
29