Reiniging en onderhoud
Dagelijks en tussen patiënten
•
Neem het monitoroppervlak af.
•
Neem de ECG-kabel, NIBP-cuff en -kabels,
en SpO
-sensoren af.
2
•
Vervang of steriliseer alle
luchtwegaccessoires en invasieve
accessoires voor patiënten.
•
Reinig, desinfecteer of steriliseer de
temperatuursensoren voor meermalig gebruik.
•
Vervang de tonometriekatheter na iedere
patiënt.
•
Leeg de D-fend vochtvanger.
•
Vervang de BIS-sensor na iedere patiënt.
•
Vervang de entropy-sensor na iedere patiënt.
•
Controleer of de accessoires, kabels en
onderdelen van de monitor schoon en intact
zijn.
Toegestane reinigingsmiddelen
− Datex-Ohmeda reinigingsvloeistof
− Andere niet-agressieve reinigingsmiddelen
OPMERKING: Zie voor nadere details over het reinigen, desinfecteren en steriliseren van de accessoires de gebruiksaanwijzing in de verpakking van
de accessoires of in de Verbruiksartikelen en accessoires gids. Artikelen voor eenmalig gebruik mogen nooit opnieuw worden gebruikt.
Uitgebreide controle
Zie de "Technical Reference Manual".
19
Eens per maand
•
Controleer het ventilatorfilter op het
achterpaneel van de monitor, F-CU5(P)
en F-CPU, op het extensieframe en op
het voorpaneel van de gasmodule.
Maak dit, indien nodig, als volgt schoon:
1. Verwijder het filter.
Was het in water met een mild
2.
reinigingsmiddel en laat het drogen.
Gebruik geen perslucht.
Vervang beschadigde filters.
•
Voer gaskalibratie uit voor
gasuitwisseling (zie hieronder).
•
Vervang de D-fend vochtvanger elke 2
maanden en wanneer de tekst 'Vervang
D-Fend' verschijnt.
Toegestane desinfecterende middelen WAARSCHUWINGEN
− Ethanol
− Isopropylalcohol
− Chlorietsamenstellingen
− Glutaraldehyde
Eens per halfjaar
•
Voer gaskalibratie uit voor bewaking van
tonometrie en gassen en respiratie, zie
verderop.
•
Controleer de staat van de back-up batterij
van de CPU:
1. Zet de monitor aan en controleer de
trendgegevens.
2. Zet de monitor uit. Wacht
1 tot 15 minuten.
3. Zet de monitor weer aan en controleer of
de vorige trendgegevens er nog zijn. Is
dit niet het geval, neem dan contact op
met de technische dienst.
•
Gebruik nooit reinigingsmiddelen op basis
van hypochloriet, aceton, fenol of ammonia.
• Autoclaveer nooit het apparaat of de
onderdelen ervan.
• Dompel onderdelen nooit onder in vloeistof
en laat geen vloeistof in apparaten
terechtkomen.
•
Gebruik nooit perslucht op
monitoruitgangen of -slangen.