■
USB/netwerk
Probleem
Het USB-opslagapparaat is niet stabiel
Het toestel
verbonden met de USB-aansluiting.
detecteert het USB-
opslagapparaat niet.
Het bestandsysteem van het USB-
opslagapparaat is geen FAT16 of FAT32.
De gegevens op het USB-opslagapparaat
Mappen en
zijn beveiligd met de versleuteling.
bestanden op het
USB-apparaat
kunnen niet worden
weergegeven.
De netwerkgegevens (IP adres) zijn niet
De netwerkfunctie
correct ontvangen.
kan niet worden
gebruikt.
De draadloze netwerkrouter (access
Het toestel kan geen
point) is uitgeschakeld.
verbinding maken
met internet via een
Het toestel bevindt zich te ver van de
draadloze
draadloze netwerkrouter (Access point).
netwerkrouter
(toegangspunt).
Een object blokkeert het signaalpad
tussen dit toestel en de draadloze
netwerkrouter (access point).
Een apparaat dat elektromagnetische
Kan geen draadloos
golven uitzendt (zoals een
netwerk vinden.
magnetronoven, een draadloos apparaat
of vergelijkbaar) kan zich in de buurt
bevinden.
De toegang tot het netwerk wordt beperkt
door een firewall op de draadloze
netwerkrouter (access point).
De media sharing-instellingen op de PC
De PC (server) kan
(server) zijn niet correct.
niet worden
gedetecteerd.
Toegang wordt beperkt door de
beveiligingsinstellingen op de PC
(server) of router.
Het toestel en de PC (Server) zijn niet
verbonden met hetzelfde netwerk.
De bestandsindeling is mogelijk niet
De bestanden op de
compatibel met dit toestel of met de PC
PC (server) kunnen
(server).
niet worden
weergegeven
(afgespeeld).
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Zet het toestel uit, sluit het USB-apparaat opnieuw
aan en zet het toestel weer aan.
Gebruik een USB-opslagapparaat met FAT16- of
FAT32-indeling.
Gebruik een USB-opslagapparaat zonder
versleutelingsfunctie.
Schakel de DHCP-serverfunctie in op uw router en
stel "DHCP" in het menu "Setup" in op "On" op het
toestel. Als u de netwerkparameters handmatig wilt
instellen, zorg dan dat het IP-adres van dit toestel
verschilt van dat van andere apparaten op het
netwerk.
Schakel de draadloze netwerkrouter (access point)
in.
Plaats dit toestel dichter bij de draadloze
netwerkrouter (access point).
Plaats dit toestel zodanig dat er een duidelijk
signaalpad is tussen dit toestel en de draadloze
netwerkrouter (access point).
Gebruik bij een draadloze verbinding dit toestel niet
in de buurt van apparaten die elektromagnetische
golven uitstralen.
Controleer de firewall-instelling van de draadloze
netwerkrouter (access point).
Wijzig de instellingen voor media sharing (media
delen), zodat dit apparaat de map op de PC (server)
kan openen.
Controleer de beveiligingsinstellingen op de
computer (server) en draadloze netwerkrouter
(access point).
Controleer de netwerk- en routerinstellingen om er
zeker van te zijn dat deze zijn verbonden met
hetzelfde netwerk.
Gebruik een bestandsindeling die compatibel is met
dit toestel en met de PC (server). Zie "Ondersteunde
bestandsindelingen" voor meer informatie over
ondersteunde bestandsindelingen.
Foutopsporing
Zie
bladzijde
39
62
62
49
―
―
―
―
―
34
―
―
62
59
Nl