VOORBEREIDINGEN
Audio-apparaten aansluiten
Zorg dat u L (left) op L, R (right) op R, "+" op "+" and "–" op "–" aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, wordt er
geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, klinkt de
weergave onnatuurlijk, met te weinig lage tonen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van elk van uw componenten.
Zorg ervoor dat u RCA-kabels, optische kabels of coaxiale kabels gebruikt om audiocomponenten aan te sluiten.
VOORZICHTIG
• Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten zijn
voltooid.
• Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen. Hierdoor
kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Draaitafel
Audio-
GND
uitgang
Audio-
Audio-
uitgang
ingang
Cd-recorder, enz.
Alleen PCM-signalen kunnen naar de digitale (OPTICAL/COAXIAL)-aansluitingen van dit toestel worden verzonden.
10
Nl
Aansluitingen
DVD-speler, enz.
IN
1
IN
2
OUT
IN
PHONO
3
OUT
LINE
CD
Audio-
uitgang
Subwoofer
CD-speler, enz.
CD-speler, enz.
Audio-uitgang
O
(digitaal optisch)
1
2
1
2
OPTICAL
COAXIAL
ANTENNA
FM
AM
GND
75Ω
TRIGGER
SUBWOOFER
12V
0.1A
OUT
OUT
Systee-
maanslui-
ting
Speakers A
Audio-uitgang
C
(digitaal coaxiaal)
SPEAKERS
A
B
Luidsprekers B
NETWORK