De indeling van het normale scherm instellen
Als u verschillende beeldschermen hebt met afzonderlijke
bedieningspanelen voor de displays, kunt u elk scherm apart
configureren:
Monitor setup
1. Druk op
2. Kies de schermen waarop u de menu's en/of meldingen
weergegeven wilt hebben. U kunt kiezen uit Trends, Curven of
Versl. als normaal scherm.
De lay-out van het normale scherm wijzigen
Monitor setup
Druk op
en kies Scherm 1-setup.
• Curvevelden: Geef aan welke curven moeten worden
weergegeven.
• Numerieke velden: Wijzig de inhoud van een veld of schakel het uit.
• Splits scherm: Geef aan wat u als curve wilt weergeven
(minitrends, spirometry, EEG, EP, ST of Geen).
• Duur minitrend: Geef aan hoe lang de minitrend is.
De lay-out van andere pagina's wijzigen
Druk op het ComWheel in het normale scherm om de inhoud van de
pagina's te bekijken. Ga als volgt te werk om de lay-out van de
pagina's te wijzigen:
Monitor setup
1. Druk op
2. Selecteer de gewenste pagina en voer de wijzigingen door.
De standaardtrend instellen
U kunt aangeven of er standaard grafische of numerieke trends
moeten worden weergegeven.
Monitor setup
1. Druk op
snapshot.
2. Kies Standaard trend en vervolgens Graf. of Num.
en kies Install/Service - Scherm-setup.
en kies Install/Service - Pagina-setup.
en kies Install/Service - Trends &
Trendpagina's configureren
Ga als volgt te werk om aan te geven welke parameters op de pagina's
met grafische trends moeten worden weergegeven:
Monitor setup
1. Druk op
snapshot - Grafische trends.
2. Selecteer de pagina met grafische trends die u wilt wijzigen.
3. Selecteer parameters voor de velden.
De trendlengte en tijdschaal instellen
.
Trends
Druk op
Kies
•
Grafisch - Tijdschaal en selecteer een tijdwaarde.
•
Kies Grafisch - Trendschalen en pas de waarden aan.
Snapshots configureren
Om de instellingen voor snapshots te wijzigen, drukt u op
setup
en kiest u Install/Service - Trends & snapshot - Snapshot:
• Veld 1 – Veld 6: Geef aan of de curve, grafische trend of
numerieke trend moet worden weergegeven. Op het scherm kunt
u vijf velden weergeven en u kunt zes velden afdrukken.
• Maak na alarm: Kies JA (standaardwaarde) om automatisch
snapshots te maken voor Tachy, Brady, Art hoog, Art laag alarm. U
kunt andere aritmie-alarmen aanwijzen voor het maken van
snapshots via het menu Aritmieën, zie sectie "ECG/ST" in de
Gebruikershandleiding Deel II.
• Autom. afdrukken: Kies ALLE om alle snapshots direct na
aanmaak af te drukken, ALARM om snapshots af te drukken die
na een alarm zijn gemaakt of NEE om alleen op verzoek af te
drukken.
• Afdr. loops: Kies JA om Patiënt Spirometry-loops af te drukken bij
het maken van de snapshots.
18
en kies Install/Service - Trends &
Monitor